Wetboek gebruiken
Staatsrecht
o Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen – deze wet bel
o Verdrag vd rechten vd mens
o VEU
o VWEU
o Wet op het Grondwettelijk Hof
o P 137 te beginnen – bel
Privaatrecht
o (oud) BW – in handboek BW nieuwe versie
o Tip: bij nieuw altijd boek + afdeling – als je een punt ziet dan gaat het over huidig BW
Afdeling 4. Het vermogen als verhaalsobject
§1. De regel
347. Vermogen als onderpand
Art 3.35-3.36 BW
Vermogen is ‘onderpand’ voor de uitvoering van verbintenissen
Geen geweld, dwang of tijdstraffen
o De uitsluitende recht om geweld en dwang uit te voeren ligt bij de overheid (??)
Volledig vermogen
o Schuldenaar heeft bestuur van het vermogen
Schuldeiser heeft daar geen vat op
o Schuldvordering kan op volledig vermogen worden verdeeld
o Onmogelijk om een deel van het vermogen te onttrekken (met uitzonderingen)
Je staat borg met je volledig vermogen
§2. Individuele uitvoering versus samenloop
348. Individuele uitvoering is de regel
Recht van de snelste
Innen gebeurt gerechtelijk indien betaling niet vrijwillig
Uitvoeringskost kan verhaald worden
Alle schuldeisers moeten hun schuldvordering individueel invorderen, dit alles op kosten van
de schuldenaar
349. Samenloop is de uitzondering
Wettelijke regeling: uitvoerend beslag, faillissement, collectieve schuldenregeling en
vereffening van het vermogen van een rechtspersoon
Hij die het snelst optreedt, krijgt voldoening en de schuldeisers die laattijdig optreden,
wanneer de schuldenaar onvermogend is geworden, krijgen niets meer
Wanneer meerdere schuldeisers gelijktijdig een aanspraak doel gelden op hetzelfde
vermogensbestanddeel van de schuldenaar
Voorrecht is mogelijk bij samenloop
350. Gevallen
§3. Insolventie en collectieve schuldenregeling
351. Insolventi e
Wanneer burger/vereniging/vennootschap niet meer in staat is op duurzame wijze zijn/haar
geldelijke verplichtingen na te komen
A. Collectieve schuldenregeling
352. Begrip
,353. Doelstelling
354. Toelaatbaarheid
355. Opening procedure
356. Arbeidsrechtbank en schuldbemiddelaar
357. Aanzuiveringsregeling
Kwijtschelding
Totale kwijtschelding
358. Herroeping
B. Informatie-instrumenten
359. Begrip
Bestand van betichten
Kredietcentrale
Hoofdstuk 5: Subjectieve rechters
360. Begrip
361. Indeling
Politieke subjectieve rechten
Burgerlijke subjectieve rechten
o Persoonlijkheidsrechten
o Vermogensrechten
362. Uitoefening van subjecti eve rechten
, Hoofdstuk 6: Rechtsfeiten en rechtshandelingen
Afdeling 1: ontstaansmomenten van rechtsbetrekkingen
363. Overzicht
Ex!! Verschil rechtsfeiten en rechtshandelingen
Hoe komen subjectieve rechten tot stand? Hoe verdwijnen ze
o Rechtsfeiten
o Rechtshandelingen
o Feitelijk gedrag op basis van toelating
Afdeling 2: Rechtsfeiten
364. Begrip
Alle gebeurtenissen met rechtsgevolgen
Ontstaan, instandhouden of doen verdwijnen van subjectieve rechten zonder oogmerk
rechtgevolgen in het leven te roepen
o Vreemd aan de wil van de mens
o Vrijwillig of onvrijwillig door de mens gesteld zonder bedoeling rechtsgevolgen te
genereren
Spreken over feiten
o Rechtsfeit = gewoon een gebeurtenis
o Materieel feit = kan rechtsfeit worden als er aan materiele gebeurtenis gevolgen zijn
verbonden
Opgepast: materiële feiten kunnen een belang hebben
365. Soorten
Toevallige feiten
o Gebeurtenissen
o Toestanden
o Tijdsloop
Menselijke handelingen of gedragingen
o Rechtmatige of onrechtmatige daden
366. Bewijs
Zijn meestal onvoorziene gebeurtenissen waarmee de mens geconfronteerd wordt
Afdeling 3: Rechtshandelingen
367. Begrip
Daden van de mens met de bedoeling rechtsgevolgen te ressorteren
Eenzijdige rechtshandelingen
Meerzijdige rechtshandelingen (!)
