Oefentoets Orthopedagogiek
30 vragen
Voorbeeldvragen:
3. Welke uitspraak is waar?
I. Richtlijnen geven aan hoe een zorgverlener moet handelen en geven stap voor stap aan op
welke wijze een bepaalde handeling moet plaatsvinden.
II. Protocollen hebben als nadeel dat zij zorgen voor een vervaging van de
verantwoordelijkheden en ethiek van de professionals.
a. Beide uitspraken zijn waar
b. Beide uitspraken zijn niet waar
c. Uitspraak I is waar en uitspraak II is niet waar
d. Uitspraak II is waar en uitspraak I is niet waar
22. Volgens welk principe van de ontwikkelingspsychopathologie ondergaat en individu
ontwikkeling niet passief?
a. Normative principle
b. Systems principle
c. Multilevel principle
d. Agency principle
, 1. Vul in: Orthopedagogen handelen volgens … wanneer zij de beste manier om te behandelen
volgens professionals kiezen, maar dit niet met onderzoek is bewezen.
a. Best practice
b. State of the art
c. Best evidence
d. Evidence based
2. Bij welke soort iatrogene effecten wordt een probleem groter door een verkeerde diagnose
en/of behandeling?
a. Reactieve pathogene effecten
b. Facilitatieve pathogene effecten
c. Contagion effects
d. Recency effects
3. Welke uitspraak is waar?
I. Richtlijnen geven aan hoe een zorgverlener moet handelen en geven stap voor stap aan op
welke wijze een bepaalde handeling moet plaatsvinden.
II. Protocollen hebben als nadeel dat zij zorgen voor een vervaging van de
verantwoordelijkheden en ethiek van de professionals.
a. Beide uitspraken zijn waar
b. Beide uitspraken zijn niet waar
c. Uitspraak I is waar en uitspraak II is niet waar
d. Uitspraak II is waar en uitspraak I is niet waar
4. Bij welke vorm van overeenstemming van een interventie tussen professionals en cliënten
wordt de gemeenschap betrokken bij het bepalen van wat gewenst gedrag is en wat goede
interventies zijn?
a. Eigen kracht conferenties
b. Wetgeving combineren met de gemeenschap
c. Wetenschappelijke gemeenschap
5. Wat wordt er bedoeld met handelen volgens ‘best evidence’?
a. Dat de behandeling de meest gebruikelijke manier is door haalbaarheid en consensus
tussen experts
b. Dat er een wetenschappelijke redenering is voor de werking van een behandeling
c. Dat verschillende onderzoeken bewijs leveren voor de werking van de interventie
d. Dat het volgens professionals uit de praktijk de beste manier is om te behandelen
6. Welke uitspraak is waar?
I. bij inductief redeneren is een generalisatie een kansuitspraak die niet 100% zekerheid geeft.
II. Sensitiviteit is het percentage terecht negatieve uitslagen onder personen zonder stoornis.
a. Beide uitspraken zijn waar
b. Beide uitspraken zijn niet waar
c. Uitspraak I is waar en uitspraak II is niet waar
d. Uitspraak II is waar en uitspraak I is niet waar
30 vragen
Voorbeeldvragen:
3. Welke uitspraak is waar?
I. Richtlijnen geven aan hoe een zorgverlener moet handelen en geven stap voor stap aan op
welke wijze een bepaalde handeling moet plaatsvinden.
II. Protocollen hebben als nadeel dat zij zorgen voor een vervaging van de
verantwoordelijkheden en ethiek van de professionals.
a. Beide uitspraken zijn waar
b. Beide uitspraken zijn niet waar
c. Uitspraak I is waar en uitspraak II is niet waar
d. Uitspraak II is waar en uitspraak I is niet waar
22. Volgens welk principe van de ontwikkelingspsychopathologie ondergaat en individu
ontwikkeling niet passief?
a. Normative principle
b. Systems principle
c. Multilevel principle
d. Agency principle
, 1. Vul in: Orthopedagogen handelen volgens … wanneer zij de beste manier om te behandelen
volgens professionals kiezen, maar dit niet met onderzoek is bewezen.
a. Best practice
b. State of the art
c. Best evidence
d. Evidence based
2. Bij welke soort iatrogene effecten wordt een probleem groter door een verkeerde diagnose
en/of behandeling?
a. Reactieve pathogene effecten
b. Facilitatieve pathogene effecten
c. Contagion effects
d. Recency effects
3. Welke uitspraak is waar?
I. Richtlijnen geven aan hoe een zorgverlener moet handelen en geven stap voor stap aan op
welke wijze een bepaalde handeling moet plaatsvinden.
II. Protocollen hebben als nadeel dat zij zorgen voor een vervaging van de
verantwoordelijkheden en ethiek van de professionals.
a. Beide uitspraken zijn waar
b. Beide uitspraken zijn niet waar
c. Uitspraak I is waar en uitspraak II is niet waar
d. Uitspraak II is waar en uitspraak I is niet waar
4. Bij welke vorm van overeenstemming van een interventie tussen professionals en cliënten
wordt de gemeenschap betrokken bij het bepalen van wat gewenst gedrag is en wat goede
interventies zijn?
a. Eigen kracht conferenties
b. Wetgeving combineren met de gemeenschap
c. Wetenschappelijke gemeenschap
5. Wat wordt er bedoeld met handelen volgens ‘best evidence’?
a. Dat de behandeling de meest gebruikelijke manier is door haalbaarheid en consensus
tussen experts
b. Dat er een wetenschappelijke redenering is voor de werking van een behandeling
c. Dat verschillende onderzoeken bewijs leveren voor de werking van de interventie
d. Dat het volgens professionals uit de praktijk de beste manier is om te behandelen
6. Welke uitspraak is waar?
I. bij inductief redeneren is een generalisatie een kansuitspraak die niet 100% zekerheid geeft.
II. Sensitiviteit is het percentage terecht negatieve uitslagen onder personen zonder stoornis.
a. Beide uitspraken zijn waar
b. Beide uitspraken zijn niet waar
c. Uitspraak I is waar en uitspraak II is niet waar
d. Uitspraak II is waar en uitspraak I is niet waar
