De kandidaat beschrijft de begrippen ruime en krappe arbeidsmarkt:
Ruime: De vraag naar arbeid kleiner is dan het aanbod van arbeid→ weinig vacatures, veel
werkloosheid.
Krappe: Meer vraag naar arbeid dan aanbod→ veel werk- gelegenheid, goed voor
werkzoekende.
De kandidaat beschrijft de begrippen hoogconjunctuur en laagconjunctuur:
Hoog: periodes van sterke groei van de economie
Laag: periodes van tragere negatieve groei (crisis) van de economie
De kandidaat beschrijft de begrippen kwantitatieve of kwalitatieve discrepantie op de
arbeidsmarkt:
Kwantitatieve en kwalitatieve discrepantie:
Kwantitatieve: Wanneer vraag en aanbod getalsmatig niet op elkaar aansluit
Kwalitatieve: Er is vraag en aanbod, maar niet waarnaar gevraagd wordt.
De kandidaat beschrijft de verschillende soorten werkloosheid (frictie-, seizoens-,
kwalitatieve structuur-, kwantitatieve structuur-, conjunctuurwerkloosheid):
Frictiewerkloosheid: Werkloosheid die ontstaat bij het zoeken of het wisselen van een baan.
Oorzaak: lange sollicitatieprocedures en moeizame informatievoorziening
Hoe ontstaat frictiewerkloosheid: Door de tijd die het vergt om na ontslag een nieuwe baan
te vinden.
Seizoenswerkloosheid: Werkloosheid van tijdelijke aard, veroorzaakt doordat er tijdens
bepaalde seizoenen (in Nederland meestal in de winter) in een sector geen / minder werk is.
• In de winter is er minder werk in de toerisme industrie
• In de winter zijn de meeste pretparken gesloten
• In de winter liggen bouwwerkzaamheden vaak stil
Kwalitatieve structuur:
Kwalitatieve structurele werkloosheid:
Kwaliteit= ‘opleiding’ werkzoekenden
De werkzoekenden beschikken niet over de juiste kwaliteiten om te kunnen voldoen aan
vacatures die er zijn
Met andere woorden: Vraag en aanbood op de arbeidsmarkt sluiten niet goed op elkaar aan
, Kwantitatieve structuur:
• Kwantiteit= Hoeveelheid
• Er zijn (zelfs bij volledig bezetting/ maximale productie) onvoldoende arbeidsplaatsen
om iedereen een ban te verschaffen
• Vervanging van arbeid door kapitaal (mechanisering/ automatisering)
• Verbeterde productiemethoden (hogere arbeidsproductiviteit)
• Verplaatsing van productie naar het buitenland
Conjuncturele werkloosheid
• Conjunctuur = Economische groei
• Conjuncturele werkloosheid= Werkloosheid die ontstaan door onderbesteding -> ontstaat
als het slechter gaat met de economie (laagconjunctuur)
• * Afbeelding bladzijde 53
• Hoogconjunctuur: Hoog bestedingsniveau, oplopende inflatie veel uitzenduren, stijging van
rente, toename productiecapaciteit en veel investeringen.
• Laagconjunctuur: Afnemende bestedingen, toenemende werkloosheid, geringe
consumentenvertrouwen, dalende rente en weinig werkgelegenheid
De kandidaat noemt de verplichtingen van de werkgever en/of de werknemer m.b.t. het
ziekteverzuim (stappen en termijnen Wet verbetering poortwachter).:
• Om het aantal werknemers dat langdurig ziek (max 2 jaar) is terug te dringen, is de Wet
verbetering poortwachter (participatiewet) ingesteld.
• Zorgplicht van de werkgever is max 2 jaar
Verplichtingen: (vanuit participatiewet)
• Werkgevers en werknemers hebben een aantal verplichtingen, die al beginnen in de
eerste week van de ziekmelding
• Bladzijde 32 en 33 boekje kleine Gids (komt op examen)
Ruime: De vraag naar arbeid kleiner is dan het aanbod van arbeid→ weinig vacatures, veel
werkloosheid.
