Burgerlijk recht – Zwaartepunten van het vermogensrecht H3
Verkrijging onder algemene titel tegenover verkrijging onder bijzondere titel:
Art. 3:80 lid 1: 2 soorten verkrijging van goederen:
o Onder algemene titel opvolging in een vermogen
Bijv. erfopvolging, boedelmenging
Verkrijging in één keer van een (deel van een) vermogen
Inclusief verwerving van schulden
o Onder bijzondere titel verwerving van een bepaald goed
Geen sprake van opvolging van een (deel van een) vermogen
Verwerving van een bepaald goed
Bijv. verjaring, overdracht en onteigening
Gesloten stelsel van verkrijging niet meer wijzen van verkrijging dan die in de wet –
limitatieve opsomming
2 soorten verlies:
o Absoluut verlies het goed gaat teniet
o Relatief verlies een ander wordt rechthebbende op het goed
Originaire verkrijging tegenover derivatieve verkrijging:
Originaire verkrijging oorspronkelijke verkrijging
o Men verwerft een nieuw recht
o Recht niet aan rechtsvoorganger ontleend, maar nieuw bij de verkrijger ontstaan
o Geen rechtsovergang
Derivatieve verkrijging afgeleide verkrijging
o Men verwerft een recht van een ander
o Rechtsovergang
o Opvolging in een bestaand recht – verkrijger verwerft het goed in dezelfde staat als
voorheen
Nemo plus niemand kan meer recht overdragen op een ander dan hij zelf
heeft
Het verschil tussen een zakelijke en persoonlijke verplichting:
Erfdienstbaarheid een last waarmee een onroerende zaak (het dienende erf) ten behoeve
van een andere onroerende zaak (het heersende erf) is bezwaard
Het maakt niet uit hoe deze verplichting wordt vastgelegd (erfdienstbaarheid of simpele
overeenkomst)
o Behalve: bij overgang onder bijzondere titel van het erf ten laste waarvan het recht is
bedongen
o Indien eigenaar van een met erfdienstbaarheid belast erf zijn erf verkoopt en het recht
was in erfdienstbaarheid vastgelegd erfdienstbaarheid gaat over
o Indien eigenaar van een met erfdienstbaarheid belast erf zijn erf verkoopt en het recht
was in persoonlijk recht vastgelegd erfdienstbaarheid gaat niet over
Blaauboer / Berlips een door een rechtsvoorganger m.b.t. een goed
aangegane persoonlijke verplichting gaat niet met het goed mee over
Afhankelijk recht recht dat het lot volgt van het recht waaraan het gekoppeld is (bijv.
erfdienstbaarheid gaat mee over met eigendomsoverdracht)
Bij een zakelijk recht is het recht verbonden aan de zaak, bij een persoonlijk recht aan de
persoon
o Bij zakelijk recht: recht gaat over op de verkrijger
Verkrijging onder algemene titel tegenover verkrijging onder bijzondere titel:
Art. 3:80 lid 1: 2 soorten verkrijging van goederen:
o Onder algemene titel opvolging in een vermogen
Bijv. erfopvolging, boedelmenging
Verkrijging in één keer van een (deel van een) vermogen
Inclusief verwerving van schulden
o Onder bijzondere titel verwerving van een bepaald goed
Geen sprake van opvolging van een (deel van een) vermogen
Verwerving van een bepaald goed
Bijv. verjaring, overdracht en onteigening
Gesloten stelsel van verkrijging niet meer wijzen van verkrijging dan die in de wet –
limitatieve opsomming
2 soorten verlies:
o Absoluut verlies het goed gaat teniet
o Relatief verlies een ander wordt rechthebbende op het goed
Originaire verkrijging tegenover derivatieve verkrijging:
Originaire verkrijging oorspronkelijke verkrijging
o Men verwerft een nieuw recht
o Recht niet aan rechtsvoorganger ontleend, maar nieuw bij de verkrijger ontstaan
o Geen rechtsovergang
Derivatieve verkrijging afgeleide verkrijging
o Men verwerft een recht van een ander
o Rechtsovergang
o Opvolging in een bestaand recht – verkrijger verwerft het goed in dezelfde staat als
voorheen
Nemo plus niemand kan meer recht overdragen op een ander dan hij zelf
heeft
Het verschil tussen een zakelijke en persoonlijke verplichting:
Erfdienstbaarheid een last waarmee een onroerende zaak (het dienende erf) ten behoeve
van een andere onroerende zaak (het heersende erf) is bezwaard
Het maakt niet uit hoe deze verplichting wordt vastgelegd (erfdienstbaarheid of simpele
overeenkomst)
o Behalve: bij overgang onder bijzondere titel van het erf ten laste waarvan het recht is
bedongen
o Indien eigenaar van een met erfdienstbaarheid belast erf zijn erf verkoopt en het recht
was in erfdienstbaarheid vastgelegd erfdienstbaarheid gaat over
o Indien eigenaar van een met erfdienstbaarheid belast erf zijn erf verkoopt en het recht
was in persoonlijk recht vastgelegd erfdienstbaarheid gaat niet over
Blaauboer / Berlips een door een rechtsvoorganger m.b.t. een goed
aangegane persoonlijke verplichting gaat niet met het goed mee over
Afhankelijk recht recht dat het lot volgt van het recht waaraan het gekoppeld is (bijv.
erfdienstbaarheid gaat mee over met eigendomsoverdracht)
Bij een zakelijk recht is het recht verbonden aan de zaak, bij een persoonlijk recht aan de
persoon
o Bij zakelijk recht: recht gaat over op de verkrijger