OG 2.3.04 EMOTIONELE MOEILIJKHEDEN BIJ
KINDEREN & JONGEREN
BEGRIPPEN
EMOTIES
- Brug tuss denken & ons gedrag
- = Reacties v hersenen op positieve & negatieve gebeurtenissen
- = Uiten zich in ons gedrag (bv: vluchten als we bang zijn)
- Zijn versch v structuur (bv: je kan verdrietig zijn omdat iemand is gestorven, maar ook verdrietig gevoel hebben zonder
reden)
- Def emotie
o Iets in bew brengen, iets tot actie brengen
o Emotie gedef w als reactie (R) op een prikkel (S)
waarbij beoordeling (O) v prikkel optreed, waarbij gevoelens & fysiologische opwinding ontstaat
(S O R) komt tot uiting in gedrag (expressie).
Treed op in hersenen
Emotie komt vanuit denken over iets – lokt iets uit (teweeg brengen)
VERSCHIL EMOTIE, STEMMING, TEMPERAMENT
- Emotie: gevoel gekopp aan gebeurtenis (kortdurend)
o Kennen precieze aanleiding -> verwijzen nr uitlokkende gebeurtenis/gedachte
o Bv boos zijn omdat je dr regen moet fietsen
- Stemming: bassisfeer, niet gekopp aan bep gebeurtenis (langdurig)
o Zelden precieze aanleiding -> gaat over algemeen gevoel
o Bv onbehagen, irritatie, tevredenheid
- Temperament:
o bepaalt eigen manier waarop je nr dingen, gebeurtenissen, etc kijkt & hoe je hierop zal reageren
o Eigen aan pers, onderdeel v karakter, hoe ge ermee omgaat
o Zal bep gevoel/stemming oproepen nr aanleiding v bep gebeurtenissen/sfeer
o Vrolijke mensen, piekeraars etc
1
,TYPE STEMMINGSSTOORNISSEN
Stemmingsstoornis = Verstoring v stemming / Dysfuntie in hersenen en gevolgen hiervan, anders werken
TYPEN STEMMINGSSTOORNISSEN
- Depressieve-stemmingsstoornissen
o (=unipolair) (=1 emotionele richting hebben, meestal neerwaarts)
o Depressieve episodes
1 of meer episode v depressie zonder een geschiedenis v manische of hypomane episode
Depressies komen steeds trg afgewisseld met periode v normaal of licht verstoord functioneren
o Premenstruele stemmingsstoornis
Vrouwen met serieuze premenstruele klachten
o Persisterende depressieve stoornis (dysthemie)
Patroon matige depressie die een langere tijd aanhoud
Klachten minder ernstig
- Bipolaire stemmingsstoornissen
o (=stemmingswisselingsstoornissen) = bipolaire stoornis
o (zowel episoden v depressie als euforie of (hypo)manie die elkaar afwisselen)
o
o Bipolaire stoornis
Ernstige vorm, zit je bij uitersten
Overschatten zichzelf
= manische depressief
2 subtypes
Bipolaire-I-stoornis
o Ten minste 1 volledige manische episode.
o Meestal voorafgaat aan of gevolgd w door depressieve gevoelens
o Stemmingswisselingen tussen euforie en depressie
Bipolaire-II-stoornis
o Hypomanische episodes (voorafgaat)naast ten minste 1 episode van depressie maar
nog nooit echt een manische episode
o Hypomanische episode = minder hevig dan manische (stukje voor manisch bent)
o Is chronischer v aard
o Depressieve zones duren langer
o Cyclothyme stoornis
Minder ernstig, maar wel langer
= chronische stemmingsst met hypomane episoden en episoden v depressieve stemming / of verlies v
belangstelling of plezier in activi
Fiets tss depressieve stemming en hypomanische stemming
DEPRESSIE
Wanneer er spraken is van 1 of meer episode zonder dat de patient een manie of hypomanie heeft gehad.
