Markt & economie les 7 – Management – 24/04/2023
HOOFDSTUK 1: MANAGEN
1. Wat is management?
1.1. Management vs. Ondernemen
In de levenscyclus van een bedrijf moet vanaf
hoge groei er een manager opstaan die de boel organiseert
De ondernemer heeft dan 2 keuzes:
1. Verkopen en nieuw bedrijf starten
2. Aanblijven als founder/voorzitter en een nieuwe cyclus (tweede cyclus)
opstarten, waarbij een CEO het management op zich neemt
Ondernemers en managers met elkaar verbonden, zijn jing en jang => geen
zuivere scheiding, maar mindset is totaal anders
Voorbeeld van verkopende ondernemer: ELON MUSK
Zip2 en Paypal => verkocht
Tesla, Space X en Twitter => aan het uitbouwen
Wat is management?
Bedrijven willen economisch succesvol zijn
Gemeten door:
Winst
Cashflow
Reputatie
Marktaandeel
Rendement
=> Op een systematische wijze dit succes voorbereiden, bereiken, monitoren en
bijsturen
=> Waarbij ook anderen worden ingeschakeld: management
Getting things done with a group of people => samenwerken met anderen
1.2. Elementen van management
1
, Universeel karakter
= Management komt overal voor: van de grootste bedrijven tot het runnen
van een huishouden
Proceskarakter
= Plannen, organiseren, leiden en controleren (POLC)
Doelgericht karakter
= Management moet op efficiënte wijze resultaten behalen (doelmatig en
doeltreffend)
Efficiënt karakter
= Management werkt met beperkte middelen en moet hiermee het
maximaal mogelijke behalen
Menselijk karakter
= Management is mensen beter doen samenwerken
1.3. De vier vragen voor managers
1. Hoe gaan we om met doelstellingen?
SMART (Specific, Measurable, Acceptable, Realistic & Time-bound)
2. Hoe motiveren we onze medewerkers?
Extrinsiek (geld, vakantie, titel..) of intrinsiek (erkenning, zingeving…)
3. Hoe coördineren we onze activiteiten?
Vastgelegde procedures of informele methodes?
4. Hoe worden beslissingen genomen en schaarse middelen
toegekend?
Hiërarchisch of met collectieve verantwoordelijkheid?
2. De nood aan management
2.1. Kritiek op management
Management stuit op de vele kritieken:
Management is geen exacte wetenschap (Economie), maar veel
managers denken van wel => spanning tussen managementsmodellen en
de werkvloer waar ze worden geïmplenteerd
Corporate BS (bullshit): managers hanteren een angelsaksisch jargon dat
geen meerwaarde biedt te weinig begrepen wordt door de medewerkers
en de managers zelf => wrijving en lege communicatie
Veel managementslagen zijn overbezet of zelfs overbodig => geen
toegevoegde waarde, en te grote top-down controlezucht
=> Een manager moet een middel zijn, geen doel
=> Een goed manager maakt zichzelf overbodig
2.2. Het nut van management
2
, De wereld wordt steeds complexer en uitdagender:
Uitbreiding kennis
Uitbreiding specialisatie
Steeds coördinatie
Hogere en strengere normen
Strengere eisen
=> Dit vraagt een systematisch beheer
=> Management wordt steeds belangrijker
Het vermogen om complexiteit en specialisatie hanteerbaar te houden en
resultaten te boeken
3. De aard van management
3.1. Het managementsbrein
Ons brein heeft bepaalde zones die zich specialiseren in planning
=> ‘the executive brain’ (Goldberg) Kwetsbaar voor vermoeidheid, emotie en
stress
De twee grootste valkuilen: ego en libido
3.2. Wat doen managers?
Langdurig werken
60u per week is geen uitzondering
Afwisselend en versnipperd werken
Enorme afwisseling in de aard van het werk, wat een zekere
oppervlakkerheid meebrengt
Controle en specifieke activiteiten
Meestal gericht op dagdagelijkse problemen, niet op
langetermijnperspectief
Mondelinge communicatie
Actuele info is broodnodig en praten is dan efficiënter. ‘It’s mainly talk’ &
networking
Politicking
Valkuil: vooral bezig zijn met de eigen progressie
3.3. Inhoud van management
‘It’s mainly talk’
Grote delen van de tijd wordt besteed aan mondelinge communicatie:
meetings!
