Samenvatting Nieuw Nederlands Havo 5 Formuleren en spelling

Nederlands toets week 1: cursus formuleren & cursus spellen

Cursus formuleren
De standaard fouten dubbelop:
- onjuiste herhaling
- tautologie
- pleonasme
- contaminatie
- dubbele ontkenning

De standaard fouten met verwijswoorden:
- onjuiste verwijswoorden
- slordig verwijzen

incongruentie
dat/als-constructie
foutieve samentrekking

dubbelop:
onjuiste herhaling: een vast voorzetsel 2 keer gebruiken  1 weglaten
vb. Op zo’n partij als die zou je niet op moeten stemmen
tautologie: 2 keer hetzelfde woordsoort  1 weglaten
vb. Zoals bijvoorbeeld, misschien echter
pleonasme: deel van de betekenis van het 1e woord nog een keer geformuleerd  de
versterking weglaten
vb. Rood bloed, nat water
contaminatie: verkeerde combinatie van 2 woorden  de goede combinatie invullen
vb. Nachecken/ nakijken of checken, uitprinten/ uitdraaien, printen
dubbele ontkenning: 2 keer een ontkenning  1 ontkenning weglaten
vb. Nooit geen, nooit niet

verwijswoorden:
zoek antecedent of kernwoord  zoek in het schema.
Antecedent Pers. Vnw Bezitt. Vnw Aanw. Vnw Betr. Vnw
Man. De- Hij, hem Zijn, z’n Deze, die Die
woord
Vr. De-woord Zij, ze Haar, d’r Deze, die Die
Bij niet-
personen: ze
Het-woord Het Zijn, z’n Dit, dat Dat
Meervoudig Ond: zij, ze Hun Deze, die Die
zelfst. Lijd. Vw: hen
naamwoorden Na vz: hen
Meewerkend
vw: hun