Casus meneer Achterberg
Toetscode: VBS4-CA-16
1
,Inhoudsopgave
Inleiding…………………………………………………………………………………………3
Onderdeel A: Indicatiestelling
➢ 1.1 Anamnesefase………………..………………………………………………………3
➢ 1.2 Oorzaken en gevolgen uitsorteren……………………..………………………4
1.2 A t/m F Clusters………………………………………………………………………4
Gemeenschappelijke en beïnvloedbare oorzaken…………………………….10
1.2GH Toetsing NANDA diagnose en prioritering……………………………10
1.2HI De vastgestelde verpleegkundige diagnoses van prioriteit……….14
➢ 1.3 Mogelijke diagnosen voorleggen aan de cliënt……………………………15
➢ 1.4 Toetsen zelfredzaamheid en inzetten mantelzorgers/vrijwilligers..16
1.4A Zelfredzaamheid……………………………………………………………………16
1.4BC Mantelzorg en ondersteuning van de mantelzorger..………………16
1.4D Caregiver Strain Index………………………………………………………….16
1.4E Vrijwilliger…………………………………………………………………………..16
➢ 1.5 Diagnose vaststellen……………………………………………………………….17
➢ 1.6 Doel bepalen………………….………………………………………………………17
➢ 1.7 Interventies bepalen……………………………………………………………….17
➢ 1.8 Toewijzen en/of doorverwijzen………………………………………….…….18
Onderdeel B: Multidisciplinair samenwerken
➢ 2 Zorg- en sociaal domein…………………………………………………….……..18
Onderdeel C: Kwaliteit van zorg en veiligheid
➢ 3.1 Veiligheid……………….……………………………………………………………..19
➢ Het risico op medicatiefouten……………………………………………………….19
➢ Het risico op vallen………………………………………………………………………19
➢ Het risico op depressie…………………………………………………………………19
➢ Veiligheid zorgverleners………………………..……………………………………..19
➢ 3.2 Kwaliteit………………………………………………………………………………..19
Onderdeel D: Verantwoording literatuur
➢ 4 Verantwoording van literatuur …………………………………………………20
Onderdeel E: Reflectie
➢ 5 Zelfreflectie …………………………………………………………………………….22
Literatuurlijst……………………………………………………………………………………23
Bijlagen…………………………….………………………………………………………………25
➢ Bijlage 1: De functionele gezondheidspatronen (FGP’s) van Gordon…25
➢ Bijlage 2: Zelfredzaamheidsradar………………………………………………….26
➢ Bijlage 3: Caregiver Strain Index (CSI)..................................................27
➢ Bijlage 4: CASP checklist Systematic Review Checklist………………….28
´Niets uit het document mag zonder toestemming worden overgenomen door derden´
2
, Inleiding
Gedurende deze casusopdracht wordt er een korte indicatie over de heer (dhr.) Achterberg
gemaakt. Dit zal worden gevormd door verschillende onderdelen. In onderdeel A
‘indicatiestelling’ worden de gegevens van dhr. verzameld en geclusterd. Aan de hand
hiervan en de NANDA worden diagnoses gelabeld als ‘prioriteit’, ‘geëlimineerd’ of
‘geparkeerd’. Ook worden er interventies bepaalt. In onderdeel B ‘multidisciplinair
samenwerken’ wordt er voor elk zorg- en sociale domein één discipline benoemt, waarmee de
verpleegkundige gaat samenwerken voor dhr. Achterberg. In onderdeel C ‘kwaliteit van zorg
en veiligheid’ wordt er beschreven hoe je als zorgverlener en zorgvrager rekening moet
houden met de veiligheid in huis. Verder wordt de kwaliteitszorg op microniveau in de
thuiszorg beschreven. In onderdeel D ‘verantwoording literatuur’ wordt een
wetenschappelijk artikel beschreven en verantwoord. En als laatst wordt er in onderdeel E
‘reflectie’ gereflecteerd op een zelfgekozen onderdeel binnen deze beroepssituatie.
Onderdeel A: Indicatiestelling
1.1 Anamnesefase
Dhr. Achterberg is 70 jaar oud en is gehuwd met zijn partner Chris Lennaerts (66 jaar). Dhr.
Achterberg zijn BMI is 32,5 (dhr. is 1,78 cm lang en weegt 103 kg). Hij is bekend met
diabetes mellitus type II (insuline-afhankelijk), hypercholesterolemie en hypertensie.
Daarnaast loopt dhr. onder behandeling van de trombosedienst als gevolg van een
atriumfibrilleren een verhoogd risico op trombose bij hartritmestoornissen. Ook zijn dhr.
zijn glucosewaardes bij de laatste bloedafnames structureel boven de 20,0 mmol/L. Hij meet
zijn glucosewaardes niet, maar geeft wel aan dat hij het ‘meestal wel spuit’. De afgelopen
weken heeft dhr. ook meerdere baxterzakjes met medicatie overgeslagen. Dhr. beweegt
weinig en heeft een ongezonde leefstijl. Dhr. is ADL zelfstandig, maar doucht zichzelf niet
meer uit angst voor valgevaar. Hiervoor in de plaats wast hij zich op een krukje. Op het
sociale vlak heeft dhr. een kleine kring die bestaat uit zijn partner, neef en zus. Dhr. heeft in
het verleden niet te maken gehad met een depressie, maar mogelijk speelt dat nu wel een rol
(1).
De volledige uitwerking van de anamnese staat in bijlage 1.