Kenmerken:
- Veranderingen v emotionele toestand
2
, o Veranderingen stemming
o Huilerig zijn of echt huilen
o Verhoogde prikkelbaarheid, gespannen of opvliegend zijn
- Veranderingen v motivatie
o = verminderde belangstelling bv ik ga dat niet doen, het heeft toch geen zin
o Ongemotiveerd zijn, moeilijk op gang komen (uit bed)
o Verlaagde mate van sociale participatie
o Verminderde belangstelling seks
o Niet reageren op complimenten of beloningen
o Niet willen
- Veranderingen van (lichamelijk) functioneren en het motorisch gedrag
o Langzamer bewegen/spreken
o Veranderingen slaapgewoonten
o Veranderingen eetlust
o Gewichtsveranderingen
o Op het werk of school mindere effectief functioneren
- Cognitieve veranderingen
o Bv ik weet dat ik niks waard ben, ik weet dat ik te dik ben,…
o Moeilijk concentreren/ nadenken
o Negatieve gedachten over zichzelf of eigen toekomst
o Schuldig voelen of wroeging hebben
o Gebrek aan zelfvertrouwen of gevoelens van tekortschieten
o Gedachten over dood/zelfmoord
- Affectieve sympt
o = gevoel erbij horen
o Bv Ik voel niet meer de goesting om dat te doen…
- Secundaire kenmerken
o Slaap/ eetpatroon
o Sociale vaardigheden
o Afzonderen -> minder (goed ontw) sociale vaardigheden
DEPRESSIE
- Functioneren v pers is over hele lijn verstoord is op vlak v affectiviteit, cognitie, motivatie & soms lichamelijk
- Sprake v depressie als symptomen op volgend terrein vertoond w’en: affectief, cognitief, motivatie & sec kenmerken
- Heeft langdurig karakter
- DSM-classificatie: 5/+ sympt zijn binnen periode v 2 weken aanwezig geweest & wijken af v eerder functioneren
o Sombere stemming: gedurende grootste deel vd dag/bijna dagelijks
o Duidelijk verminderde interesse/plezier in (bijna) alle activiteiten
o Significant gewichtsverlies/-toename (zonder dieet)
o Insomnia/hypersomnia: moeilijk in slaap vallen, vroeg/midden v nacht wakker w’en (bijna dagelijks)
o Psychomotorische agitatie/vertraging: lichamelijke rusteloosheid (bijna dagelijks)
Agitatie – bew doen zonder doel, bep spanning in lich (ambetant van uzelf w)
Psycho vertraging – minder snelle reacties
o Vermoeidheid/verlies energie (bijna dagelijks)
o Gevoel waardeloosheid of buitensporige/onterechte schuldgevoelens (bijna dagelijks)
o Verminderd vermogen tot nadenken/concentreren/besluiteloosheid (bijna dagelijks)
3
KINDEREN & JONGEREN
BEGRIPPEN
EMOTIES
- Brug tuss denken & ons gedrag
- = Reacties v hersenen op positieve & negatieve gebeurtenissen
- = Uiten zich in ons gedrag (bv: vluchten als we bang zijn)
- Zijn versch v structuur (bv: je kan verdrietig zijn omdat iemand is gestorven, maar ook verdrietig gevoel hebben zonder
reden)
- Def emotie
o Iets in bew brengen, iets tot actie brengen
o Emotie gedef w als reactie (R) op een prikkel (S)
waarbij beoordeling (O) v prikkel optreed, waarbij gevoelens & fysiologische opwinding ontstaat
(S O R) komt tot uiting in gedrag (expressie).
Treed op in hersenen
Emotie komt vanuit denken over iets – lokt iets uit (teweeg brengen)
VERSCHIL EMOTIE, STEMMING, TEMPERAMENT
- Emotie: gevoel gekopp aan gebeurtenis (kortdurend)
o Kennen precieze aanleiding -> verwijzen nr uitlokkende gebeurtenis/gedachte
o Bv boos zijn omdat je dr regen moet fietsen
- Stemming: bassisfeer, niet gekopp aan bep gebeurtenis (langdurig)
o Zelden precieze aanleiding -> gaat over algemeen gevoel
o Bv onbehagen, irritatie, tevredenheid
- Temperament:
o bepaalt eigen manier waarop je nr dingen, gebeurtenissen, etc kijkt & hoe je hierop zal reageren
o Eigen aan pers, onderdeel v karakter, hoe ge ermee omgaat
o Zal bep gevoel/stemming oproepen nr aanleiding v bep gebeurtenissen/sfeer
o Vrolijke mensen, piekeraars etc
1
,TYPE STEMMINGSSTOORNISSEN
Stemmingsstoornis = Verstoring v stemming / Dysfuntie in hersenen en gevolgen hiervan, anders werken
TYPEN STEMMINGSSTOORNISSEN
- Depressieve-stemmingsstoornissen
o (=unipolair) (=1 emotionele richting hebben, meestal neerwaarts)
o Depressieve episodes
1 of meer episode v depressie zonder een geschiedenis v manische of hypomane episode
Depressies komen steeds trg afgewisseld met periode v normaal of licht verstoord functioneren
o Premenstruele stemmingsstoornis
Vrouwen met serieuze premenstruele klachten
o Persisterende depressieve stoornis (dysthemie)
Patroon matige depressie die een langere tijd aanhoud
Klachten minder ernstig
- Bipolaire stemmingsstoornissen
o (=stemmingswisselingsstoornissen) = bipolaire stoornis
o (zowel episoden v depressie als euforie of (hypo)manie die elkaar afwisselen)
o
o Bipolaire stoornis
Ernstige vorm, zit je bij uitersten
Overschatten zichzelf
= manische depressief
2 subtypes
Bipolaire-I-stoornis
o Ten minste 1 volledige manische episode.
