Surplussen
Het consumentensurplus geeft het verschil tussen de betalingsbereidheid en de prijs
die daadwerkelijk betaald moet worden. Het is dus dat wat je minder betaalt dan wat
je er voor over had.
Het producentensurplus is het verschil tussen de leveringsbereidheid en de prijs die
de producent daadwerkelijk ontvangt. Het is dus dat wat producenten meer krijgen
dan wat ze er minimaal voor zouden willen krijgen.
Surplussen zijn een manier om, de verdeling van, welvaart aan te tonen. Hoe groter
het surplus, hoe hoger de welvaart in enge zin (behoeftebevrediging met de
koopkracht (reëel inkomen)). Hoe groter het surplus, hoe efficiënter/doelmatiger de
markt.
De optimale efficiëntie van de markt is bereikt wanneer één persoon zijn resultaat
niet kan verbeteren zonder dat dit ten koste gaat van het totale resultaat.
Bij een prijs van €30 kunnen consumenten hun surplus nog verhogen ten koste van de
producenten door de marktprijs te verlagen. Als producenten kun prijs verlagen naar
€25 is er nog steeds geen sprake van pareto-efficiëntie omdat het totale resultaat niet
optimaal is. Als de driehoek helemaal vol is, is er pas sprake van pareto-efficiëntie.
De minimale leveringsbereidheid van producenten is afhankelijk van de marginale
kosten. Producenten zullen pas aanbieden vanaf de mk-lijn of als hun prijzen hoger
(of gelijk) zijn aan de marginale kosten (de extra kosten van het maken van één extra
product).
Formules omschrijven
Bepaal de GO (P) formule Bepaal de MK formule
Gegeven: QV=2000-50P. Gegeven: QA=0,2P-20
50P=2000-Q -0,2P=-20-Q
P=100+5Q → MK=100+5Q
P=40-0,02Q → GO=40-0,02Q
Er wordt pas aangeboden als de verkoopprijs hoger of
gelijk aan de marginale kosten is.
, Overheidsingrijpen
Minimum en maximumprijs
Als de overheid ingrijpt met een minimum of maximum prijs, heeft dat altijd
welvaartsverlies als gevolg. Hierbij neemt het surplus van de ene partij af en het
surplus van de andere partij toe. Overheidsingrijpen brengt de markt uit balans. Een
vastgestelde minimumprijs (meestal hoger dan het marktevenwicht) is voordelig voor
producenten. Een vastgestelde maximumprijs (meestal lager dan het
marktevenwicht) is voordelig voor consumenten.
Als de overheid een minimumprijs instelt blijven producenten met hun producten
zitten, er is dus sprake van een overschot. De overheid kan dan dat overschot
opkopen waardoor er een heel groot producentensurplus ontstaat.
De rechthoek tussen 200 en 400 zijn de opkoopkosten voor de overheid.
De overheid kan ook een maximumprijs instellen, deze is vaak lager dan de initiële
marktprijs. Dit is dus een positieve maatregel voor consumenten, want deze krijgen
een groter surplus. Producenten krijgen hierdoor een lager surplus.
Het consumentensurplus geeft het verschil tussen de betalingsbereidheid en de prijs
die daadwerkelijk betaald moet worden. Het is dus dat wat je minder betaalt dan wat
je er voor over had.
Het producentensurplus is het verschil tussen de leveringsbereidheid en de prijs die
de producent daadwerkelijk ontvangt. Het is dus dat wat producenten meer krijgen
dan wat ze er minimaal voor zouden willen krijgen.
Surplussen zijn een manier om, de verdeling van, welvaart aan te tonen. Hoe groter
het surplus, hoe hoger de welvaart in enge zin (behoeftebevrediging met de
koopkracht (reëel inkomen)). Hoe groter het surplus, hoe efficiënter/doelmatiger de
markt.
De optimale efficiëntie van de markt is bereikt wanneer één persoon zijn resultaat
niet kan verbeteren zonder dat dit ten koste gaat van het totale resultaat.
Bij een prijs van €30 kunnen consumenten hun surplus nog verhogen ten koste van de
producenten door de marktprijs te verlagen. Als producenten kun prijs verlagen naar
€25 is er nog steeds geen sprake van pareto-efficiëntie omdat het totale resultaat niet
optimaal is. Als de driehoek helemaal vol is, is er pas sprake van pareto-efficiëntie.
De minimale leveringsbereidheid van producenten is afhankelijk van de marginale
kosten. Producenten zullen pas aanbieden vanaf de mk-lijn of als hun prijzen hoger
(of gelijk) zijn aan de marginale kosten (de extra kosten van het maken van één extra
product).
Formules omschrijven
Bepaal de GO (P) formule Bepaal de MK formule
Gegeven: QV=2000-50P. Gegeven: QA=0,2P-20
50P=2000-Q -0,2P=-20-Q
P=100+5Q → MK=100+5Q
P=40-0,02Q → GO=40-0,02Q
Er wordt pas aangeboden als de verkoopprijs hoger of
gelijk aan de marginale kosten is.
, Overheidsingrijpen
Minimum en maximumprijs
Als de overheid ingrijpt met een minimum of maximum prijs, heeft dat altijd
welvaartsverlies als gevolg. Hierbij neemt het surplus van de ene partij af en het
surplus van de andere partij toe. Overheidsingrijpen brengt de markt uit balans. Een
vastgestelde minimumprijs (meestal hoger dan het marktevenwicht) is voordelig voor
producenten. Een vastgestelde maximumprijs (meestal lager dan het
marktevenwicht) is voordelig voor consumenten.
Als de overheid een minimumprijs instelt blijven producenten met hun producten
zitten, er is dus sprake van een overschot. De overheid kan dan dat overschot
opkopen waardoor er een heel groot producentensurplus ontstaat.
De rechthoek tussen 200 en 400 zijn de opkoopkosten voor de overheid.
De overheid kan ook een maximumprijs instellen, deze is vaak lager dan de initiële
marktprijs. Dit is dus een positieve maatregel voor consumenten, want deze krijgen
een groter surplus. Producenten krijgen hierdoor een lager surplus.