100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen Hc 2 en samenvatting H11 en H12 Tak $5.17   Add to cart

Class notes

Aantekeningen Hc 2 en samenvatting H11 en H12 Tak

 32 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen Hc 2 en samenvatting H11 en H12 Tak

Preview 3 out of 23  pages

  • May 11, 2023
  • 23
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Martine mönch
  • Hc 2 intelligentieonderzoek
avatar-seller
HC 2 Intelligentieonderzoek
Wat is intelligentie?

 Gebruikt voor assessment voor personeelselectie
 Psychodiagnostisch onderzoek is nauwelijks denkbaar zonder een uitspraak te doen over
intelligentie.

Intelligentie =
 Datgene wat een intelligentietest meet
 Veel kritiek op  niet iedereen krijgt deze kansen maar zou hier wel toe in staat zijn:
alle kennis en vaardigheden die iemand in de loop van zijn ontwikkeling heeft
opgedaan.
 Het vermogen van het individu om doelgericht te handelen, rationeel te denken en
effectief met zijn omgeving om te kunnen gaan.

- Vermogen om te leren
- Vermogen om abstract te redeneren
- Vermogen zich adequaat aan relatief nieuwe situaties en omstandigheden aan te
passen
- Vermogen om te profiteren van ervaring zonder dat er sprake is van directe of
volledige instructie
- Bereiken van eigen, rationeel gekozen doelen
- Totaal aan cognitieve processen, waaronder planning, informatieverwerking en
aandacht
- Maten die schoolse vaardigheden kunnen voorspellen
- Algemene term om waargenomen individuele verschillen in mentale vaardigheden aan
te duiden
- Intelligent gedrag is in essentie adaptief: het staat voor de effectieve wijzen waarop
met de eisen van een veranderende omgeving wordt omgegaan.

Benaderingen m.bt. Intelligentie

Psychometrische benadering

Past in de traditie van de differentiële psychologie: verschillen in cognitieve vermogens,
kijken naar welke variabelen zijn nu verantwoordelijk voor deze verschillen? De kracht zit
hem vooral in de toepassing ervan: ontwikkeling van testen.

Binet is de grondlegger van intelligentietests: wat verstaat men nu onder intelligentie?
Onderscheid tussen wie kan niet leren en wie wil niet leren.

Eerst intelligentie meten dan pas bestuderen. Op basis van intuïtie, statistische analyse en
praktijkervaring ging men ervan uit dat het referentiemethodes zou presenteren. Proefversies
werden ontwikkeld om te kunnen doorzien van relaties.

Raven test (probleemoplossend vermogen).

,Leidde tot theorievorming: structuur beschrijven bestaande uit meerdere, specifieke factoren.
 Charles Spearman bestudeerde dit.

Gaf aan dat er twee factoren een rol spelen:
- G- factor en specifieke vermogens  factor waar alle subtests een beroep op doen
(General intelligence). Er zijn een aantal intelligentie factoren specifiek voor een
bepaalde subtest: representeren de verscheidenheid aan cognitieve processen.
- Factoranalyse: had als doel overzichtelijke aantal dimensies te krijgen, hiermee
theorie koppelen. Operationalisatie en theorievorming gingen hand in hand. Model
werd al uitproberend ontwikkeld.

Groepsfactoren (factoren waarbij een groepje iets gemeenschappelijks heeft) die heeft hierin
geen plek. Thurstone ging opzoek naar groepsfactoren. Volgens hem moesten een aantal G-
factoren vervangen worden door groepsfactoren.

Primary mental abilities

- Thurstone(1938):7primaireintelligentiefactoren: geheugen, ruimtelijk inzicht.

- Uitgangspunt voor o.a. RAKIT

- Guilford (1967): 3 dimensies, leidend tot 120 intelligentiefactoren

Three-stratum theory

- Carroll (1993): hiërarchisch model met 3 niveaus:

- G-factor (niveau 3), 7 groepsfactoren (niveau 2) en specifieke factoren (niveau 1)

- Factoren op niveau 2 samen te vatten in: proces, inhoud en capaciteit

CHC-model  omdat het een samenhang is van Cattell, Horn en Carroll

- Cattell en Horn (1978): fluid en crystallized intelligence (belangrijke factoren op
niveau 2 Carroll).

, Maakt al een verband met intelligentiemodel dat kijken naar het cognitieve stuk.

Fluid




intelligence  accent op inductief en deductief redenaren. Relatief nieuwe problemen
waarbij je beperkt kan terugvallen op verhoor van kennis en aangeleerde vaardigheden.
Accent ligt op direct probleem oplossend zonder gebruik te maken van eerder aangeleerde
probleemoplossend vaardigheden. Werkgeheugen en verwerkingssnelheid spelen een rol.

Crystallized intelligence  taken waarbij ervaringen en aangeleerde kennis, vaardigheden
en routine wel een grote rol spelen. Wordt bepaald door culturele invloeden. Cultuur bepaalt
welke kennis en vaardigheden relevant zijn om succesvol te zijn in de maatschappij. Lange-
termijn geheugen speelt een rol (in het Westen speelt taal een belangrijk rol).

G-factor is enerzijds gerelateerd aan complexe cognitieve processen (logisch redeneren,
probleem oplossen, fluid intelligence) en anderzijds is de g-factor gerelateerd aan basale
cognitieve processen (informatie verwerkingssnelheid en werkgeheugen).

Volgens sommige onderzoekers speelt het werkgeheugen een rol in de relatie tussen
complexe en basale cognitieve processen. Als je nu een hele grote hoeveelheid informatie in
je werkgeheugen kunt opslaan dan kun je informatie ook sneller verwerken. De capaciteit van
het werkgeheugen is heel belangrijk.

Heel veel intelligentietesten werken volgens de hiërarchische structuur (zie bovenstaande
afbeelding). Is o.a. ook een fundament waaronder de WISC V  academische intelligentie.

Het gaat niet alleen om academische stukken, je wilt ook weten hoe de gemeten vaardigheden
leiden tot praktische intelligentie. Er zijn ook modellen die zich baseren op de theorie van
Luria.

Waarom is het af en toe nodig om een intelligentie test te herzien?
Eerst was er een WISC III, nu is er WISC V (2017). WISC IV is nooit in Nederland
doorgekomen. Dit moet je actualiseren vanwege verouderde normen daarbij is het materiaal
ook sterk verouderd. Ook speelt het Flynn-effect een rol (te hoog inschatten van intelligentie)
dit kan leiden tot overschatting.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shanna2001. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.17
  • (0)
  Add to cart