Inzicht in bewegen
Hoorcollege 1
Bewegingsanalyse
- Biomechanica (bewegingsleer)
o Beweging
Rotaties (om een as draaien, zoals een salto of een radslag)
Translaties (over een afstand, zoals skispringen)
Combinatie rotatie en translatie
o Kracht (F)
Kracht is de oorzaak van een beweging of bewegingsverandering.
Vanuit het LZP kan kracht een bepaald effect creëren
Grootte
Richting
Door kracht kan je:
Dus een stilstaand voorwerp in beweging brengen
Een bewegend voorwerp versnellen, veranderen of vertragen.
Effect van kracht: in een rechte lijn putten, hoog en ver springen,
zwemmen met zijstroom, vervorming van het voorwerp
o Impuls
Optimale impuls (krachtstoot kogelstoten): zo groot mogelijk kracht in een
zo “kort” mogelijke tijd (over een zo lang mogelijke weg).
Optimale impuls verkrijgen door de 5 principes:
1. Begin kracht (rem-hef, actie-reactie, triple extension (grote spieren)
2. Optimale bewegingsbaan (werpen laag naar hoog, springen
volledige strekking afzetbeen)
, 3. Optimale bewegingsverloop (sequentieel na elkaar inzetten van
bewegingen van verschillende lichaamsdelen)
Door het na elkaar inzetten van deelimpulsen is een
sterke vergroting mogelijk van de totale impuls.
4. Actie-reactie
5. Impulsbehoud en –overdracht.
Impulsbehoud
Impulsoverdracht (=naar andere assen, zoals hoogspringen)
Longitudinale Sagittale as naar de
as naar de sagittale as transversale as
o Hefbomen
o Balans
1. Grootte van het steunpunt
2. Hoogte LZP
3. Projectie LZP t.o.v. steunpunt
4. Gewicht
1 2 3 4
- Principes van Newton
o Traagheidsprincipe het lichaam blijft in ‘stabiele’ status
o Acceleratie F(kracht) = M (massa) x A (versnelling).
Er is een grotere kracht nodig voor het verkrijgen van dezelfde versnelling
wanneer het gewicht zwaarder is.
Elke kracht heeft zijn eigen uitwerking (onafhankelijkheidsprincipe)
Onafhankelijkheidsprincipe
Wanneer er een bal vanuit de helikopter naar beneden gegooid wordt,
vanuit beide bewegingen, is de valtijd van de bal hetzelfde.
De zwaartekracht veroorzaakt een verticale verplaatsing.
De snelheid van de helikopter veroorzaakt de horizontale verplaatsing.
In beide gevallen is de valhoogte gelijk en dus ook de valtijd.
o Actie-Reactie actie geeft even grootte reactie
, Hoorcollege 2
Bewegingsanalyse
INHOUD:
• Rotaties
• Cirkelbewegingen
• Horizontaal
• Verticaal
• Impuls
• Optimaal draai impuls
• Impulsmoment
• Traagheidsmomenten
• Aerodynamica
• Weerstandskrachten
• Krachten als gevolg van luchtdrukverschillen
• Rotaties
1. Cirkelbewegingen
o Horizontaal
• Hoeksnelheid
A doorloopt een eenparige cirkelbeweging. Als punt A
naar punt B beweegt, doorloopt de voerstaal een
bepaalde hoek. Hoeksnelheid: de hoek die de voerstaal
(MA) in 1 seconde doorloopt.
Eenparig: baansnelheid in de grootte is constant
• Baansnelheid
Wanneer A en A’ tegelijk een rondje maken, hebben
beiden een hoek van 360 graden afgelegd
hoeksnelheden gelijk. A’ heeft meer afstand afgelegd
dan A lineaire snelheid groter bij A’.
Bij gelijke hoeksnelheid is de lineaire snelheid groter
bij een grotere voerstraal (MA)
Lineaire snelheid: de snelheid waarin een
bewegingsbaan afgelegd wordt
• Centripetale kracht
• Lineaire snelheid is steeds even groot, maar de richting
verandert steeds, hiervoor is een kracht nodig:
centripetale kracht (Fc) (=middelpuntzoekende kracht)