Lichaamsvlakken
- Sagitaal links – rechts
- Transversaal boven – onder
- Coronaal voor – achter
Scanvlakken
- Longitudionaal langste de lengte I (van craniaal naar caudaal)
- Transversaal horizontaal – van (links naar rechts)
Het gemarkeerde deel op de transducer staat op het scherm links. Bovenkant van wat je op je
gescande beeld ziet is de huid. (cutus en subcutus)
Links Rechts
Craniaal Caudaal
Echogeniteit
Vlakken kan je met elkaar vergelijken tov elkaar, hieruit kan je een vlak een naam geven
- Echorijk hoge intensiteit echo (wit) bot
- Echoarm lage intensiteit echo (grijs)
- Echoloos geen intere echo (zwart) bloedvaten,vocht,cyste
Echotextuur
- Homogeen uniforme echo, fijne gelijkmatige textuur
- Heterogeen geen uniforme echo, irregulaire textuur
Artefacten
- Slagschaduw
o Je komt iets tegen wat echo tegen houdt krijg je zwart achter (dit zelf is meestal wit:
bot cyste, iets hards) Oorzaak: groot verschil in akoestische impedantie of groot deel
geluidsbundel wordt geabsorbeerd.
- Anisotropie
o Wanneer je een (kleine)pees schuin raakt kaatst deze weg, hierdoor krijg je
zwart/grijs korrelig beeld. (dit zijn de achtergelegen structuren)
- Sonolucentie
o vocht geeft geen weerstand, hierdoor komt er meer energie in de diepte vergeleken
met naast gelegen gebieden, hierdoor krijg je een witter vlak. Het vocht zelf is zwart.
- Reverberatie
o er is een hard vlak met daaronder nog een hard vlak, hierdoor krijg je opnieuw
hetzelfde beeld, maar wel steeds een zwakker beeld. Oorzaak: twee relatief sterke
reflectoren lopen evenwijdig aan elkaar.