Samenvatting bouwkunde 2 (Algemene bouwkunde voor makelaars deel B) met oefenvragen

Bouwkunde II
Hoofdstuk 31: Riolering
Rioolstelsels worden onderscheiden in drie hoofdgroepen:
 Gemengd stelsel
Bij een gemengd stelsel wordt het hemelwater en het huishoudelijk afvalwater via één
buizenstelsel op het gemeenteriool geloosd. Huishoudelijk afvalwater bestaat uit grijs en zwart
afvalwater. Grijs afvalwater is afkomstig van bad, keuken, wasmachine en douche. Als het
afvalwater ook toiletwater bevat, wordt het na enige tijd zwart, vandaar zwart water. Voor
beide soorten geldt dat ze na zuivering geschikt zijn als huishoudwater.
 Gescheiden stelsel
Bij een gescheiden stelsel is de riolering opgebouwd uit twee leidingnetten. Eén net, de
zogenaamde regenwater- of hemelwaterafvoer zorgt voor de afvoer van hemelwater. Via
dit net wordt het water rechtstreeks of via een beperkte zuivering naar het oppervlaktewater
afgevoerd. Het andere net, het zogenaamde droogweerafvoer, zorgt voor de afvoer van
huishoudelijk afvalwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie.
 Verbeterd gescheiden stelsel
Tijdens het begin van een hevige regenbui wordt veel straatvuil via de regenwaterafvoer
naar het openbaar water afgevoerd. Het verbeterd gescheiden stelsel zorgt dat het meest
vervuilde hemelwater eerst door de rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt gezuiverd en niet
direct op het oppervlaktewater wordt geloosd.




Gemengd stelsel Gescheiden stelsel

Lozingsmogelijkheden:
 Direct op gemeenteriool
De huisriolering wordt rechtstreeks op het gemeenteriool aangesloten als de gemeente over
een rioolwaterzuiveringsinstallatie beschikt. Het gemeenteriool bestaat meestal uit kunststof of
betonnen buizen die op afschot zijn gelegd, waardoor een natuurlijke stroming ontstaat.
 Lozing via septic tank
Bij afgelegen woningen komt het nog voor dat er geen gemeenteriool of openbaar water
aanwezig is. In die gevallen wordt geloosd op een septic tank.
Een septic tank is een afgesloten put bestemd voor het verzamelen en vloeibaar maken van
fecaliën (drekstoffen). Regenwater, industrieel afvalwater en bad- en waswater mogen niet op
een septic tank worden geloosd. Kleine hoeveelheden water zijn wel toegestaan, mits ze geen
vetstoffen bevatten. Als het water toch vetafscheiding bevat, moet vetafscheiding
plaatsvinden.
 Lozing via septic tank op gemeenteriool
Huisrioleringen mogen niet rechtstreeks op het gemeenteriool lozen als er geen openbaar
water of rioolwaterzuiveringsinstallatie aanwezig is. Er mogen alleen vloeistoffen geloosd
worden in het riool. De vaste stoffen bezinken in een septic tank. De septic tank moet na
verloop van tijd worden geleegd.
 Lozing op openbaar water
Hemelwater mag direct op openbaar water worden geloosd. De huisriolering mag ook op
openbaar water lozen, mits de huisriolering is aangesloten op een septic tank met een
overloopleiding.

Binnenriolering
De binnenriolering is het geheel van ontspannings- en afvoerleidingen,
inclusief afdichtingen, ontstoppingsstukken, stankafsluiters en
ophangbeugels die zich zowel binnen- als buiten het gebouw bevinden,
of daaraan zijn vast gemakt, zoals de hemelwaterafvoeren.



1

, Het stelsel van afvoerleidingen moet het afvalwater uit het gebouw kunnen afvoeren zonder dat
overlast en gevaar voor de gezondheid optreden.
Onder overlast wordt verstaan:
 Verstoppingen en te langzaam leeglopende lozingstoestellen
 Binnendringen van stank

Overlast kan worden voorkomen door onder andere het toepassen van een eenvoudig opgezet stelsel
met korte leidingen en een vloeiend verloop waarin geen vernauwingen voorkomen en als het kan
zonder bochten van 90°. De aansluiting van en liggende leiding op een standleiding is hierop een
uitzondering.

Voorkomen moet worden dat rioolvocht en –gassen het gebouw binnendringen. Daarom moeten de
verbindingen van de rioolleidingen en de aansluitverbindingen van de lozingstoestellen blijvend
luchtdicht worden uitgevoerd. De riolering mag ook niet via het lozingstoestel in open verbinding met
het interieur van het gebouw staan. Daarom moet in of aan het lozingstoestel een stankafsluiter in de
vorm van een sifon worden toegepast. De sifon bevat altijd water, zodat er geen stank uit het riool naar
boven kan komen.




Hoofdstuk 32: Leidingwaterinstallatie




Rode lijn: warm water, blauwe lijn: koud water. De maten zijn altijd in mm.

Leidingwater
Leidingwater is water dat is bestemd om te drinken, te koken, voedsel te bereiden of voor ander
huishoudelijk gebruik. Het wordt geleverd aan derden door een waterleidingbedrijf of een afzonderlijke
watervoorziening.

Drinkwater
Drinkwater is water dat (mede) bestemd is om te drinken.
Een drinkwaterinstallatie wordt in NEN 1006 als volgt gedefinieerd: De in een perceel aanwezige
binnenleiding en de daarmee verbonden toestellen, indien de binnenleiding met het leidingnet van het
waterleidingbedrijf is verbonden, hetzij rechtstreeks, hetzij door middel van onderbreking en het water
bestemd of mede bestemd is tot drinkwater.

Terugstroming
Volgens NEN 1006 moet de aansluiting van een gevaarlijk toestel zijn voorzien van een inrichting die
terugstroming verhindert. Een gevaarlijk toestel kan naar zijn aard nadelige gevolgen hebben voor de
kwaliteit van het drinkwater. De aard van de inrichting moet zijn aangepast aan de mate waarin het
toestel gevaarlijk is en de in het toestel aanwezige stoffen.
Onder binnendringen moet ook worden begrepen dat als gevolg van bijvoorbeeld het wegvallen van
de waterleidingdruk water dat in de woning aanwezig is, kan terugstromen en in een andere installatie
kan komen.
VEWIN geeft aan welk toestel van welke beveiliging (bijv. afsluiter, zeef, controlekraan) moet worden
voorzien door middel van een code.




2