Hoofdstuk 2 Leerstijlen van studenten
2.1 Waarom leerstijlen van studenten?
De activiteit en zelfverantwoordelijkheid zijn cruciale voor het leerresultaat. Het onderwijs moet
dusdanig vormgegeven worden dat elke leerstijlen aan bod komt (optimaal leren).
2.2 Wat is een leerstijl?
Een leerstijl is een samenhangend geheel van opvattingen en kennis van studenten over leren, hun
leerconcepties, -motieven en –activiteiten die studenten gebruiken in een bepaalde periode.
Verschillende generaties leerstijltheorieën:
1e generatie: omstandigheden waaronder mensen prefereren te leren (licht, geluid, warmte)
2e generatie: cognitieve verwerkingsprocessen, aangevuld met motivatie (Kolb).
3e generatie: ook plaats voor metacognitie en regulatieprocessen (Vermunt).
2.3 Leerstijlen van Kolb
Ervaring speelt een centrale rol. Twee dimensies in het leerproces:
1. Concrete ervaringen tegenover abstracte begrippen.
2. Actief tegenover passief.
Leerstijl Gemotiveerd door Zet zich af tegen
- Nieuwe ervaringen/ problemen/ mogelijkheden - Voordrachten/monologen/uitleg/
- Korte activiteiten verklaringen over hoe dingen horen
- Situaties met opwinding/drama/ crisis - Afstand houden
- Voorzitten/discussie leiden/presenteren - Objectiviteit/reflectie
- Brainstormen/vragen stellen, geen rekening houdend - Gegevens opnemen, analyseren
met structuur - Alleen werken
- Uitdagingen met beperkte middelen - Plannen van het leerproces
- Teamopdrachten - Theoretische verklaringen
- Vrije opdrachten - Uitvoeren van dezelfde activiteit
- Ontwerpopdrachten - Gedetailleerde opdrachten
- Gedegen werk
Doener Sterke kanten Zwakke kanten
- Flexibel, vatbaar voor nieuwe ideeën - Heeft de neiging om zonder na te denken
- Probeert uit tot actie over te gaan
- Zoekt blootstelling aan nieuwe situaties - Neemt onnodige risico’s
- Is optimistisch over nieuwe dingen - Heeft de neiging (te) veel zelf te doen
- Past zich makkelijk aan onverwachte omstandigheden - Is ongeduldig
aan - Raakt verveeld bij consolidatie
Leerstijl Gemotiveerd door Zet zich af tegen
- Bezien/overdenken/overzien activiteiten - Gedwongen in het middelpunt staan
- Observatie-opdrachten - Handelen zonder planning
- Bekijken film/video - Onvolledigheid
- Denken voor handelen - Strakke kaders/instructies
- Tijd om voor te bereiden - Tijdsdruk
- Op onderzoek uitgaan/info verzamelen - Snel overschakelen naar een andere
- Reflectie activiteit
- Eis tot doordachte analyses en rapporten - Oppervlakkigheid
- Uitwisselen van ideeën/praktijkervaringen
- In eigen tijd beslissen
- Groepsgesprek
Ontwerper Sterke kanten Zwakke kanten
- Voorzichtig, degelijk, methodisch, bedachtzaam - Heeft de neiging zich terug te trekken