GNGT 2 les 5 CONGRUENTIEWEGLATING
NGT: Congruentie is er niet altijd: Kan ‘weggelaten’ worden = ‘optioneel’
INDEX2 1PLAGEN3a - ‘Jij plaagt hem.’
Onderwerp is ‘jij’; en toch begint PLAGEN in dit voorbeeld niet bij locatie 2 maar bij locatie 1.
Dus: de congruentie met het Onderwerp is weggelaten.
Het weglaten van congruentie is niet hetzelfde als ‘gedeeltelijk directionele werkwoorden’:
Bij gedeeltelijk directionele werkwoorden is de congruentie gedeeltelijk omdat dat bij deze werkwoorden NIET
anders KAN (beginpunt ‘zit vast’ of eindpunt ‘zit vast’).
INDEX2 1ZEGGEN3a … (beginpunt zit vast) = ‘Jij zegt hem …’
2ZEGGEN3a: kan niet.
Bij het weglaten van congruentie is (een deel van) de congruentie GEWOON WEGGELATEN, maar het KAN
WEL. Het gaat dan vaak om werkwoorden die wel volledig directioneel zijn, maar die dan niet zo gebruikt
worden:
INDEX2 1PLAGEN3a = ‘Jij plaagt hem.’
2PLAGEN3a: kan wel!
weglaten van congruentie kan bij alle soorten congruerende werkwoorden:
• Locatieve werkwoorden
• Gedeeltelijk directionele werkwoorden
Bij deze werkwoorden is congruentie met maar één zinsdeel mogelijk.
- dus je kunt de congruentie met dat ene zinsdeel weglaten;
- je gebruikt dan dus de basisvorm.
• Volledig directionele werkwoorden:
Bij deze werkwoorden is congruentie met twee zinsdelen mogelijk.
- je kan dan de congruentie met beide zinsdelen weglaten (basisvorm);
- maar je kan ook de congruentie met één zinsdeel weglaten.
Weglaten van congruentie bij volledig directionele werkwoorden in de NGT:
De congruentie met het Onderwerp wordt vaker weggelaten dan de congruentie met het LV/MV/enz!
Bij volledige directionele werkwoorden heb je:
• óf congruentie met Od én LV/MV/enz:
2PLAGEN3a - ‘Jij plaagt hem.’
Dus: volledige congruentie, niets weggelaten.
• óf alleen congruentie met LV/MV/enz
INDEX2 1PLAGEN3a - ‘Jij plaagt hem.’
= weglaten van de congruentie met het Onderwerp; komt regelmatig voor.
• óf geen congruentie:
INDEX2 INDEX3a PLAGEN - ‘Jij plaagt hem.’ = basisvorm = weglaten van de congruentie
met het Onderwerp én van de congruentie met LV; komt minder vaak voor.
NGT: Congruentie is er niet altijd: Kan ‘weggelaten’ worden = ‘optioneel’
INDEX2 1PLAGEN3a - ‘Jij plaagt hem.’
Onderwerp is ‘jij’; en toch begint PLAGEN in dit voorbeeld niet bij locatie 2 maar bij locatie 1.
Dus: de congruentie met het Onderwerp is weggelaten.
Het weglaten van congruentie is niet hetzelfde als ‘gedeeltelijk directionele werkwoorden’:
Bij gedeeltelijk directionele werkwoorden is de congruentie gedeeltelijk omdat dat bij deze werkwoorden NIET
anders KAN (beginpunt ‘zit vast’ of eindpunt ‘zit vast’).
INDEX2 1ZEGGEN3a … (beginpunt zit vast) = ‘Jij zegt hem …’
2ZEGGEN3a: kan niet.
Bij het weglaten van congruentie is (een deel van) de congruentie GEWOON WEGGELATEN, maar het KAN
WEL. Het gaat dan vaak om werkwoorden die wel volledig directioneel zijn, maar die dan niet zo gebruikt
worden:
INDEX2 1PLAGEN3a = ‘Jij plaagt hem.’
2PLAGEN3a: kan wel!
weglaten van congruentie kan bij alle soorten congruerende werkwoorden:
• Locatieve werkwoorden
• Gedeeltelijk directionele werkwoorden
Bij deze werkwoorden is congruentie met maar één zinsdeel mogelijk.
- dus je kunt de congruentie met dat ene zinsdeel weglaten;
- je gebruikt dan dus de basisvorm.
• Volledig directionele werkwoorden:
Bij deze werkwoorden is congruentie met twee zinsdelen mogelijk.
- je kan dan de congruentie met beide zinsdelen weglaten (basisvorm);
- maar je kan ook de congruentie met één zinsdeel weglaten.
Weglaten van congruentie bij volledig directionele werkwoorden in de NGT:
De congruentie met het Onderwerp wordt vaker weggelaten dan de congruentie met het LV/MV/enz!
Bij volledige directionele werkwoorden heb je:
• óf congruentie met Od én LV/MV/enz:
2PLAGEN3a - ‘Jij plaagt hem.’
Dus: volledige congruentie, niets weggelaten.
• óf alleen congruentie met LV/MV/enz
INDEX2 1PLAGEN3a - ‘Jij plaagt hem.’
= weglaten van de congruentie met het Onderwerp; komt regelmatig voor.
• óf geen congruentie:
INDEX2 INDEX3a PLAGEN - ‘Jij plaagt hem.’ = basisvorm = weglaten van de congruentie
met het Onderwerp én van de congruentie met LV; komt minder vaak voor.