Sociologie: semester I
1. Inleiding
1.1 Wat is sociologie?
Eenvoudig gesteld kunnen we sociologie omschrijven als ‘samenlevingskunde’ of ook ‘de
studie van het sociaal handelen’.
Men gaat hierin op zoek naar de regelmatigheden in het sociale leven en tracht men deze op
een wetenschappelijke manier te beschrijven en te verklaren.
Samenleving = geheel van sociale relaties waarvan we deel uit maken.
Dit komt neer op de maatschappelijke organisatie van België sinds het begin van de 21ste eeuw
(o.a. bepaald door de industrialisatie in de 19de eeuw)
a) Sociologie is een wetenschap
Een socioloog doet uitspraken over de samenleving enkel en alleen op basis van door
onderzoek vastgestelde feiten. Sociologen meten, observeren, analyseren en verklaren. Er
wordt gezocht naar wetmatigheden en naar algemene verklaringen voor wat men
waarneemt.
b) De sociologie bestudeert het sociaal handelen
Sociaal handelen = ieder handelen met een zinvolle betrokkenheid op andere mensen. Ook
ruzie is een vorm van sociaal handelen (men houdt dan rekening met het gedrag van anderen.)
Handelen = wordt gekenmerkt door een gerichtheid op een object. Het heeft dus als finaliteit
altijd een realisatie van een doel.
4 types in het sociaal handelen (door Max Weber) :
1) Doelrationeel handelen (of instrumenteel handelen)
= handelen dat gericht is op het rationeel verwezenlijken van weloverwogen doelstellingen.
Doelstellingen, middelen en neveneffecten worden tegenover elkaar afgewogen.
2). Waarderationeel handelen
= handelen dat bepaald is door een overtuiging dat dit handelen een betekenis heeft,
onafhankelijk van het resultaat van het handelen. Men laat zich leiden door zijn morele of
religieuze normen en/of waarden.
bvb/ terroristen bij 09/11
3). Affectief of emotioneel handelen
= handelen dat gestuurd wordt door emoties of gevoelens. Meestal gaat het om een
instinctieve, zintuiglijke of passionele toestand. Dit is ook aan regels onderhevig (andere
beleving van emoties bij verschillende culturen)
4). Traditioneel handelen
=quasi-automatisch handelen aan de hand van gewoonten en tradities.
c) Een sociale wetenschap met een eigen invalshoek
1. Inleiding
1.1 Wat is sociologie?
Eenvoudig gesteld kunnen we sociologie omschrijven als ‘samenlevingskunde’ of ook ‘de
studie van het sociaal handelen’.
Men gaat hierin op zoek naar de regelmatigheden in het sociale leven en tracht men deze op
een wetenschappelijke manier te beschrijven en te verklaren.
Samenleving = geheel van sociale relaties waarvan we deel uit maken.
Dit komt neer op de maatschappelijke organisatie van België sinds het begin van de 21ste eeuw
(o.a. bepaald door de industrialisatie in de 19de eeuw)
a) Sociologie is een wetenschap
Een socioloog doet uitspraken over de samenleving enkel en alleen op basis van door
onderzoek vastgestelde feiten. Sociologen meten, observeren, analyseren en verklaren. Er
wordt gezocht naar wetmatigheden en naar algemene verklaringen voor wat men
waarneemt.
b) De sociologie bestudeert het sociaal handelen
Sociaal handelen = ieder handelen met een zinvolle betrokkenheid op andere mensen. Ook
ruzie is een vorm van sociaal handelen (men houdt dan rekening met het gedrag van anderen.)
Handelen = wordt gekenmerkt door een gerichtheid op een object. Het heeft dus als finaliteit
altijd een realisatie van een doel.
4 types in het sociaal handelen (door Max Weber) :
1) Doelrationeel handelen (of instrumenteel handelen)
= handelen dat gericht is op het rationeel verwezenlijken van weloverwogen doelstellingen.
Doelstellingen, middelen en neveneffecten worden tegenover elkaar afgewogen.
2). Waarderationeel handelen
= handelen dat bepaald is door een overtuiging dat dit handelen een betekenis heeft,
onafhankelijk van het resultaat van het handelen. Men laat zich leiden door zijn morele of
religieuze normen en/of waarden.
bvb/ terroristen bij 09/11
3). Affectief of emotioneel handelen
= handelen dat gestuurd wordt door emoties of gevoelens. Meestal gaat het om een
instinctieve, zintuiglijke of passionele toestand. Dit is ook aan regels onderhevig (andere
beleving van emoties bij verschillende culturen)
4). Traditioneel handelen
=quasi-automatisch handelen aan de hand van gewoonten en tradities.
c) Een sociale wetenschap met een eigen invalshoek