6: GEHEUGEN
6.1 HISTORIEK
Lashley
Experimenten op hersenen v rat
Resecties ≠ qua grootte ( ) en locatie (geen )
geheugenfuncties zijn gedistribueerd
Ø Voordeel: beschadiging bepaald gebied leidt niet persé tot belangrijke disfunctie
Hebb sloot zich aan bij Lashley’s visie
Klassieke sensoriële neuronen kunnen ook betrokken zijn bij vormen v geheugen = engram
Wet: synaptische connecties tss neuronen versterken telkens wnr deze cellen actief zijn op
hetzelfde ogenblik: neurons that fire together, wire together
6.2 GEHEUGENSYSTEMEN
≠ geheugensystemen die op ≠ wijze info opslaan ifv omstandigheden optimaal benut
In beide systemen bevordert herhaling de consolidatie (kortetermijn- langetermijngeheugensporen)
Structurele synaptische ∆ (door gentranscriptie en eiwitsynthese)
Impliciete geheugen Expliciete geheugen
= = Werkgeheugen
Niet-declaratieve geheugen Declaratieve geheugen
betrokken bij ontwikkelen v inprenten feiten (semantische kleine hvh info voortdurend
motorische en perceptuele geheugen) en herhalen om niet te vergeten bv.
vaardigheden gebeurtenissen/ervaringen getallenreeks
vaardigheden bv. leren fietsen (episodische geheugen) die bewust
(procedureel geheugen) kunnen worden opgeroepen
associatief leren = een stimulus langeter-mijngeheugen = geheugen
associëren met een andere voor feiten v dagen of jaren
bij klassieke conditionering (hond v geleden
Pavlov) kortetermijngeheugen = voor
bij operante conditionering bv. rat laatste uren/dagen (nog kwetsbaar
die leert op hendel te duwen om voor interferentie bv.
beloning te krijgen hersenschudding of elektrische
niet-associatief zoals bij habituatie schok)
en sensitisatie neocorticale én mesiotemporale
1 geassocieerd met structuren zoals structuren betrokken
cerebellum, striatum, amygdala en
reflexbogen
, Figuur 6.1. Verschillende soorten geheugen.
Figuur 6.2. Vormen van impliciet leren.
Figuur 6.3. Geheugenconsolidatie.
2
6.1 HISTORIEK
Lashley
Experimenten op hersenen v rat
Resecties ≠ qua grootte ( ) en locatie (geen )
geheugenfuncties zijn gedistribueerd
Ø Voordeel: beschadiging bepaald gebied leidt niet persé tot belangrijke disfunctie
Hebb sloot zich aan bij Lashley’s visie
Klassieke sensoriële neuronen kunnen ook betrokken zijn bij vormen v geheugen = engram
Wet: synaptische connecties tss neuronen versterken telkens wnr deze cellen actief zijn op
hetzelfde ogenblik: neurons that fire together, wire together
6.2 GEHEUGENSYSTEMEN
≠ geheugensystemen die op ≠ wijze info opslaan ifv omstandigheden optimaal benut
In beide systemen bevordert herhaling de consolidatie (kortetermijn- langetermijngeheugensporen)
Structurele synaptische ∆ (door gentranscriptie en eiwitsynthese)
Impliciete geheugen Expliciete geheugen
= = Werkgeheugen
Niet-declaratieve geheugen Declaratieve geheugen
betrokken bij ontwikkelen v inprenten feiten (semantische kleine hvh info voortdurend
motorische en perceptuele geheugen) en herhalen om niet te vergeten bv.
vaardigheden gebeurtenissen/ervaringen getallenreeks
vaardigheden bv. leren fietsen (episodische geheugen) die bewust
(procedureel geheugen) kunnen worden opgeroepen
associatief leren = een stimulus langeter-mijngeheugen = geheugen
associëren met een andere voor feiten v dagen of jaren
bij klassieke conditionering (hond v geleden
Pavlov) kortetermijngeheugen = voor
bij operante conditionering bv. rat laatste uren/dagen (nog kwetsbaar
die leert op hendel te duwen om voor interferentie bv.
beloning te krijgen hersenschudding of elektrische
niet-associatief zoals bij habituatie schok)
en sensitisatie neocorticale én mesiotemporale
1 geassocieerd met structuren zoals structuren betrokken
cerebellum, striatum, amygdala en
reflexbogen
, Figuur 6.1. Verschillende soorten geheugen.
Figuur 6.2. Vormen van impliciet leren.
Figuur 6.3. Geheugenconsolidatie.
2