Kritisch denken
Hoorcollege 1
Wat is kritisch denken?
• Kritisch denken betekent dat je redeneert en reflecteert voordat je een
standpunt inneemt of een besluit neemt hoe te handelen en dat je kunt
verklaren waarop dat standpunt/besluit is gebaseerd.
• Doelgerichte activiteit:
– Je levert ergens bewijs voor
– Je neemt een beslissing
– Je lost een probleem op
– Je neemt een standpunt in
• Zelfregulatie
– Je onderzoekt – zonder uitdrukkelijk aangespoord te worden – je eigen
denkproces
– Je corrigeert zo nodig je beslissing, opvatting
• Type-1-denken
– Automatische piloot
– Basisreactie, vaak nuttig
• Type-2-denken
– Rationeel proces, verloopt stap voor stap
– Redeneerregels en redeneerstrategieën gebruiken
• Vaardigheden
– Interpreteren: categoriseren en decoderen van informatie
– Analyseren: onderzoeken, argumenten detecteren en analyseren
– Evalueren: toetsen van argumenten, denkvalkuilen
– Concluderen: alternatieven? , trekken van conclusies
– Verklaren: vermelden resultaten, presenteren argumenten
– Zelfregulatie: zelfonderzoek, zelfreflectie
Houding:
– Nieuwsgierig ten aanzien van een breed scala van onderwerpen
– Behoefte om in het algemeen goed geïnformeerd te zijn en te blijven
– Alert op de mogelijkheden om kritisch denken toe te passen
Hoorcollege 1
Wat is kritisch denken?
• Kritisch denken betekent dat je redeneert en reflecteert voordat je een
standpunt inneemt of een besluit neemt hoe te handelen en dat je kunt
verklaren waarop dat standpunt/besluit is gebaseerd.
• Doelgerichte activiteit:
– Je levert ergens bewijs voor
– Je neemt een beslissing
– Je lost een probleem op
– Je neemt een standpunt in
• Zelfregulatie
– Je onderzoekt – zonder uitdrukkelijk aangespoord te worden – je eigen
denkproces
– Je corrigeert zo nodig je beslissing, opvatting
• Type-1-denken
– Automatische piloot
– Basisreactie, vaak nuttig
• Type-2-denken
– Rationeel proces, verloopt stap voor stap
– Redeneerregels en redeneerstrategieën gebruiken
• Vaardigheden
– Interpreteren: categoriseren en decoderen van informatie
– Analyseren: onderzoeken, argumenten detecteren en analyseren
– Evalueren: toetsen van argumenten, denkvalkuilen
– Concluderen: alternatieven? , trekken van conclusies
– Verklaren: vermelden resultaten, presenteren argumenten
– Zelfregulatie: zelfonderzoek, zelfreflectie
Houding:
– Nieuwsgierig ten aanzien van een breed scala van onderwerpen
– Behoefte om in het algemeen goed geïnformeerd te zijn en te blijven
– Alert op de mogelijkheden om kritisch denken toe te passen