Hoe groter de organisatie hoe minder de manager inhoudelijk bezig is:
opgeletten voor vervreemding
Generalisten: steunen op kennis van anderen, adviezen afwegen en
beslissen
=> Managers moeten delegeren, monitoren en visie uitdragen: leider
=> Managers moeten niet denken in iemand anders zijn/haar plaats: baas
Je omringen met mensen die slimmer zijn dan u en deze laten samenwerken
3
HOOFDSTUK 1: MANAGEN
1. Wat is management?
1.1. Management vs. Ondernemen
In de levenscyclus van een bedrijf moet vanaf
hoge groei er een manager opstaan die de boel organiseert
De ondernemer heeft dan 2 keuzes:
1. Verkopen en nieuw bedrijf starten
2. Aanblijven als founder/voorzitter en een nieuwe cyclus (tweede cyclus)
opstarten, waarbij een CEO het management op zich neemt
Ondernemers en managers met elkaar verbonden, zijn jing en jang => geen
zuivere scheiding, maar mindset is totaal anders
Voorbeeld van verkopende ondernemer: ELON MUSK
Zip2 en Paypal => verkocht
Tesla, Space X en Twitter => aan het uitbouwen
Wat is management?
Bedrijven willen economisch succesvol zijn
Gemeten door:
Winst
Cashflow
Reputatie
Marktaandeel
Rendement
=> Op een systematische wijze dit succes voorbereiden, bereiken, monitoren en
bijsturen
=> Waarbij ook anderen worden ingeschakeld: management
Getting things done with a group of people => samenwerken met anderen
1.2. Elementen van management
1
, Universeel karakter
= Management komt overal voor: van de grootste bedrijven tot het runnen
van een huishouden
Proceskarakter
= Plannen, organiseren, leiden en controleren (POLC)
Doelgericht karakter
= Management moet op efficiënte wijze resultaten behalen (doelmatig en
doeltreffend)
Efficiënt karakter
= Management werkt met beperkte middelen en moet hiermee het
maximaal mogelijke behalen
Menselijk karakter
= Management is mensen beter doen samenwerken
1.3. De vier vragen voor managers
1. Hoe gaan we om met doelstellingen?
SMART (Specific, Measurable, Acceptable, Realistic & Time-bound)
2. Hoe motiveren we onze medewerkers?
Extrinsiek (geld, vakantie, titel..) of intrinsiek (erkenning, zingeving…)
3. Hoe coördineren we onze activiteiten?
Vastgelegde procedures of informele methodes?
4. Hoe worden beslissingen genomen en schaarse middelen
toegekend?
Hiërarchisch of met collectieve verantwoordelijkheid?
2. De nood aan management
2.1. Kritiek op management
Management stuit op de vele kritieken:
Management is geen exacte wetenschap (Economie), maar veel
managers denken van wel => spanning tussen managementsmodellen en
de werkvloer waar ze worden geïmplenteerd
Corporate BS (bullshit): managers hanteren een angelsaksisch jargon dat
geen meerwaarde biedt te weinig begrepen wordt door de medewerkers
en de managers zelf => wrijving en lege communicatie
Veel managementslagen zijn overbezet of zelfs overbodig => geen
toegevoegde waarde, en te grote top-down controlezucht
=> Een manager moet een middel zijn, geen doel
=> Een goed manager maakt zichzelf overbodig
2.2. Het nut van management
2
, De wereld wordt steeds complexer en uitdagender:
Uitbreiding kennis
Uitbreiding specialisatie
Steeds coördinatie
Hogere en strengere normen
Strengere eisen
=> Dit vraagt een systematisch beheer
=> Management wordt steeds belangrijker
Het vermogen om complexiteit en specialisatie hanteerbaar te houden en
resultaten te boeken
3. De aard van management
3.1. Het managementsbrein
Ons brein heeft bepaalde zones die zich specialiseren in planning
=> ‘the executive brain’ (Goldberg) Kwetsbaar voor vermoeidheid, emotie en
stress
De twee grootste valkuilen: ego en libido
3.2. Wat doen managers?
Langdurig werken
60u per week is geen uitzondering
Afwisselend en versnipperd werken
Enorme afwisseling in de aard van het werk, wat een zekere
oppervlakkerheid meebrengt
Controle en specifieke activiteiten
Meestal gericht op dagdagelijkse problemen, niet op
langetermijnperspectief
Mondelinge communicatie
Actuele info is broodnodig en praten is dan efficiënter. ‘It’s mainly talk’ &
networking
Politicking
Valkuil: vooral bezig zijn met de eigen progressie
3.3. Inhoud van management
‘It’s mainly talk’
Grote delen van de tijd wordt besteed aan mondelinge communicatie:
meetings!
Hoe groter de organisatie hoe minder de manager inhoudelijk bezig is:
opgeletten voor vervreemding
Generalisten: steunen op kennis van anderen, adviezen afwegen en
beslissen
=> Managers moeten delegeren, monitoren en visie uitdragen: leider
=> Managers moeten niet denken in iemand anders zijn/haar plaats: baas
Je omringen met mensen die slimmer zijn dan u en deze laten samenwerken
3
