Minor Rechtspsychologie
HOORCOLLEGE 4: REMEDIES TEGEN TUNNELVISIE
Onderwerpen:
Casus van Eva de V.;
Het formulier bij de casus;
De gevaren van tunnelvisie;
Alternatieve scenario’s;
Afsluiting.
De voorgaande drie colleges gingen over problemen (problemen in de Schiedammer Parkmoord,
problemen bij de bewijsvraag, problemen binnen de psychologie). Nu gaan we de komende colleges
kijken naar oplossingen. In dit college kijken we naar oplossingen/remedies tegen tunnelvisie. Om dit
te bekijken wordt een casus als voorbeeld gebruikt om de theorie te illustreren.
Casus van Eva de V.
‘De politie treft een vermoorde vrouw aan in haar appartement. Op het moment dat de politie de
dode vrouw aantreft, is er ook nog een andere vrouw, genaamd Eva de V., aanwezig in dat
appartement. Zij wordt beschouwd als hoofdverdachte van dit misdrijf. Het slachtoffer is een
vrouwelijke psychiater die haar praktijk aan huis had. Zij en Eva kenden elkaar. De partner van Eva
was een cliënt van het slachtoffer. Eva’s partner en het slachtoffer hadden dus regelmatig contact.
Volgens de assistente van het slachtoffer verdacht Eva het slachtoffer ervan seksueel contact te
hebben met Eva’s vriend en was Eva zeer jaloers.’
Het formulier bij de casus
In het college kregen we een formulier waarin het volgende stond: De volgende observaties zijn
gedaan in het politieonderzoek. U dient per observatie aan te geven of deze belastend is voor Eva de
V., of juist ontlastend. Als u een observatie belastend vindt, geeft u een hoog schoolcijfer
(bijvoorbeeld een 8, 9 of 10). Als u een observatie ontlastend vindt, geeft u een 0, 1 of 2. Niet-
diagnostische bevindingen scoren rond de 5.
[Deze getallen toevoegen is wel speciaal, de politie of rechters doen dit niet. Door dit wel te
doen, wordt duidelijk wat iemand ziet als sterk bewijs of juist niet.]
1. De misdaad is begaan tijdens lunchtijd;
Dit bewijsmiddel zal bijv. bij velen een 5 scoren.
2. Toen de assistente van het slachtoffer terugkeerde van haar lunch was de deur van
binnenuit op slot gedaan;
3. De assistente maakte zich zorgen en heeft toen de politie gebeld;
4. Binnen een paar minuten waren twee politieagenten ter plaatse;
5. Ook zij concluderen dat de deur van binnenuit op slot was gedraaid;
1
HOORCOLLEGE 4: REMEDIES TEGEN TUNNELVISIE
Onderwerpen:
Casus van Eva de V.;
Het formulier bij de casus;
De gevaren van tunnelvisie;
Alternatieve scenario’s;
Afsluiting.
De voorgaande drie colleges gingen over problemen (problemen in de Schiedammer Parkmoord,
problemen bij de bewijsvraag, problemen binnen de psychologie). Nu gaan we de komende colleges
kijken naar oplossingen. In dit college kijken we naar oplossingen/remedies tegen tunnelvisie. Om dit
te bekijken wordt een casus als voorbeeld gebruikt om de theorie te illustreren.
Casus van Eva de V.
‘De politie treft een vermoorde vrouw aan in haar appartement. Op het moment dat de politie de
dode vrouw aantreft, is er ook nog een andere vrouw, genaamd Eva de V., aanwezig in dat
appartement. Zij wordt beschouwd als hoofdverdachte van dit misdrijf. Het slachtoffer is een
vrouwelijke psychiater die haar praktijk aan huis had. Zij en Eva kenden elkaar. De partner van Eva
was een cliënt van het slachtoffer. Eva’s partner en het slachtoffer hadden dus regelmatig contact.
Volgens de assistente van het slachtoffer verdacht Eva het slachtoffer ervan seksueel contact te
hebben met Eva’s vriend en was Eva zeer jaloers.’
Het formulier bij de casus
In het college kregen we een formulier waarin het volgende stond: De volgende observaties zijn
gedaan in het politieonderzoek. U dient per observatie aan te geven of deze belastend is voor Eva de
V., of juist ontlastend. Als u een observatie belastend vindt, geeft u een hoog schoolcijfer
(bijvoorbeeld een 8, 9 of 10). Als u een observatie ontlastend vindt, geeft u een 0, 1 of 2. Niet-
diagnostische bevindingen scoren rond de 5.
[Deze getallen toevoegen is wel speciaal, de politie of rechters doen dit niet. Door dit wel te
doen, wordt duidelijk wat iemand ziet als sterk bewijs of juist niet.]
1. De misdaad is begaan tijdens lunchtijd;
Dit bewijsmiddel zal bijv. bij velen een 5 scoren.
2. Toen de assistente van het slachtoffer terugkeerde van haar lunch was de deur van
binnenuit op slot gedaan;
3. De assistente maakte zich zorgen en heeft toen de politie gebeld;
4. Binnen een paar minuten waren twee politieagenten ter plaatse;
5. Ook zij concluderen dat de deur van binnenuit op slot was gedraaid;
1
