INSPANNINGSFYSIOLOGIE (T3 & T4)
HOOFDSTUK 2 BRANDSTOF VOOR SPIEREN
METABOLISME EN BIO-ENERGETICA
- Energie wordt in voedsel opgeslagen in de vorm van koolhydraten, vetten en
eiwitten.
- De substraten kunnen in onze cellen worden afgebroken om opgeslagen
energie vrij te geven.
- Alle chemische reacties in ons lichaam worden samen metabolisme
(stofwisseling)
- Energie wordt afgebroken tot warmte, dit wordt gemeten in calorieën (cal) of
joules (j).
o Mens wordt energie uitgedrukt in kilocalorieën (kcal). 1 kcal is gelijk
aan 1000 cal.
o C synoniem voor kcal
- Deel van de energie wordt gebruikt voor groei en herstel.
o Spiermassa opbouwen gedurende een trainingsperiode
o Repareren schade na inspanning of blessure
Energiebronnen
- Energie komt vrij als chemische verbindingen worden verbroken
- Moleculaire bindingen in voedingsstoffen zijn zwak en leveren daarom weinig
energie.
- Energie in de bindingen van voedselmoleculen chemisch losgelaten in de
cellen en dan opgeslagen in de vorm van een hoog energetische verbinding
adenosinetrifosfaat (ATP)
- In rust afbraak van koolhydraten (KH) en vetten
- Eiwitten zijn bouwstenen van het lichaam
o Verschaffen weinig energie via de stofwisseling
- Spierarbeid korte duur/ hoge intensiteit voornamelijk koolhydraten
- Spierarbeid lage duur/ minder intensieve intensiteit koolhydraten en vetten
Koolhydraten
Hoeveelheid verbruikte koolhydraten tijdens een inspanning heeft te maken met:
- Beschikbaarheid van koolhydraten
- Ontwikkeling van het systeem voor het metabolisme van koolhydraten in de
spieren
- Alle koolhydraten worden uiteindelijk omgezet in glucose (C6H12O6) een
monosacaride, die kan via het bloed getransporteerd worden.
o In rust worden KH opgeslagen in de spieren en lever, maar dan in
glycogeen.
- Glycogeen wordt opgeslagen in het cytoplasma van de spiercel. Ook wordt
het nog in de lever opgeslagen zodat het terug gevormd kan worden naar
glucose.
- In zetmeel en suikers zitten veel koolhydraten
HOOFDSTUK 2 BRANDSTOF VOOR SPIEREN
METABOLISME EN BIO-ENERGETICA
- Energie wordt in voedsel opgeslagen in de vorm van koolhydraten, vetten en
eiwitten.
- De substraten kunnen in onze cellen worden afgebroken om opgeslagen
energie vrij te geven.
- Alle chemische reacties in ons lichaam worden samen metabolisme
(stofwisseling)
- Energie wordt afgebroken tot warmte, dit wordt gemeten in calorieën (cal) of
joules (j).
o Mens wordt energie uitgedrukt in kilocalorieën (kcal). 1 kcal is gelijk
aan 1000 cal.
o C synoniem voor kcal
- Deel van de energie wordt gebruikt voor groei en herstel.
o Spiermassa opbouwen gedurende een trainingsperiode
o Repareren schade na inspanning of blessure
Energiebronnen
- Energie komt vrij als chemische verbindingen worden verbroken
- Moleculaire bindingen in voedingsstoffen zijn zwak en leveren daarom weinig
energie.
- Energie in de bindingen van voedselmoleculen chemisch losgelaten in de
cellen en dan opgeslagen in de vorm van een hoog energetische verbinding
adenosinetrifosfaat (ATP)
- In rust afbraak van koolhydraten (KH) en vetten
- Eiwitten zijn bouwstenen van het lichaam
o Verschaffen weinig energie via de stofwisseling
- Spierarbeid korte duur/ hoge intensiteit voornamelijk koolhydraten
- Spierarbeid lage duur/ minder intensieve intensiteit koolhydraten en vetten
Koolhydraten
Hoeveelheid verbruikte koolhydraten tijdens een inspanning heeft te maken met:
- Beschikbaarheid van koolhydraten
- Ontwikkeling van het systeem voor het metabolisme van koolhydraten in de
spieren
- Alle koolhydraten worden uiteindelijk omgezet in glucose (C6H12O6) een
monosacaride, die kan via het bloed getransporteerd worden.
o In rust worden KH opgeslagen in de spieren en lever, maar dan in
glycogeen.
- Glycogeen wordt opgeslagen in het cytoplasma van de spiercel. Ook wordt
het nog in de lever opgeslagen zodat het terug gevormd kan worden naar
glucose.
- In zetmeel en suikers zitten veel koolhydraten