o Meestal voorafgaat aan of gevolgd w door depressieve gevoelens
o Stemmingswisselingen tussen euforie en depressie
Bipolaire-II-stoornis
o Hypomanische episodes (voorafgaat)naast ten minste 1 episode van depressie maar
nog nooit echt een manische episode
o Hypomanische episode = minder hevig dan manische (stukje voor manisch bent)
o Is chronischer v aard
o Depressieve zones duren langer
o Cyclothyme stoornis
Minder ernstig, maar wel langer
= chronische stemmingsst met hypomane episoden en episoden v depressieve stemming / of verlies v
belangstelling of plezier in activi
Fiets tss depressieve stemming en hypomanische stemming
DEPRESSIE
Wanneer er spraken is van 1 of meer episode zonder dat de patient een manie of hypomanie heeft gehad.
Kenmerken:
- Veranderingen v emotionele toestand
2
, o Veranderingen stemming
o Huilerig zijn of echt huilen
o Verhoogde prikkelbaarheid, gespannen of opvliegend zijn
- Veranderingen v motivatie
o = verminderde belangstelling bv ik ga dat niet doen, het heeft toch geen zin
o Ongemotiveerd zijn, moeilijk op gang komen (uit bed)
o Verlaagde mate van sociale participatie
o Verminderde belangstelling seks
o Niet reageren op complimenten of beloningen
o Niet willen
- Veranderingen van (lichamelijk) functioneren en het motorisch gedrag
o Langzamer bewegen/spreken
o Veranderingen slaapgewoonten
o Veranderingen eetlust
o Gewichtsveranderingen
o Op het werk of school mindere effectief functioneren
- Cognitieve veranderingen
o Bv ik weet dat ik niks waard ben, ik weet dat ik te dik ben,…
o Moeilijk concentreren/ nadenken
o Negatieve gedachten over zichzelf of eigen toekomst
o Schuldig voelen of wroeging hebben
o Gebrek aan zelfvertrouwen of gevoelens van tekortschieten
o Gedachten over dood/zelfmoord
- Affectieve sympt
o = gevoel erbij horen
o Bv Ik voel niet meer de goesting om dat te doen…
- Secundaire kenmerken
o Slaap/ eetpatroon
o Sociale vaardigheden
o Afzonderen -> minder (goed ontw) sociale vaardigheden
DEPRESSIE
- Functioneren v pers is over hele lijn verstoord is op vlak v affectiviteit, cognitie, motivatie & soms lichamelijk
- Sprake v depressie als symptomen op volgend terrein vertoond w’en: affectief, cognitief, motivatie & sec kenmerken
- Heeft langdurig karakter
- DSM-classificatie: 5/+ sympt zijn binnen periode v 2 weken aanwezig geweest & wijken af v eerder functioneren
o Sombere stemming: gedurende grootste deel vd dag/bijna dagelijks
o Duidelijk verminderde interesse/plezier in (bijna) alle activiteiten
o Significant gewichtsverlies/-toename (zonder dieet)
o Insomnia/hypersomnia: moeilijk in slaap vallen, vroeg/midden v nacht wakker w’en (bijna dagelijks)
o Psychomotorische agitatie/vertraging: lichamelijke rusteloosheid (bijna dagelijks)
Agitatie – bew doen zonder doel, bep spanning in lich (ambetant van uzelf w)
Psycho vertraging – minder snelle reacties
o Vermoeidheid/verlies energie (bijna dagelijks)
o Gevoel waardeloosheid of buitensporige/onterechte schuldgevoelens (bijna dagelijks)
o Verminderd vermogen tot nadenken/concentreren/besluiteloosheid (bijna dagelijks)
3