Oefententamen Neuroanatomie 2
Bewegingswetenschappen Rijksuniversiteit Groningen: BWB216 – 2022/2023
Disclaimer:
- Vragen 1 t/m 10 zijn afkomstig uit een oefententamen dat is verstrekt door de docent van het
vak Neuroanatomie 2. Alle overige vragen zijn zelfgemaakt en kunnen dus fouten bevatten!
- Oefententamen bevat vragen over college 1 t/m 8. Wanneer de vragen over college 9 t/m 12
gereed zijn wordt het document geüpdatet.
Voorbeeld van vragen:
1
, L. Meijerink
1. Waar of onwaar: Als 1 cel via axoncollateralen meerdere andere cellen kan activeren is er
sprake van convergentie.
a. Waar
b. Onwaar
2. Om de aansturing van functioneel gedrag te begrijpen is kennis nodig over
neuroanatomische circuits met hun exciterende en inhiberende projecties. Welk van
onderstaand soort neuronen geven altijd een exciterende projectie?
a. Premotor interneuronen
b. Sensorische neuronen
c. Interneuronen
d. Motorneuronen
3. Het hiernaast weergegeven plaatje is een veelgebruikt plaatje in de
Neuroscience (wikimedia.org). Welk woord zou het meest passend zijn als
zoekterm als u dit plaatje op het internet wilt vinden?
a. Intumescentie
b. Segmentatie
c. Dermatoom
d. Somatotopie I - vraag 3
4. Invulvraag: De cellichamen van de pseudounipolaire cellen, die actief zijn als het topje
van de wijsvinger, voelt dat een oppervlakte glad is liggen in de laminae … (1). De
perifere uitlopers van bovengenoemde cellen liggen in de nervus … (2).
1) …
2) …
5. Geef de juiste volgorde: In jouw onderzoek naar beenspieractiviteit plak je een elektrode
op de huid bij de m. rectus femoris gelegen aan de ventrale zijde van het bovenbeen. De
proefpersoon voelt dit.
Zet onderstaande zinnen in volgorde van tijd van activatie om neuroanatomisch te duiden
hoe de proefpersoon tot bewuste gewaarwording komt van jouw rustige aanraking op het
bovenbeen.
a. Een collateraal van de centrale tak van het neuron synapteert ipsilateraal op een
interneuron.
b. Het axon van het interneuron kruist de midline.
c. De ascenderende projectie verloopt dorsaal ipsilateraal.
d. Er is een synaps in de hersenstamkern
6. Kies de juiste uitspraken: Autonome motorneuronen liggen in een specifiek deel van het
ruggenmerg. Kruis 3 juiste uitspraken aan omtrent de ligging van autonome
motorneuronen.
In het laterale deel van lamina VI/VII in segment S3 bevinden zich preganglionaire
sympathische motorneuronen.
In het mediale deel van lamina VI/VII in segment S3 bevinden zich
preganglionaire sympathische motorneuronen.
In het mediale deel van lamina VI/VII in segment T10 bevinden zich
preganglionaire sympathische motorneuronen.
In het laterale deel van lamina VI/VII in segment T10 bevinden zich
preganglionaire parasympatische motorneuronen.
2