De dialectische methode is het denken in tegenstellingen en hun synthese. Je bekijkt dan beide
uiterste en komt erachter dat de waarheid ergens in het midden ligt. Voorbeeld is dat de mensen in
de 17e eeuw steeds meer politieke recht kregen. Rechten die hun vrijheid vergroten en de
overheidsbemoeienis verkleinen. Deze vrijheid leidt tot de industriële revolutie met nare sociale
gevolgen. Zo ontstond de roep naar meer sociale rechten. Inperking van de vrijheid en meer
overheidsbemoeienis op sociale vlak. Een tegenstelling in de geschiedenis.
Hegel veronderstelt dat de cultuur niet anders is dan de natuur in het opzicht dat het volgens zijn
eigen innerlijke wetten ontwikkelt en volgens zijn redelijke principes georganiseerd is. De natuur is
te begrijpen en daarom dus ook de cultuur. Het werkelijke is redelijk en het redelijke is werkelijk.
Hij is een vertegenwoordiger van de verlichtingsgedachte die Rousseau bekritiseerd. Die gedachte
luidt dat de ontwikkelingen van de geschiedenis een vooruitgang is. Wetten worden niet steeds
opnieuw ingevoerd maar ze worden verbeterd en redelijker. De rede verwerkelijkt zichzelf in de
wetten. Wetten zijn dus producten van de geest. De individueel die wetten opstelt is geconditioneerd
aan de tijd en cultuur. Deze individu vertegenwoordigen een samenspel van belangen en wensen die
op zijn beurt weer een reactie is op de bestaande instituties en wetten. Dat is de list van de rede. De
rede is niet zozeer het individuele verstand maar een boven individuele rationaliteit. Er is een These
(invoering van politieke rechten). Als reactie daarop ontstaat de Anti-these (tegenbeweging waarin
de politieke rechten ter discussie komen). Uit eindelijk komt er de Synthese (invoeren van sociale
rechten). Op zijn beurt is de Synthese weer een These (kritiek op de verzorgingsstaat) en dit gaat
oneindig door.
De drijfveer van de geschiedenis die leidt tot de vorming van de staat is volgens Hegel het streven
naar erkenning. Dit streven is terug te vinden bij Hobbes en Roussea. Alleen is het bij Hegel niet
materialistisch (in tegenstelling tot Hobbes) en positief (in tegenstelling tot Roussea). Hobbes vond
dat de geschiedenis niet alleen een geschiedenis van de opkomst van de staat maar ook een
geschiedenis waarin de menselijke natuur zich ontwikkelt. De mens is een sociaal dier wat Hobbes
en Roussea niet dachten in de natuurtoestand. De verlangen om herkend en erkend te worden door
andere mensen. Dit leidt tot een gewelddadige strijd (in tegenstelling tot Roussea's vrede) tussen
twee partijen die elkaars erkenning willen afdwingen. In een strijd gaat de een of de andere dood
maar dan krijgt de overlevende geen erkenning. Dus de strijd moet uitlopen in een
machtsverhouding waarbij de een over de andere heerst. Je verkiest slavernij boven de dood. De
relatie van heer en knecht ontstaat in tegenstelling tot Hobbes' maatschappelijke contract.
De verwerkelijking van de rede bestaat uit drie delen. 1. In de Griekse stadstaat stond het algemene
belang voorop maar dat werd bepaald door een klein groepje mensen. Slavernij staat de redelijkheid
van het politieke leven in de weg. 2. Het christendom maakt de vrijheid van mensen het
uitgangspunt. Het protestantisme bereid het individualistisch vrijheid voor. De individuele vrijheid
komt naar voren in de Franse revolutie als vrijheid van de economie. 3. De moderne staat bereikt de
verzoening door het algemene belang te vertegenwoordigen en de individuele vrijheden te
beschermen. De rede komt eerst in de vorm van recht. Alleen is dat heel abstract omdat niet
garanderen dat mensen rechtvaardig handelen. Daarbij komt het dat het geweten ook niet garandeert
dat mensen goed handelen. Pas wanneer goede bedoelingen vertaald worden in concrete
maatschappelijke instellingen die dat uitvoert komt rechtvaardigheid tot concrete uitdrukking. De
concrete uitwerking van recht en geweten in maatschappelijke instellingen noemt Hegel de
zedelijkheid. Deze zedelijkheid bestaat uit drie delen. 1. Het bijeenhouden van de familie door
liefde. 2. De volwassen persoon in een familie is deel van een samenwerkingsverband. 3. De
vereniging van de verbanden. De ware staat is een constitutionele monarchie met bovenaan een
koning, de regering de wetten uitvoeren en de wetgevende macht maakt de wetten.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ziyi26. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.