Binnenvaartsmarifoon: luisteren en spreken
zeevaartsmarifoon: gescrhreven berichten verzenden (DSC)> niet toegestaan op
binnenwateren.
Squelch knop: beperken van ruis> drempelhoogte waardoor signalen worden doorgelaten
high-low power knop: zendvermogen regelen > bij binnenwateren niet toegestaan om dit
handmatig af te stellen.
- TX transmitted message: verzonden bericht
- RX received message: ontvangen bericht
max vermogen marifoon: 25 watt
gereduceerd zendvermogen: 0,5 tot 1 watt
draagbare marifoon: UHF
- als het volume te hoog staat, kan de marifoon gaan rondzingen
- dual watch: twee kanalen tegelijk uitluisteren: niet toegestaan (op binnenwateren)
- power: dit is de knop om handmatig op hoog of laag zendvermogen uit te zenden. (alleen bij
zeemarifoon). > normal wordt dit zendvermogen automatisch geregeld door de instellingen
van high/low power.
- low power: 0,5 tot 1 watt (gereduceerd zendvermogen)
- toegestane zendvermogen bruggen en sluisen: min 0,5/max 1 watt
- high power: 25 watt
- niet gereduceerd zendvermogen: tussen 6 en 25 watt
- scrambler: gespoken taal verbergen met bliepjes (enkel op aangewezen scrambler kanelen).
(verboden op 16,17 en 77).
1.1.2 Portofoon
- (GMDSS) VHF portofoon (binnenvaartsportofoon)> mag alleen als er ook een vaste VHF
installatie aanwezig is. (tenzij open boot)
- functies zoals dual watch en hoog-laag vermogen moeten uitgeschakeld zijn
- scanning: de marifoon zoekt naar actieve zenders
- scanning knop: deze functie moet uitgeschakeld zijn (zowel op de marifoon als portofoon)
- de gevoeligheid van de scanning wordt geregeld met de squelch knop
- het bereik van een portofoon is kleiner dan marifoon
- UHF- portofoon: alleen voor onderlinge communictie op een groot schip
- alle zendapparatuur moet worden geregistreerd bij agentschap telecom
- de enige manier om het zendbereik te verhogen is om op grotere hoogte te gaan staan
1.1.3 Antenne en antennekabel
- rondstralend (verticaal polariserend) > moet rechtop staan, +/- 1m lang
- VHF zend uit op een frequentie tussen 156 en 162,625 MHZ (megahertz)
- antenne korter dan 1m?: mindere kwaliteit
- wat gebeurt er als een ander schip een andere vorm antenne heeft? : zwakkere
radiosignalen
- hoogte antenne binnenwateren: max 12 m (op zee geldt dit niet)
- connectoren: waterdichte aansluiting van de kabel en verbindingsstukken. (is dit niet goed
, dan wordt het zendbereik gereduceerd.
- coaxkabel: kabel van de antenne> hij moet de juiste weerstand hebben.
(koper>isolatie>metalen kous> isolatie. 50 ohm is de juiste (impedantie)
- de antenne> 4 m verwijderd van metalen die hoger zijn
- andere antennes, zoals AIS niet vlakbij of op gelijke hoogte plaatsen (ander wordt de
ontvangst verstoord of geblokkeerd)
1.2.2. Radiogolven
- Een radiogolf is een elektromagnetische trilling
- Frequentie: het aantal trillingen per seconde (hz)
- Propagatie: de wijze waarop radiogolven zich voortbewegen (lang of kort)
- Lange radiogolven: volgen het aardoppervlak (ronding van de aarde)
- Korte radiogolven: rechtlijnig (VHF+UHF)
- Ionensfeer: bovenste luchtlaag (sommige korte radiogolven worden hierdoor gereflecteerd,
niet VHF)
- Zendbereik VHF = afhankelijk van hoogte (antennes moeten elkaar kunnen zien)
- Max zendbereik = ongeveer 20 mijl
- Radiosignaal = snel
- Het zendbereik wordt beperkt door de kromming van de aarde
1.3.1 Accu
- marifonie examen: men gaat ervan uit dat je een accu met accuzuur gebruikt. > zuur heet elektrolyt
- accubaterijen: in een goed geventileerde ruimte: anders kan er een explosie ontstaan bij het kleinste
vonkje
- knalgas: ontstaat bij het laden = vlambaar
- nooit met een lucifer in de buurt van de accu
- bijvullen van cellen doe je met gedestilleerd water
- te lage voedingsspanning: zendvermogen marifoon afnemen
- sulfateren: basically, je maakt je batterij kapot doordat je hem te lang laat staan (ze zijn te lang
ontladen)> accu regelmatig opladen in winterperiode!
- meten van de ladingstoestand: met een voltmeter (met flinke belasting)
- gemiddelde rendement van loodaccubatterij = 75%> neemt af in winter
- volledig geladen: zuurweger wordt omhoog geduwd (hoge soortgelijke massa)
- volledig ontladen: zuurweger zakt omlaag (lage soortgelijke massa)
1.3.2 Stroom
- spanning: volt
- er moet een spanningsverschil zijn (hoe groter het verschil, hoe groter de sterkte)
- stroomsterkte: ampere (A)
- weerstand: ohm (hoeveelheid stroom die een kabel aankan)
- capaciteit: ampere x uren (ah): hoeveelheid stroom per uur kan worden aangeleverd
- polariteit: positieve en negatieve pool (+ op plus en – op min)
- kabel verkeerd aansluiten: er gebeurt niks of de smeltbeveiliging smelt door
- smeltveiliging: wanneer de stroomsterkte te groot is smelt hij door. (daarna is het stroomkring
verbroken): de smeltveiliging kan bv 6 A hebben. (kan ook voorkomen dat het draadje te weinig
ampere aankan)
,- snelle zekeringen: beginnen met een f
- trage zekeringen: beginnen met een t.
