Overzicht motorische banen
Dalende motorische banen
Corticospinale baan
Oorsprong : premotorische, motorische, sensorische, parietale cortex
1. Corona radiata
2. Capsula interna
3. Cerebrale pedunkel
4. Descussatio pyramidis
-> laterale corticospinale baan : 80% contralateraal, 10% ipsilateraal
-> anterieure corticospinale baan: 10% ipsilateraal
5. Motorische voorhoorncel
Motorische regio voor bovenste ledematen -> lateraal
Motorische regio voor onderste ledematen -> mediaal
Stijgende sensorische banen
Bewust sensorische input (corticaal)
-> exteroceptief via de spinothalamische baan: ruggenmerg -> thalamus
Tastzin, pijnsensatie, temperatuurszin
-> proprioceptief via lemniscaal systeem
Vibratiezin en positiezin
Onbewuste sensorische input (cerebellair)
-> interoceptief
-> proprioceptief
Dorsaal spinocereballaire tractus (OLM)
Cuneocerebellaire tractus (BLM)
Spinothalamische baan
1. Dorsaal ganglion
2. Nucleus proprius -> schakeling van eerste neuron met tweede neuron
3. Opstijgen contralateraal -> hersenstam
4. Laterale spinothalamische tractus
-> onderste lidmaat: dorsaal – lateraal
-> bovenste lidmaat: centraal – mediaal
5. VPL nucleus van de thalamus: schakeling tweede derde neuron
6. Somatosensorische cortex
-> sensibele zone aangezicht -> lateraal
-> sensibele zone lidmaat -> mediaal
Lemniscaal systeem
1. Dorsaal ganglion
2. Fasciculus cuneatus (arm), fasciculus gracilis (been)
3. Nucleus cuneatus (lateraal), nucleus gracilis (centraal) -> schakeling eerste en tweede neuron
4. Lemniscus medialis
5. VPL nucleus thalamus: schakeling tweede derde neuron
6. Somatosensorische cortex
, Spinocerebellaire tractus
1. Dorsaal ganglion
2. Achterste nucleus van clarke
-> achterhoorn T1-L2
-> Onder L2 via fasciculus gracilis
3. Dorsaal ganglion
4. Dorsale spinocerebellaire tractus
5. Inferieur cerebellair pedunkel
Cuneocerebellaire tractus
1. Dorsaal ganglion
2. Nucleus cuneatus accesorius
3. Cuneocerebellaire tractus
4. Inferieur cerebellair pedunkel
Overzicht zenuwen
N. olfactorius
Olfactorisch epitheel
Olfactorische zenuw ; tractus en bulbus
Olfactorische cortex
N. opticus
Retinale ganglioncellen vormen de n. opticus
Chiasma opticum
Tractus opticus
Radiatio optica
o Laterale radix: 90% corpus geniculatum laterale
o Mediale radix: 10% colliculi superiores -> lichtreflex
Visuele cortex
N. oculomotorius
MOTORISCHE VEZELS
Kern: colliculus superior
Interpedunculaire fossa
Os petrosum
Sinus cavernosus
Fissura supraorbitalis
Bovenste tak: m. rector superior, m. levator palpebrae
Onderste tak: m. rector medialis, inferior, m. obliquus inferior
PARASYMPATHISCHE VEZELS
Kern: subnucleus edinger-westphal
Takt af van onderste tak
Ganglion ciliare
Korte ciliaire vezels door lamina cribrosa sclera
M. ciliaris en m. constrictor pupillae
N. trochlearis
Kern : colliculus inferior
Dalende motorische banen
Corticospinale baan
Oorsprong : premotorische, motorische, sensorische, parietale cortex
1. Corona radiata
2. Capsula interna
3. Cerebrale pedunkel
4. Descussatio pyramidis
-> laterale corticospinale baan : 80% contralateraal, 10% ipsilateraal
-> anterieure corticospinale baan: 10% ipsilateraal
5. Motorische voorhoorncel
Motorische regio voor bovenste ledematen -> lateraal
Motorische regio voor onderste ledematen -> mediaal
Stijgende sensorische banen
Bewust sensorische input (corticaal)
-> exteroceptief via de spinothalamische baan: ruggenmerg -> thalamus
Tastzin, pijnsensatie, temperatuurszin
-> proprioceptief via lemniscaal systeem
Vibratiezin en positiezin
Onbewuste sensorische input (cerebellair)
-> interoceptief
-> proprioceptief
Dorsaal spinocereballaire tractus (OLM)
Cuneocerebellaire tractus (BLM)
Spinothalamische baan
1. Dorsaal ganglion
2. Nucleus proprius -> schakeling van eerste neuron met tweede neuron
3. Opstijgen contralateraal -> hersenstam
4. Laterale spinothalamische tractus
-> onderste lidmaat: dorsaal – lateraal
-> bovenste lidmaat: centraal – mediaal
5. VPL nucleus van de thalamus: schakeling tweede derde neuron
6. Somatosensorische cortex
-> sensibele zone aangezicht -> lateraal
-> sensibele zone lidmaat -> mediaal
Lemniscaal systeem
1. Dorsaal ganglion
2. Fasciculus cuneatus (arm), fasciculus gracilis (been)
3. Nucleus cuneatus (lateraal), nucleus gracilis (centraal) -> schakeling eerste en tweede neuron
4. Lemniscus medialis
5. VPL nucleus thalamus: schakeling tweede derde neuron
6. Somatosensorische cortex
, Spinocerebellaire tractus
1. Dorsaal ganglion
2. Achterste nucleus van clarke
-> achterhoorn T1-L2
-> Onder L2 via fasciculus gracilis
3. Dorsaal ganglion
4. Dorsale spinocerebellaire tractus
5. Inferieur cerebellair pedunkel
Cuneocerebellaire tractus
1. Dorsaal ganglion
2. Nucleus cuneatus accesorius
3. Cuneocerebellaire tractus
4. Inferieur cerebellair pedunkel
Overzicht zenuwen
N. olfactorius
Olfactorisch epitheel
Olfactorische zenuw ; tractus en bulbus
Olfactorische cortex
N. opticus
Retinale ganglioncellen vormen de n. opticus
Chiasma opticum
Tractus opticus
Radiatio optica
o Laterale radix: 90% corpus geniculatum laterale
o Mediale radix: 10% colliculi superiores -> lichtreflex
Visuele cortex
N. oculomotorius
MOTORISCHE VEZELS
Kern: colliculus superior
Interpedunculaire fossa
Os petrosum
Sinus cavernosus
Fissura supraorbitalis
Bovenste tak: m. rector superior, m. levator palpebrae
Onderste tak: m. rector medialis, inferior, m. obliquus inferior
PARASYMPATHISCHE VEZELS
Kern: subnucleus edinger-westphal
Takt af van onderste tak
Ganglion ciliare
Korte ciliaire vezels door lamina cribrosa sclera
M. ciliaris en m. constrictor pupillae
N. trochlearis
Kern : colliculus inferior