Taak 1
Stelling 1) Hoewel gezondheidszorg anno 2016 een schaars goed is, was hier in de jaren zeventig van
de vorige eeuw geen sprake van
Behoeften zijn altijd onbegrensd in welke omstandigheden ook.
Stelling 2) Schaarste wordt enkel en alleen uitgedrukt in financiële termen
Onjuist. Schaarste kan ook uitgedrukt worden in ruimte, personeel. Een schaars goed is altijd een
alternatief aanwendbaar goed.
Stelling 3) Gezondheidseconomie gaat uit van dezelfde principes als de neoklassieke economie
Neoklassieke economie – gaat ervan uit dat de wereld optimaal is, iedereen rationeel is en dat
iedereen maximaal inzet. In de gezondheidseconomie zijn deze principes anders – geen transparante
informatie, geen vrije uitbesteding.
Stelling 4) schaarste speelt alleen binnen één maatschappelijke sector, zoals de zorgsector, en niet
tussen maatschappelijke sectoren
Onjuist. Heeft ook invloed op elkaar, wanneer er in de ene sector meer besteed wordt, kan er in een
andere sector minder besteed worden
Stelling 5) het feit dat gezondheidseconomie zich als een apart deelgebied binnen de economische
wetenschap heeft ontwikkeld, heeft te maken met de typische kenmerken van zorg en gezondheid.
Niet alleen maar te maken met de kenmerken. Twee redenen voor een aparte tak:
1. Alle speciale kenmerken van de gezondheidszorgmarkt
2. Grote macro-economische impact
geleid tot de tak van gezondheidseconomie
Taak 2
Stelling 1) De neoklassieke micro-economische consumententheorie is niet toepasbaar op de vraag
naar zorg
Eens. Sprake van informatie-asymmetrie. Naast behoefte, inkomen en prijzen ook andere factoren die
meespelen zoals incidentie, economische factoren, sociaal-demografische factoren. De vraag naar
gezondheidszorg is een afgeleide vraag. De theorie is minder toepasbaar op inkomen en prijzen, maar
wellicht nog iets meer op behoefte.
Stelling 2) De theorie van Grossman gaat over de vraag naar gezondheid en niet over de vraag naar
zorg
Eens. Gaat over de vraag van gezondheid met de medische zorg als invloed. Heeft te maken met de
afgeleide vraag.
Human Capital Theory van Grossman:
o Mensen willen geen zorg, ze willen gezondheid. Zorg is de inputfactor en productie van
gezondheid output
o Consument koopt gezondheid niet alleen passief maar produceert ook gezondheid (leefstijl
bijv.)
o Gezondheid duurt langer dan slechts één periode en kan dan ook gezien worden als:
Consumptiegoed: minder dagen ziek geeft consument nut
Investeringsgoed: gezondheid bepaalt de hoeveelheid tijd beschikbaar voor activiteiten
(bijv. werk en vrije tijd).
Hoger opgeleiden doen er alles aan om gezond te blijven, anders verliezen ze veel en zullen
daardoor minder gebruik maken van gezondheidszorg.
1
Stelling 1) Hoewel gezondheidszorg anno 2016 een schaars goed is, was hier in de jaren zeventig van
de vorige eeuw geen sprake van
Behoeften zijn altijd onbegrensd in welke omstandigheden ook.
Stelling 2) Schaarste wordt enkel en alleen uitgedrukt in financiële termen
Onjuist. Schaarste kan ook uitgedrukt worden in ruimte, personeel. Een schaars goed is altijd een
alternatief aanwendbaar goed.
Stelling 3) Gezondheidseconomie gaat uit van dezelfde principes als de neoklassieke economie
Neoklassieke economie – gaat ervan uit dat de wereld optimaal is, iedereen rationeel is en dat
iedereen maximaal inzet. In de gezondheidseconomie zijn deze principes anders – geen transparante
informatie, geen vrije uitbesteding.
Stelling 4) schaarste speelt alleen binnen één maatschappelijke sector, zoals de zorgsector, en niet
tussen maatschappelijke sectoren
Onjuist. Heeft ook invloed op elkaar, wanneer er in de ene sector meer besteed wordt, kan er in een
andere sector minder besteed worden
Stelling 5) het feit dat gezondheidseconomie zich als een apart deelgebied binnen de economische
wetenschap heeft ontwikkeld, heeft te maken met de typische kenmerken van zorg en gezondheid.
Niet alleen maar te maken met de kenmerken. Twee redenen voor een aparte tak:
1. Alle speciale kenmerken van de gezondheidszorgmarkt
2. Grote macro-economische impact
geleid tot de tak van gezondheidseconomie
Taak 2
Stelling 1) De neoklassieke micro-economische consumententheorie is niet toepasbaar op de vraag
naar zorg
Eens. Sprake van informatie-asymmetrie. Naast behoefte, inkomen en prijzen ook andere factoren die
meespelen zoals incidentie, economische factoren, sociaal-demografische factoren. De vraag naar
gezondheidszorg is een afgeleide vraag. De theorie is minder toepasbaar op inkomen en prijzen, maar
wellicht nog iets meer op behoefte.
Stelling 2) De theorie van Grossman gaat over de vraag naar gezondheid en niet over de vraag naar
zorg
Eens. Gaat over de vraag van gezondheid met de medische zorg als invloed. Heeft te maken met de
afgeleide vraag.
Human Capital Theory van Grossman:
o Mensen willen geen zorg, ze willen gezondheid. Zorg is de inputfactor en productie van
gezondheid output
o Consument koopt gezondheid niet alleen passief maar produceert ook gezondheid (leefstijl
bijv.)
o Gezondheid duurt langer dan slechts één periode en kan dan ook gezien worden als:
Consumptiegoed: minder dagen ziek geeft consument nut
Investeringsgoed: gezondheid bepaalt de hoeveelheid tijd beschikbaar voor activiteiten
(bijv. werk en vrije tijd).
Hoger opgeleiden doen er alles aan om gezond te blijven, anders verliezen ze veel en zullen
daardoor minder gebruik maken van gezondheidszorg.
1