Geschiedenis 5.1 t/m 5.4
paragraaf 5.1 de kracht van stoom
jaartijden:
1750 – begin revolutie in de landbouw Groot-Brittannië
1750 – spinnenwiel vervangen door houten machines
1800 – Landbouw stedelijke samenleving veranderde in industriële samenleving.
1830 – opkomst stoomtrein en stoom schip
1850 – Groot-Brittannië had grote voorsprong op de rest van de wereld.
1884 – Krasnapolsky bracht elektrisch licht aan op terras hotel.
1900 – meer dan de helft van Britten werkten in industrie.
Begrippen:
dienst sector= het deel van de economie dat buiten de landbouw, de industrie en de
mijnbouw valt.
energie= kracht
energiebron= iets dat energie levert zoals steenkool of olie.
fabriek= bedrijfsgebouw waar met machines producten worden gemaakt.
industrie= nijverheid, fabrieksmatige producten.
industriële revolutie= grondige verandering in de productie methoden waarbij handarbeid
word vervangen door machines.
industriële samenleving= samenleving waarin de industrie de belangrijkste sector van de
economie is en meer dan de helft van de bevolking in steden woont.
industriesector= het deel van de economie dat zich met industrie en mijnbouw bezig houd.
kapitalistische samenleving= samenleving waarin de productie gericht is op het maken van
winst en de productiemiddelen in handen zijn van particulieren (kapitalisten)
landbouwsector= het deel van de economie dat zich met landbouw bezig houd.
mechanisatie= het vervangen van handarbeid door machines.
milieu=de omgeving van de mens zoals lucht, water.
moderne tijd= vanaf 1800
tijd van burgers en tijdmachines= achtste tijdvak (1800-1900)
verstedelijking= de groei van de steden
werkgelegenheid= mogelijkheid om door werk inkomen te krijgen.
werknemer=iemand die in loondienst is bij een werkgever.
westers= West- en Midden-Europa de VS, Canada, Australië en Nieuw Zeeland.
Samenvatting
In 1884 installeerde Krasnapolsky het elektrisch licht in zijn hotel zodat zijn gasten ook ’s
avonds buiten konden zitten. Dit was helemaal nieuw en ingenieur Phillips bouwde even
later de eerste gloeilampen fabriek (goed en goedkoop). Eerst was het altijd donker op
straat, later werden de lantaarns met gas door lantaarnopstekers aangestoken. Aan het eind
paragraaf 5.1 de kracht van stoom
jaartijden:
1750 – begin revolutie in de landbouw Groot-Brittannië
1750 – spinnenwiel vervangen door houten machines
1800 – Landbouw stedelijke samenleving veranderde in industriële samenleving.
1830 – opkomst stoomtrein en stoom schip
1850 – Groot-Brittannië had grote voorsprong op de rest van de wereld.
1884 – Krasnapolsky bracht elektrisch licht aan op terras hotel.
1900 – meer dan de helft van Britten werkten in industrie.
Begrippen:
dienst sector= het deel van de economie dat buiten de landbouw, de industrie en de
mijnbouw valt.
energie= kracht
energiebron= iets dat energie levert zoals steenkool of olie.
fabriek= bedrijfsgebouw waar met machines producten worden gemaakt.
industrie= nijverheid, fabrieksmatige producten.
industriële revolutie= grondige verandering in de productie methoden waarbij handarbeid
word vervangen door machines.
industriële samenleving= samenleving waarin de industrie de belangrijkste sector van de
economie is en meer dan de helft van de bevolking in steden woont.
industriesector= het deel van de economie dat zich met industrie en mijnbouw bezig houd.
kapitalistische samenleving= samenleving waarin de productie gericht is op het maken van
winst en de productiemiddelen in handen zijn van particulieren (kapitalisten)
landbouwsector= het deel van de economie dat zich met landbouw bezig houd.
mechanisatie= het vervangen van handarbeid door machines.
milieu=de omgeving van de mens zoals lucht, water.
moderne tijd= vanaf 1800
tijd van burgers en tijdmachines= achtste tijdvak (1800-1900)
verstedelijking= de groei van de steden
werkgelegenheid= mogelijkheid om door werk inkomen te krijgen.
werknemer=iemand die in loondienst is bij een werkgever.
westers= West- en Midden-Europa de VS, Canada, Australië en Nieuw Zeeland.
Samenvatting
In 1884 installeerde Krasnapolsky het elektrisch licht in zijn hotel zodat zijn gasten ook ’s
avonds buiten konden zitten. Dit was helemaal nieuw en ingenieur Phillips bouwde even
later de eerste gloeilampen fabriek (goed en goedkoop). Eerst was het altijd donker op
straat, later werden de lantaarns met gas door lantaarnopstekers aangestoken. Aan het eind