Hoorcollege 12 Rechtsfilosofie B
De EU tussen integratie en desintegratie
De titel is relevant vooral nu, gezien wat we meemaken met en in de EU. We maken een
proces mee van integratie van enorme snelheid, denk aan alle stappen die worden genomen
om het proces van integratie te bevorderen. Hierbij kun je denken aan banken-Unie en ze
denken ook aan een fiscale-Unie. Ook maken we desintegratie heen, denk aan de
moeilijkheden die lidstaten ondervinden om een gemeenschappelijk beleid te vinden voor de
immigratie, denk aan Braxit. Dat is het thema van vandaag.
Overzicht
1. Samenvatting week 11
2. Woord vooraf
3. De ‘Poolse loodgieter’
4. De financiële crisis
5. De EU en immigratie
6. Turkije en de uitbreiding van de EU
1. Samenvatting week 11:
Wat ik geprobeerd heb aannemelijk te maken vanaf hoorcollege 1 is dat in de kern de vraag
naar het Europese karakter, en de vraag naar het Unie karakter van de EU te maken heeft
met de problematiek van politieke representatie. Dat werd bijzonder overzichtelijk bij het
Maastricht-arrest van het BverfG. In de kern is het bezwaar van het BVerfG: dat al is de EU
een rechtsgemeenschap of economische gemeenschap, zij is onmogelijk een politieke
gemeenschap vanwege het feit dat er geen Europees volk is dat te vertegenwoordigen valt.
Dus vanaf het begin heb ik geprobeerd aannemelijk te maken dat de vraag naar het Europese
karakter en het Unie karakter van de EU intern verbonden zijn met de problematiek van
politieke representatie. Ten principale is deze cursus de vraag: wat is nu politieke representatie
en welke rol speelt zij bij het ontstaan bij zoiets als een autonome rechtsorde, zoals de EU
zegt te zijn.
De herijking van politieke representatie helpt een pseudoprobleem uit de wereld: het al dan
niet politieke karakter van de EU.
In de kern is het dus een poging om wat ik heb genoemd de ‘standaardopvatting van politieke
representatie’ te herijken. En dat probeer ik te doen om een pseudoprobleem uit de wereld te
helpen. Mijn stelling is in feite dat het al dan niet politieke karakter van de EU een
pseudoprobleem, een non-problem.
De alternatieve visie op politieke representatie ruimt namelijk een aantal hardnekkige
vooronderstellingen op die bepalend zijn voor het debat over Europese integratie.
Om dat inzichtelijk te maken heb ik geprobeerd een aantal tamelijk hardnekkige
vooronderstellingen bloot te leggen die bepalend zijn voor het debat over Europese integratie.
Wat je hier ziet is wat de filosofie probeert te doen: is om ons te oriënteren in de
vooronderstellingen van waaruit we redeneren om de vraag te beantwoorden: is de EU een
politieke gemeenschap, ja of nee? Om een aantal van die vooronderstellingen te laten zien
als, in feite, verkeerd geformuleerd en door die op te ruimen het debat op een juiste pad te
zetten.
De EU tussen integratie en desintegratie
De titel is relevant vooral nu, gezien wat we meemaken met en in de EU. We maken een
proces mee van integratie van enorme snelheid, denk aan alle stappen die worden genomen
om het proces van integratie te bevorderen. Hierbij kun je denken aan banken-Unie en ze
denken ook aan een fiscale-Unie. Ook maken we desintegratie heen, denk aan de
moeilijkheden die lidstaten ondervinden om een gemeenschappelijk beleid te vinden voor de
immigratie, denk aan Braxit. Dat is het thema van vandaag.
Overzicht
1. Samenvatting week 11
2. Woord vooraf
3. De ‘Poolse loodgieter’
4. De financiële crisis
5. De EU en immigratie
6. Turkije en de uitbreiding van de EU
1. Samenvatting week 11:
Wat ik geprobeerd heb aannemelijk te maken vanaf hoorcollege 1 is dat in de kern de vraag
naar het Europese karakter, en de vraag naar het Unie karakter van de EU te maken heeft
met de problematiek van politieke representatie. Dat werd bijzonder overzichtelijk bij het
Maastricht-arrest van het BverfG. In de kern is het bezwaar van het BVerfG: dat al is de EU
een rechtsgemeenschap of economische gemeenschap, zij is onmogelijk een politieke
gemeenschap vanwege het feit dat er geen Europees volk is dat te vertegenwoordigen valt.
Dus vanaf het begin heb ik geprobeerd aannemelijk te maken dat de vraag naar het Europese
karakter en het Unie karakter van de EU intern verbonden zijn met de problematiek van
politieke representatie. Ten principale is deze cursus de vraag: wat is nu politieke representatie
en welke rol speelt zij bij het ontstaan bij zoiets als een autonome rechtsorde, zoals de EU
zegt te zijn.
De herijking van politieke representatie helpt een pseudoprobleem uit de wereld: het al dan
niet politieke karakter van de EU.
In de kern is het dus een poging om wat ik heb genoemd de ‘standaardopvatting van politieke
representatie’ te herijken. En dat probeer ik te doen om een pseudoprobleem uit de wereld te
helpen. Mijn stelling is in feite dat het al dan niet politieke karakter van de EU een
pseudoprobleem, een non-problem.
De alternatieve visie op politieke representatie ruimt namelijk een aantal hardnekkige
vooronderstellingen op die bepalend zijn voor het debat over Europese integratie.
Om dat inzichtelijk te maken heb ik geprobeerd een aantal tamelijk hardnekkige
vooronderstellingen bloot te leggen die bepalend zijn voor het debat over Europese integratie.
Wat je hier ziet is wat de filosofie probeert te doen: is om ons te oriënteren in de
vooronderstellingen van waaruit we redeneren om de vraag te beantwoorden: is de EU een
politieke gemeenschap, ja of nee? Om een aantal van die vooronderstellingen te laten zien
als, in feite, verkeerd geformuleerd en door die op te ruimen het debat op een juiste pad te
zetten.