Krappe: Meer vraag naar arbeid dan aanbod→ veel werk- gelegenheid, goed voor
werkzoekende.
De kandidaat beschrijft de begrippen hoogconjunctuur en laagconjunctuur:
Hoog: periodes van sterke groei van de economie
Laag: periodes van tragere negatieve groei (crisis) van de economie
De kandidaat beschrijft de begrippen kwantitatieve of kwalitatieve discrepantie op de
arbeidsmarkt:
Kwantitatieve en kwalitatieve discrepantie:
Kwantitatieve: Wanneer vraag en aanbod getalsmatig niet op elkaar aansluit
Kwalitatieve: Er is vraag en aanbod, maar niet waarnaar gevraagd wordt.
De kandidaat beschrijft de verschillende soorten werkloosheid (frictie-, seizoens-,
kwalitatieve structuur-, kwantitatieve structuur-, conjunctuurwerkloosheid):
Frictiewerkloosheid: Werkloosheid die ontstaat bij het zoeken of het wisselen van een baan.
Oorzaak: lange sollicitatieprocedures en moeizame informatievoorziening
Hoe ontstaat frictiewerkloosheid: Door de tijd die het vergt om na ontslag een nieuwe baan
te vinden.
Seizoenswerkloosheid: Werkloosheid van tijdelijke aard, veroorzaakt doordat er tijdens
bepaalde seizoenen (in Nederland meestal in de winter) in een sector geen / minder werk is.
• In de winter is er minder werk in de toerisme industrie
• In de winter zijn de meeste pretparken gesloten
• In de winter liggen bouwwerkzaamheden vaak stil
Kwalitatieve structuur:
Kwalitatieve structurele werkloosheid:
Kwaliteit= ‘opleiding’ werkzoekenden
De werkzoekenden beschikken niet over de juiste kwaliteiten om te kunnen voldoen aan
vacatures die er zijn
Met andere woorden: Vraag en aanbood op de arbeidsmarkt sluiten niet goed op elkaar aan
, Kwantitatieve structuur:
• Kwantiteit= Hoeveelheid
• Er zijn (zelfs bij volledig bezetting/ maximale productie) onvoldoende arbeidsplaatsen
om iedereen een ban te verschaffen
• Vervanging van arbeid door kapitaal (mechanisering/ automatisering)
• Verbeterde productiemethoden (hogere arbeidsproductiviteit)
• Verplaatsing van productie naar het buitenland
Conjuncturele werkloosheid
• Conjunctuur = Economische groei
• Conjuncturele werkloosheid= Werkloosheid die ontstaan door onderbesteding -> ontstaat
als het slechter gaat met de economie (laagconjunctuur)
• * Afbeelding bladzijde 53
• Hoogconjunctuur: Hoog bestedingsniveau, oplopende inflatie veel uitzenduren, stijging van
rente, toename productiecapaciteit en veel investeringen.
• Laagconjunctuur: Afnemende bestedingen, toenemende werkloosheid, geringe
consumentenvertrouwen, dalende rente en weinig werkgelegenheid
De kandidaat noemt de verplichtingen van de werkgever en/of de werknemer m.b.t. het
ziekteverzuim (stappen en termijnen Wet verbetering poortwachter).:
• Om het aantal werknemers dat langdurig ziek (max 2 jaar) is terug te dringen, is de Wet
verbetering poortwachter (participatiewet) ingesteld.
• Zorgplicht van de werkgever is max 2 jaar
Verplichtingen: (vanuit participatiewet)
• Werkgevers en werknemers hebben een aantal verplichtingen, die al beginnen in de
eerste week van de ziekmelding
• Bladzijde 32 en 33 boekje kleine Gids (komt op examen)