ORTHOPEDAGOGIEK
In dit document staan 57 multiple choice vragen die gaan over de stof van het vak ‘behandeling: interventies binnen de
orthopedagogiek’.
Aan het eind van het document staat een antwoordblad waarin alle antwoorden uitgewerkt zijn.
Voorbeeldvragen:
Een hondje heeft geleerd dat als er 3 voorwerpen voor zijn neus liggen, dat hij dan altijd zijn poot op het grootste voorwerp moet
leggen. Waarvan is hier sprake?
a. Relatieve stimuluscontrole
b. Absolute stimuluscontrole
c. Stimulus generalisatie
d. Establishing operation
Welke stelling(en) is (zijn) juist?
a. De SD is een signaal dat je vertelt wat je moet doen om te krijgen wat je al wilt.
b. Motivatie is een signaal dat ervoor zorgt dat je iets wilt en je vertelt wat je moet doen om het te krijgen.
c. Zowel a als b is juist
d. Zowel a als b is onjuist