3
Toetscode: VBS4-CA-16
1
,Inhoudsopgave
Inleiding…………………………………………………………………………………………3
Onderdeel A: Indicatiestelling
➢ 1.1 Anamnesefase………………..………………………………………………………3
➢ 1.2 Oorzaken en gevolgen uitsorteren……………………..………………………4
1.2 A t/m F Clusters………………………………………………………………………4
Gemeenschappelijke en beïnvloedbare oorzaken…………………………….10
1.2GH Toetsing NANDA diagnose en prioritering……………………………10
1.2HI De vastgestelde verpleegkundige diagnoses van prioriteit……….14
➢ 1.3 Mogelijke diagnosen voorleggen aan de cliënt……………………………15
➢ 1.4 Toetsen zelfredzaamheid en inzetten mantelzorgers/vrijwilligers..16
1.4A Zelfredzaamheid……………………………………………………………………16
1.4BC Mantelzorg en ondersteuning van de mantelzorger..………………16
1.4D Caregiver Strain Index………………………………………………………….16
1.4E Vrijwilliger…………………………………………………………………………..16
➢ 1.5 Diagnose vaststellen……………………………………………………………….17
➢ 1.6 Doel bepalen………………….………………………………………………………17
➢ 1.7 Interventies bepalen……………………………………………………………….17
➢ 1.8 Toewijzen en/of doorverwijzen………………………………………….…….18
Onderdeel B: Multidisciplinair samenwerken
➢ 2 Zorg- en sociaal domein…………………………………………………….……..18
Onderdeel C: Kwaliteit van zorg en veiligheid
➢ 3.1 Veiligheid……………….……………………………………………………………..19
➢ Het risico op medicatiefouten……………………………………………………….19
➢ Het risico op vallen………………………………………………………………………19
➢ Het risico op depressie…………………………………………………………………19
➢ Veiligheid zorgverleners………………………..……………………………………..19
➢ 3.2 Kwaliteit………………………………………………………………………………..19
Onderdeel D: Verantwoording literatuur
➢ 4 Verantwoording van literatuur …………………………………………………20
Onderdeel E: Reflectie
➢ 5 Zelfreflectie …………………………………………………………………………….22
Literatuurlijst……………………………………………………………………………………23
Bijlagen…………………………….………………………………………………………………25
➢ Bijlage 1: De functionele gezondheidspatronen (FGP’s) van Gordon…25
➢ Bijlage 2: Zelfredzaamheidsradar………………………………………………….26
➢ Bijlage 3: Caregiver Strain Index (CSI)..................................................27
➢ Bijlage 4: CASP checklist Systematic Review Checklist………………….28
´Niets uit het document mag zonder toestemming worden overgenomen door derden´
2
, Inleiding
Gedurende deze casusopdracht wordt er een korte indicatie over de heer (dhr.) Achterberg
gemaakt. Dit zal worden gevormd door verschillende onderdelen. In onderdeel A
‘indicatiestelling’ worden de gegevens van dhr. verzameld en geclusterd. Aan de hand
hiervan en de NANDA worden diagnoses gelabeld als ‘prioriteit’, ‘geëlimineerd’ of
‘geparkeerd’. Ook worden er interventies bepaalt. In onderdeel B ‘multidisciplinair
samenwerken’ wordt er voor elk zorg- en sociale domein één discipline benoemt, waarmee de
verpleegkundige gaat samenwerken voor dhr. Achterberg. In onderdeel C ‘kwaliteit van zorg
en veiligheid’ wordt er beschreven hoe je als zorgverlener en zorgvrager rekening moet
houden met de veiligheid in huis. Verder wordt de kwaliteitszorg op microniveau in de
thuiszorg beschreven. In onderdeel D ‘verantwoording literatuur’ wordt een
wetenschappelijk artikel beschreven en verantwoord. En als laatst wordt er in onderdeel E
‘reflectie’ gereflecteerd op een zelfgekozen onderdeel binnen deze beroepssituatie.
Onderdeel A: Indicatiestelling
1.1 Anamnesefase
Dhr. Achterberg is 70 jaar oud en is gehuwd met zijn partner Chris Lennaerts (66 jaar). Dhr.
Achterberg zijn BMI is 32,5 (dhr. is 1,78 cm lang en weegt 103 kg). Hij is bekend met
diabetes mellitus type II (insuline-afhankelijk), hypercholesterolemie en hypertensie.
Daarnaast loopt dhr. onder behandeling van de trombosedienst als gevolg van een
atriumfibrilleren een verhoogd risico op trombose bij hartritmestoornissen. Ook zijn dhr.
zijn glucosewaardes bij de laatste bloedafnames structureel boven de 20,0 mmol/L. Hij meet
zijn glucosewaardes niet, maar geeft wel aan dat hij het ‘meestal wel spuit’. De afgelopen
weken heeft dhr. ook meerdere baxterzakjes met medicatie overgeslagen. Dhr. beweegt
weinig en heeft een ongezonde leefstijl. Dhr. is ADL zelfstandig, maar doucht zichzelf niet
meer uit angst voor valgevaar. Hiervoor in de plaats wast hij zich op een krukje. Op het
sociale vlak heeft dhr. een kleine kring die bestaat uit zijn partner, neef en zus. Dhr. heeft in
het verleden niet te maken gehad met een depressie, maar mogelijk speelt dat nu wel een rol
(1).
De volledige uitwerking van de anamnese staat in bijlage 1.
3