Contexten’
Hoofdstuk 5 – China 1842-2001
5.1 – Chinees keizerrijk begin 19e eeuw ernstig verzwakt
De keizers regeren als absolute vorsten
19e eeuw: Qing-dynastie/Mantsjoe-dynastie = familieregering
Regeerden bij Hemels mandaat – dus hemel geeft macht en keizerlijk hof vanaf 1421 in Peking
(Beijing)
Keizer provincies prefecturen districten (ambtenaren aan hoofd – hoogste ambtenaren =
mandarijnen – hielden toezicht)
Ambtenarenexamen: grote kennis van o.a. literatuur ambtenaren die slaagden waren zodoende
betrouwbaar en dachten hetzelfde betere regering
Het centrale gezag was gebaseerd op het confucianisme
Aanvulling op geloof in hemelse en aarde orde
Bedacht door Kong Foe-Tsoe (551-449 v. Chr.) = Confucius
Belangrijkste kenmerken:
Nadruk op persoonlijk gedrag
o Mens van nature goed
o Juist gedragen problemen verdwijnen
Leer van 5 menselijke relaties
o Juiste betrekkingen tussen
Heerser – onderdanen
Vader – zoon
Echtgenoot – vrouw
Oudere – jongere broer
Vrienden
Verplichtingen hoog- en laaggeplaatsten
o Lager geplaatsten
Toewijding
Gehoorzaamheid
o Hoger geplaatsten
Goede voorbeeld geven
o Keizer
Handelen in overeenstemming confuciaanse leer ambtenaren doen dat
dan ook
Rituelen zodat iedereen zich op de juiste manier gedraagt
o Vooral uitgebreide regels en gewoonten in keizerrijk
Corruptie in keizerlijk China: was ooit iemand corrupter dan Heshen?
Heshen (1750-1799)
, o Van paleiswacht tot belangrijke vertrouweling
Stal geld samenleving wordt wankel
o Bijvoorbeeld dammen en dijken konden niet meer goed onderhouden worden
overstromingen
o Verhoogt prijzen rijst meer geld voor zichzelf hongersnood
Heshen veroordeeld tot lingchi = lichaam in stukjes gesneden
o Wordt toch opgehangen (was schoonzoon keizer)
o Had veel bezittingen verdwenen??
Problemen voor Qing-dynastie eind 18e, begin 19e eeuw
Gezag Qing-dynastie verzwakt crisis door:
Corruptie
o Inefficiënt bestuur
o Heshen
(Politieke) crisis
o Opstand van de Witte Lotus (1796)
o Arme mensen komen in opstand
o Bestrijding moeilijk door corruptie
o Veel migratie door hongersnoden spanningen
Hongersnoden
o Door natuurrampen/uitbuiting overheid/overbevolking/bevolking groeit maar
landbouw niet
5.2 – De Eerste Opiumoorlog (1839-1842): China doet concessies
Zowel China als het Westen beschouwt zich als superieur
China: Rijk van het midden zien zichzelf als voorbeeld bijvoorbeeld van cultuur
Qing-dynastie heeft niet veel betrekkingen met ‘ondergeschikt’ buitenland – onderhandelen is
erkennen van gelijkheid
Westen: gaat imperialiseren:
Politieke overheersing en economische uitbuiting
The White Mens Burden beschaving brengen – wil China niet
Beiden willen niet aanpassen – Engeland wil dat China aanpast desnoods door geweld
De voor China schadelijke gevolgen van de opiumhandel
Meer opium in 18e eeuw van Brits-Indië naar China was schadelijk voor China:
Moest met Chinees zilver betaald worden economie lijdt
o Erger vanaf 1834: Britse regering maakt onder druk einde aan monopolie East India
Company iedereen mag invoeren
Sociale ontwrichting
o Vooral in de kustgebieden veel verslaving
Chinese regering verbiedt tevergeefs
o Chinese ambtenaren sterk omkoopbaar
o Illegale opiumhandel groeit