Klinisch redeneren
Werkgroep 1
- De student verwoordt wat het verschil is tussen curatieve en palliatieve zorg.
- De student legt uit wat palliatieve zorg inhoudt en weet welke thema’s van belang
zijn in de palliatieve fase.
- De student kent de meest voorkomende symptomen bij cliënten in de palliatieve fase
en kan inschatten welke mensen een verhoogd risico hebben op deze symptomen en
kan deze herkennen in de fase van vroegsignalering.
- De student legt uit wat de symptomen en oorzaken zijn van ‘slaapproblemen’ in de
palliatieve fase.
- De student legt in eigen woorden uit wat palliatieve zorg inhoudt.
- De student legt de stadia van palliatieve zorg uit.
- De student geeft voorbeelden van ziektegerichte en symptoomgerichte palliatie.
Het belangrijkste verschil tussen curatieve en palliatieve zorg is het behandeldoel. Bij
curatief is dit genezen en staat behandelen centraal. Bij palliatief gaat het om genezen
en staat de kwaliteit van leven centraal.
Curatieve zorg:
- Doel: genezen
- Behandelen
- Maximaal reanimeerbeleid
- Protocollaire zorg
- ADL tijdelijk afhankelijk
- Uiteindelijk: integratie in persoonlijke en sociaal leven
Palliatieve zorg:
- Behoud/verbetering kwaliteit van leven
- Behandeling van ziekte indien mogelijk en alleen na afweging van voor- en nadelen
- Overeengekomen reanimeerbeleid
- Zorg op maat
- Wisselende ADL afhankelijkheid
- Uiteindelijk: gericht op kwaliteit van sterven
Curatieve fase Genezing
Palliatieve fase Kwaliteit van leven
Terminale fase Kwaliteit van sterven (laatste 3 maanden voor het overlijden)
Stervensfase Laatste 72 uur voor het overlijden
4 dimensies van palliatieve zorg:
1. Lichamelijk Bijvoorbeeld kortademigheid
2. Psychisch Bijvoorbeeld angst
3. Sociaal Bijvoorbeeld niet meer uit huis durven komen
4. Existentieel Bijvoorbeeld steeds nadenken over de dood
6 thema’s die van belang zijn in de palliatieve zorg:
1. Kwaliteit van leven Lichamelijke, sociale en psychische aspecten
2. Symptoommanagement Specifieke symptomen ondervangen of onderdrukken
3. Multidimensionele zorg Alle dimensies
4. Zorg voor de cliënt en diens naasten Rouwproces en/of schuldgevoelens
5. Anticiperen en proactieve zorgplanning Beslissingen nemen
6. Autonomie Zelf beslissen en grenzen
Wanneer start je met palliatieve zorg? Soms is dit erg duidelijk, namelijk wanneer
genezing niet meer mogelijk is. Maar soms kan het ook erg twijfelachtig zijn, bij