Begrippenlijst H4 – conceptualisering en sociale context
Signe = signifiant(betekenaar) + signifié (betekenis)
conventionele en arbitraire relatie
Sign = representamen (vorm) + interpretant
(betekenis) + object (referent waarnaar
verwezen wordt, is ding in realiteit)
Symbool berust op conventioneel verband ( bv. taal,
verkeersteken, nationale vlag)
Icoon berust op gelijkenis (bv. portret, onomatopee)
Index berust op niet-arbitraire relatie (bv. symptoom-
ziekte)
Arbitrair willekeurig
Conventionalisering berustend op afspraak
Connotatie Tekens krijgen 2de betekenislaag door
conventionalisering van connotaties
Mythe wanneer de connotatie de overhand neemt en
de oorspronkelijke betekenis dus verdwijnt =
versteende connotatie
Conduit metaphor (REDDY) Sprekers zette gedachten om in woorden om ze
vervolgens via een kanaal (een conduit) over te
brengen aan de toehoorder, die de ideeën uit
de woorden haalt
Signe = signifiant(betekenaar) + signifié (betekenis)
conventionele en arbitraire relatie
Sign = representamen (vorm) + interpretant
(betekenis) + object (referent waarnaar
verwezen wordt, is ding in realiteit)
Symbool berust op conventioneel verband ( bv. taal,
verkeersteken, nationale vlag)
Icoon berust op gelijkenis (bv. portret, onomatopee)
Index berust op niet-arbitraire relatie (bv. symptoom-
ziekte)
Arbitrair willekeurig
Conventionalisering berustend op afspraak
Connotatie Tekens krijgen 2de betekenislaag door
conventionalisering van connotaties
Mythe wanneer de connotatie de overhand neemt en
de oorspronkelijke betekenis dus verdwijnt =
versteende connotatie
Conduit metaphor (REDDY) Sprekers zette gedachten om in woorden om ze
vervolgens via een kanaal (een conduit) over te
brengen aan de toehoorder, die de ideeën uit
de woorden haalt