1.4.1 simplex, duplex en semi-duplex
- simplex: verbinding waarbij je alleen kan luisteren of spreken. (spreken alleen als je de PTT-knop
indrukt) (schipverkeer)
- duplex: je kan tegelijk luisteren en praten (walstation)> constant de PTT-knop indrukken
- schepen maken enkel gebruik van simplex!
- semiduplex: verbinding tussen beide schepen loopt tussen een duplex VHF-kanaal aan wal
(relaywalstation)> twee schepen met simplex kunnen dan duplex communiceren
- de schepen moeten in bereik zijn van het relaywalstation
- semi-duplex: het relaystation zend jouw bericht alleen uit naar andere schepen als je hier afspraken
over hebt gemaakt.
- PTT-knop moet niet contant worden ingedrukt! Bij semi-duplex
- Waarom wil je perse gebruikmaken van een semi-duplexkanaal?
- kanaal = frequentie of goldlengte
- simplexkanalen: 1 frequentie > (de meeste kanalen, zoals 10,16,77)
- duplexkanalen: 2 frequenties : zenden + ontvangen
- het is natuurlijk niet toegestaan om de marifoon als babyfoon te gebruiken en om constant te
blijven zenden.
1.5.1 werking AIS
- AIS: navigatie voor op het water > werkt op basis van GPS en DSC; berichten versturen
- AIS: DSC-module send locatie naar centraal punt> centraal punt ontvangt berichten van andere
boten en zend het totaalplaatje terug met alle boten in de omgeving met AIS. (heb je geen AIS, dan
ben je ook niet zichtbaar)
- DSC: digital selective calling
- identificatie bij AIS: er wordt een MMSI meegestuurd (dit is een soort identificatienummer van je
schip)
- de meeste grote beroepsvaartschepen moeten een AIS apparaat aan boord hebben
- AIS is niet verplicht voor kleine schepen (maar als je er een hebt, moet je ook een marifoon hebben)
- in het geheugen van de AIS worden statische en dynamische gegevens ingevoerd
- statische gegevens: mogen niet veranderd worden (lengte, type, nummer)
- dynamische gegevens: mogen veranderd worden (bestemming, ETA, lading)
- AIS-signaal wordt door de VHF -frequentie uitgezonden.
- hoe vaak het signaal wordt uitgezonden is afhankelijk van de snelheid, hoe sneller je vaart hoe
vaker.
- je kan korte berichten zenden en ontvangen via de AIS module
- AIS installatie op je schip moet worden geregistreerd (een gewone radar hoeft dit niet)
1.6.1 identificatie scheepsnaam, roepnaam, ATIS en MMSI
- ROEPNAAM= niet hetzelfde als de naam die aan een schip wordt gegeven; dit is een code.
- zeeschepen: 4 letters
- binnenvaartsschepen en jachten: 2 letters en 4 cijfers
, - alle nederlandse roepnamen beginnen met de letter p (pays-bas)
- de roepnaamcode wordt toegewezen door de international telecommunications union (ITU)
- je moet je altijd identificeren met je roepnaam
- ATIS: automatic transmitter identification system. Dit bevat digitale informatie (onder andere
roepnaam. Het ATIS-signaal wordt met de marifoon automatisch aan het einde van de zending
verzonden. (of iedere 5 min, bij continu inhouden PTT-knop)
- MMSI, ook een soort code die door de AIS wordt meegezonden. Deze wordt samen met de DSC
uitzsending meegezonden
- MMSI-nummer: MID nummer (3 cijfers) + 6 cijfers
- MID-nummer van NL= 244,245,246
- met behulp van het MID-nummer kan je de nationaliteit vaststellen
- AAIC: de betaalcode voor internationale betalingen; NL = NL01
- agentschep telefom: verstrekt de roepnaam, ATIS, MMSI nummer.
- ATIS> marifoon
- MMSI: AIS, via een DCS uitzending (maritime mobile service identity)
3c.b… > marifoon heeft niks te maken met MMSI nummer! Dit is AIS !
2.1.1 Doelstelling en geheimhouding
- hoofddoel marifoon: verhogen van de veiligheid in het algemeen > mensen
- nevendoelen (3)
1, deelname aan openbaar radioverkeer
2, sociaal verkeer
3, contact opnemen met jachthaven
Geheimhouding: als je berichten ontvangt die niet voor je eigen schip bestemd zijn, mag je deze voor
geen enkel doel gebruiken. En niet doorgeven
- de geheimhoudingsplicht geldt voor iedereen aan boord
- de handtekening op het certificaat geldt als een akkoord voor de geheimhouding
2.1.2 Wet- en regelgeving
Internationaal
- international telecommunication union (ITU): regelt al het radioverkeer en de frequentieverdeling
- de ITU stelt ook de MID-nummers en de beginletters van de roepnaam op
- alle ITU afspraken zijn vastgelegd in het RR: radioreglement
- enkele regels: voor bedienen van radiozendapparaat moet je een certificaat hebben
- de maritieme zendapparatuur moet geregistreerd worden.
- regeling betreffende de radiocommunicatiedienst op de binnenwateren (dit zijn andere regelingen
naast de RR)
- RR = radioreglement
- deze regeling zegt het volgende:
- intraschipverkeer (portofooncommunicatie op een schip); is niet toegestaan op een plezierjacht
korter dan 20m
- antenne> 4m verwijderd van alle metalen die hoger dan de antenne zijn
- hoogste punt van de antenne niet hoger dan 12m boven de waterlijn op de binnenwateren