368. Rechtshandelingen in het privaatrecht
Eenzijdige rechtshandelingen
o 1 persoon die tussenkomt in handeling en rechtshandeling doet ontstaan
Meerzijdige rechtshandelingen
o Geldigheidsvereisten
o Rechtshandelingen waarbij meerdere personen tussenkomen
Bvb. in overeenkomst
Laten teniet gaan van subjectieve rechten
Staatsrecht
o Bijzondere Wet tot hervorming der instellingen – deze wet bel
o Verdrag vd rechten vd mens
o VEU
o VWEU
o Wet op het Grondwettelijk Hof
o P 137 te beginnen – bel
Privaatrecht
o (oud) BW – in handboek BW nieuwe versie
o Tip: bij nieuw altijd boek + afdeling – als je een punt ziet dan gaat het over huidig BW
Afdeling 4. Het vermogen als verhaalsobject
§1. De regel
347. Vermogen als onderpand
Art 3.35-3.36 BW
Vermogen is ‘onderpand’ voor de uitvoering van verbintenissen
Geen geweld, dwang of tijdstraffen
o De uitsluitende recht om geweld en dwang uit te voeren ligt bij de overheid (??)
Volledig vermogen
o Schuldenaar heeft bestuur van het vermogen
Schuldeiser heeft daar geen vat op
o Schuldvordering kan op volledig vermogen worden verdeeld
o Onmogelijk om een deel van het vermogen te onttrekken (met uitzonderingen)
Je staat borg met je volledig vermogen
§2. Individuele uitvoering versus samenloop
348. Individuele uitvoering is de regel
Recht van de snelste
Innen gebeurt gerechtelijk indien betaling niet vrijwillig
Uitvoeringskost kan verhaald worden
Alle schuldeisers moeten hun schuldvordering individueel invorderen, dit alles op kosten van
de schuldenaar
349. Samenloop is de uitzondering
Wettelijke regeling: uitvoerend beslag, faillissement, collectieve schuldenregeling en
vereffening van het vermogen van een rechtspersoon
Hij die het snelst optreedt, krijgt voldoening en de schuldeisers die laattijdig optreden,
wanneer de schuldenaar onvermogend is geworden, krijgen niets meer
Wanneer meerdere schuldeisers gelijktijdig een aanspraak doel gelden op hetzelfde
vermogensbestanddeel van de schuldenaar
Voorrecht is mogelijk bij samenloop
350. Gevallen
§3. Insolventie en collectieve schuldenregeling
351. Insolventi e
Wanneer burger/vereniging/vennootschap niet meer in staat is op duurzame wijze zijn/haar
geldelijke verplichtingen na te komen
A. Collectieve schuldenregeling
352. Begrip
,353. Doelstelling
354. Toelaatbaarheid
355. Opening procedure
356. Arbeidsrechtbank en schuldbemiddelaar
357. Aanzuiveringsregeling
Kwijtschelding
Totale kwijtschelding
358. Herroeping
B. Informatie-instrumenten
359. Begrip
Bestand van betichten
Kredietcentrale
Hoofdstuk 5: Subjectieve rechters
360. Begrip
361. Indeling
Politieke subjectieve rechten
Burgerlijke subjectieve rechten
o Persoonlijkheidsrechten
o Vermogensrechten
362. Uitoefening van subjecti eve rechten
, Hoofdstuk 6: Rechtsfeiten en rechtshandelingen
Afdeling 1: ontstaansmomenten van rechtsbetrekkingen
363. Overzicht
Ex!! Verschil rechtsfeiten en rechtshandelingen
Hoe komen subjectieve rechten tot stand? Hoe verdwijnen ze
o Rechtsfeiten
o Rechtshandelingen
o Feitelijk gedrag op basis van toelating
Afdeling 2: Rechtsfeiten
364. Begrip
Alle gebeurtenissen met rechtsgevolgen
Ontstaan, instandhouden of doen verdwijnen van subjectieve rechten zonder oogmerk
rechtgevolgen in het leven te roepen
o Vreemd aan de wil van de mens
o Vrijwillig of onvrijwillig door de mens gesteld zonder bedoeling rechtsgevolgen te
genereren
Spreken over feiten
o Rechtsfeit = gewoon een gebeurtenis
o Materieel feit = kan rechtsfeit worden als er aan materiele gebeurtenis gevolgen zijn
verbonden
Opgepast: materiële feiten kunnen een belang hebben
365. Soorten
Toevallige feiten
o Gebeurtenissen
o Toestanden
o Tijdsloop
Menselijke handelingen of gedragingen
o Rechtmatige of onrechtmatige daden
366. Bewijs
Zijn meestal onvoorziene gebeurtenissen waarmee de mens geconfronteerd wordt
Afdeling 3: Rechtshandelingen
367. Begrip
Daden van de mens met de bedoeling rechtsgevolgen te ressorteren
Eenzijdige rechtshandelingen
Meerzijdige rechtshandelingen (!)
368. Rechtshandelingen in het privaatrecht
Eenzijdige rechtshandelingen
o 1 persoon die tussenkomt in handeling en rechtshandeling doet ontstaan
Meerzijdige rechtshandelingen
o Geldigheidsvereisten
o Rechtshandelingen waarbij meerdere personen tussenkomen
Bvb. in overeenkomst
Laten teniet gaan van subjectieve rechten
