Langeveld
Langeveld zegt dat opvoeding een speciaal soort omgang is: ‘Het gebied, waarbinnen we de
opvoeding aantreffen, is dat van de omgang tussen volwassenen en kinderen’. Hij komt opvoeding
dus tegen als mensen met elkaar omgaan. Nu spreken menen van ‘interactie’.
Om de deelverzameling ‘opvoeding’ aan te kunnen wijzen binnen het grote geheel dat ‘omgang’
heet, noemt Langeveld 3 voorwaarden.
- Er moet omgang zijn tussen volwassenen en kinderen
- Daarbij moet invloed worden uitgeoefend
- De invloed moet uitgaan van de volwassenen op de kinderen
Langeveld noemt opvoeding echt alleen de volwassenen (opvoeder) in omgang is met een kind. Hij
noemt andere invloeden geen ‘opvoeding’.
Langeveld noemt de mens een animal educandum. Wij zijn afhankelijk van de opvoeding. Op de
volgende gebieden is het duidelijk dat elk kind van soortgenoten afhankelijk is:
- Een kind is tot jaren na de geboorte aangewezen op iemand die eten koopt, klaarmaakt en
opdient.
- Een kind is afhankelijk van iemand die zorgt voor kleding, een dak en een bed, zodat zij of
hij beschut is tegen wind, regen, zon en andere weersinvloeden.
- een kind dient beschermd te worden tegen ziekteverwekkende microben,
schoonmaakmiddelen, keukengerei, verkeer etc.
- Een kind heeft jarenlang iemand nodig die erop toeziet dat hij zich wast, kleedt, verschoont,
billen afveegt, tanden poetst en handen wast.
- De invloed die volwassenen op een hulpbehoevend kind hebben, heet alleen ‘opvoeding’
als de mondigheid van dat kind erdoor toeneemt. Door opvoeding daalt de
afhankelijkheid en stijgt de weerbaarheid.
Soms komen er gevallen voor die dit wel overleven zonder opvoeder Wolfskinderen.
Een eerste aanvulling op de gebieden waarop een kind afhankelijk is, betreft de behoefte aan
erkenning. Door bombardementen in WOII waren er veel moederloze kindjes. Zij werden verzorgd
door verpleegsters. Bowlby stelt dat een baby contact zoekt met de ‘moeder’ (later ‘verzorger’).
Door te lachen en brabbelen zoekt een jong kind contact. Er zou vanaf het begin een sociale behoefte
zijn. Geen hechting zorgt voor hechtingsproblemen, ook op latere leeftijd. gehechtheidtheorie.
- Bowlby kreeg oog voor de vroege kindertijd in Freuds voetspoor.
- Bowlby kreeg geen steun in de vrouwenbeweging.
- Langeveld hield zich niet bezig met de gehechtheidtheorie.
Bij het opdoen van kennis is het kind afhankelijk van ouders en leraren. Ook leert een kind van
boeken, tv, leeftijdsgenoten etc. Kennisoverdracht
Het leren van een dag- en nachtritme, zindelijkheidstraining Gedragsregulering.
Gedragsregulering en kennisoverdracht zijn 2 aspecten van cultuuroverdracht. Volgens Vygotsky
verloopt die overdracht grotendeels al doende. Het weegt zwaar dat een kind een cultuur zich eigen
maakt.
Leren gebeurt in 2 keer: Eerst in contact met anderen en met behulp van communicatie. Vervolgens
in de mentale binnenwereld.
1
Langeveld zegt dat opvoeding een speciaal soort omgang is: ‘Het gebied, waarbinnen we de
opvoeding aantreffen, is dat van de omgang tussen volwassenen en kinderen’. Hij komt opvoeding
dus tegen als mensen met elkaar omgaan. Nu spreken menen van ‘interactie’.
Om de deelverzameling ‘opvoeding’ aan te kunnen wijzen binnen het grote geheel dat ‘omgang’
heet, noemt Langeveld 3 voorwaarden.
- Er moet omgang zijn tussen volwassenen en kinderen
- Daarbij moet invloed worden uitgeoefend
- De invloed moet uitgaan van de volwassenen op de kinderen
Langeveld noemt opvoeding echt alleen de volwassenen (opvoeder) in omgang is met een kind. Hij
noemt andere invloeden geen ‘opvoeding’.
Langeveld noemt de mens een animal educandum. Wij zijn afhankelijk van de opvoeding. Op de
volgende gebieden is het duidelijk dat elk kind van soortgenoten afhankelijk is:
- Een kind is tot jaren na de geboorte aangewezen op iemand die eten koopt, klaarmaakt en
opdient.
- Een kind is afhankelijk van iemand die zorgt voor kleding, een dak en een bed, zodat zij of
hij beschut is tegen wind, regen, zon en andere weersinvloeden.
- een kind dient beschermd te worden tegen ziekteverwekkende microben,
schoonmaakmiddelen, keukengerei, verkeer etc.
- Een kind heeft jarenlang iemand nodig die erop toeziet dat hij zich wast, kleedt, verschoont,
billen afveegt, tanden poetst en handen wast.
- De invloed die volwassenen op een hulpbehoevend kind hebben, heet alleen ‘opvoeding’
als de mondigheid van dat kind erdoor toeneemt. Door opvoeding daalt de
afhankelijkheid en stijgt de weerbaarheid.
Soms komen er gevallen voor die dit wel overleven zonder opvoeder Wolfskinderen.
Een eerste aanvulling op de gebieden waarop een kind afhankelijk is, betreft de behoefte aan
erkenning. Door bombardementen in WOII waren er veel moederloze kindjes. Zij werden verzorgd
door verpleegsters. Bowlby stelt dat een baby contact zoekt met de ‘moeder’ (later ‘verzorger’).
Door te lachen en brabbelen zoekt een jong kind contact. Er zou vanaf het begin een sociale behoefte
zijn. Geen hechting zorgt voor hechtingsproblemen, ook op latere leeftijd. gehechtheidtheorie.
- Bowlby kreeg oog voor de vroege kindertijd in Freuds voetspoor.
- Bowlby kreeg geen steun in de vrouwenbeweging.
- Langeveld hield zich niet bezig met de gehechtheidtheorie.
Bij het opdoen van kennis is het kind afhankelijk van ouders en leraren. Ook leert een kind van
boeken, tv, leeftijdsgenoten etc. Kennisoverdracht
Het leren van een dag- en nachtritme, zindelijkheidstraining Gedragsregulering.
Gedragsregulering en kennisoverdracht zijn 2 aspecten van cultuuroverdracht. Volgens Vygotsky
verloopt die overdracht grotendeels al doende. Het weegt zwaar dat een kind een cultuur zich eigen
maakt.
Leren gebeurt in 2 keer: Eerst in contact met anderen en met behulp van communicatie. Vervolgens
in de mentale binnenwereld.
1