COLLEGE 1 DIAGNOSTISCHE CYCLUS I
hoe kunnen we normale ontwikkeling van afwijkende ontwikkeling onderscheiden. (=diagnostiek)
op tentamen niet gevraagd naar bijvoorbeeld allemaal theorieën over autisme.
Welk instrument kies je WEL tentamen
Valkuilen diagnosticus
- Confirmation bias: neiging om op zoek te gaan naar informatie die eigen veronderstelling ondersteunt
o → je vermoedt ADHD dus zie je de ASS kenmerken niet...
o Breder kijken dan hetgene wat je vermoedt!
- Excessive data collection: het verzamelen van veel meer – en vaak overbodige – gegevens dan nodig is
o → meerdere vragenlijsten afnemen ondanks voldoende info…
o Te veel informatie verzamelen. Is heel belastend, maar als je alles gaat onderzoeken is er altijd wel iets
significant. Maar is dat dan echt zo of is het een toevalsbevinding
- Anchoring / primacy effect: het in de oordeelsvorming bevoordelen van informatie die het eerst wordt verkregen
o → intakevragenlijst wijst op ADHD? Dan is er vast sprake van ADHD...
o Verder doorvragen
- Framing: neiging om symptomen te interpreteren op basis van de wijze waarop het is gepresenteerd
o → positief (wel sprake van) of negatief (geen sprake van) geformuleerde info...
o Niet alleen vragen naar die wel voorkomen, maar ook vragen naar dingen die niet voorkomen.
- Availability bias: neiging om het eerste dat in je opkomt of de informatie die het meest opvalt als waarheid te zien
o → net een kind met ASS gezien, dan gekleurde blik bij zien volgende kind…
- Culturele bias: verkeerd interpreteren van culturele aspecten
o Bijvoorbeeld wegkijken van iemand (ASS?), terwijl dat bij iemand uit die cultuur heel netjes is.
Met andere woorden:
- Klinische blik is altijd gekleurd. Onze (intuïtieve) klinische blik is niet te vertrouwen!
o In het dagelijks leven baseren we ons oordeel op basis van cognitieve vuistregels en heuristieken
(zoekstrategieën) waar fouten in (kunnen) zitten
Bijv. beschikbaarheidsheuristiek
o Vaak nuttig, maar in het diagnostisch proces is een intuïtief klinisch oordeel niet voldoende en soms zelfs sterk
vertekenend
o Daarom werken we volgens een besliskundig model!
Diagnostische cyclus is gebaseerd op de besliskunde.
- Gebaseerd op de empirische cyclus
- Het systematisch beschrijven van een beslissingsprobleem en het methodisch vinden van een correcte oplossing daarvan
o Kleinere kans op bias
o Gedachtenproces getoetst vanuit wetenschappelijke theorie
- Welk besliskundig model? De diagnostische cyclus van de Bruyn!
DIAGNOSTISCHE CYCLUS
Diagnostische Cyclus (de Bruyn)
, Voorbeeld van een empirische cyclus die is uitgebouwd tot een hypothese toetsend model
1. Klachtenanalyse wat is de hulpvraag?
- Waar kunnen we jullie mee helpen?
2. Probleemanalyse wat is er aan de hand? Hoe erg is het?
3. Verklaringsanalyse hoe kunnen we de problemen verklaren?
- Hier ga je begrijpen hoe het zit. En dit heb je nodig om te bepalen wat je moet gaan doen.
4. Indicatieanalyse
Hele klinische cyclus
- Eerst diagnostische cyclus, daarna de therapeutische cyclus (behandelcyclus)
- Indicatiestelling = brug tussen diagnostiek en behandeling
Diagnostische cyclus t.o.v. van intuïtie
- Diagnostische cyclus biedt mogelijkheid:
o Alle denkstappen vast te leggen
o Expliciet te werken met theorieën over het ontstaan van (afwijkend) gedrag
o Onderzoek te doen naar de waarde van theorieen en het effect van interventies voor een specifiek individu
o Resultaten transparent te maken en uit te wisselen
Kwaliteit diagnostiek
Beoordeling kwaliteit diagnostiek is gericht op het proces niet op het product
- Accountability = kunnen legitimeren door middel van reflectie. Basis voor het opstellen van richtlijnen = good practice
o Reflecteren, overleg, (bij)scholing
- Liability: juridische verantwoording van diagnostisch handelen
o NVO, NIP, BIG
Diagnostiek in orthopedagogiek en ontwikkelingspsychologie
- Binnen het perspectief van ontwikkelingsdomeinen
- Context is in beeld (gezin, buurt, cultuur, etc.)
- Klinische diagnostiek gericht op individuele geval
- Hulpvragen zijn sturend
- Handelingsgericht