Samenvatting geschiedenis examen historische contexten CHINA en DUITSLAND

Mandarijnen (=ambtenaren) hadden grond, die door pachtende boeren werd bewerkt. Ze moesten
dure examens afleggen over het confucianisme (ideologie die benadrukte dat iedereen gehoorzaam
moest zijn aan diens meerdere/Hierarchische structuur).

Handel/ambacht/Industriële Revolutie stelde niks voor. In de laatste Qing-dynastie namen politieke
opstanden/hongersnood/corruptie flink toe. Door dit verzwakte bestuur was het lastig om westerse
uit land te houden

Qingkeizers zagen de Europeanen als barbarendaarom beperkten ze de handel

Westen zag taak om derest van de wereld te beschaven

Europa op technologisch gebied een voorsprong door: industrialisatiekon wil opleggen

Sprake van handel (bijv.in opium, zilver en thee) van China met het westen Westen wilt meer
toegang tot de Chinese markt Chinese ambtenaren nemen buitenlandse opium in
beslag(eigenhandel)woede bij opiumverslaafde Chinezen/ Engelse/ Fransen2 Opiumoorlogen
gewonnen door het Westen.

In militaire druk gedwongen ongelijke verdragen stond:

- Toegang tot bepaalde steden
- Overheidstaken overgenomen(Recht om belasting te heffen)
- Zeggenschap over delen van China.
Er onstond verzet tegen de steeds toenemende buitenlandse inmenging + de corrupte ambtenaren +
de machtloze keizerlijke dynastie.

Chinezen zagen achterstandwilden moderniserentegengehouden door ambtenarenhierdoor
braken opstanden uit:

- Taipingopstand: einde Qingdynastie/ ongelijke verdragen/communisme
- Nianopstand: boeren op plundertochten tegen armoede/voor emancipatiebeweging

De keizer+ambtenaren zagen de noodzaak tot modernisering.

Zelfversterkingsbeweging: hervormingsbeweging

De Zelfversterkingsbeweging zorgde voor:

- Modernisering Militair
- Afschaffing van de eeuwenoude ambtenarenexamens
- Geleidelijke veranderingen in de bestuurspraktijk (grondwet, maar tot invoering van
democratie kwam het niet)

Tot een echte modernisering kwam het ook niet door de Boksers (landloze boeren), zij keerden zich
tegen de aanwezigheid van buitenlanders/hervormingen eisten. De keizerin-weduwe Cixi steunde
aanvankelijk deze Bokseropstand.

De strafmaatregelen van het westen waren herstelbetalingen + te weinig geld /weigerende keizerlijk
hof om te moderniseren, leidde tot geen vertrouwen1911 revolutie einde keizerrijk.

De revolutie: De leider was de nationalist Sun Yat-sen met idealen:

- Nationalisme: alle volken in china verenigen tegen het westen
- Democratie: macht volk/grondwet

, - Socialisme: bestrijden sociale misstanden

Eerst kwamen er parlementsverkiezingen zijn nationalistische partij won (GMD) Sun Yat-sen
eerste president van republiek Chinastaatsgreep van generaal Yuan Shikai verloor steun leger
omdat hij zich tot keizer wilde laten kronenland geregeerd door krijgsheren (militaire
machthebbers)

China hielp geallieerdenniet beloond in het verdrag van versailles

In 1919 is de 4-mei-beweging opgericht:

- Uit protest tegen de invloed van Westen+ versailles
- Eisten hervormingen.
- Rusland voor steun want leek op China
- Chinese Communistische Partij (CCP)

Kwo Min-tang(nationaal) en CCP: Noordelijke Veldtocht samenwerking

Gemeenschappelijke veldtochtstrijd (doel had om china te verenigen) tegen de militaire
machthebbers/warlords. Communistisch-nationalistisch leger verslagen de warlords+ herstelden
centraal gezagvolgde een bloedbad: duizenden communisten werden gedood.

Na de Noordelijke Veldtochtregeren de nationalisten van Chiang Kai-sjek:

- Industrialisatie
- Infrastructuur
- Eind aan de ‘ongelijke verdragen’
- Corruptie
- CCP teruggetrokken in de bergen
Japan (moderne/ imperialistische mogendheid)gebrek aan grondstoffen (olie)gebieden in Azië
veroveren (Korea/noorden China)fascistische staat Mantsjoeko gevestigd met de voormalig
Chinese keizer als marionettenkeizer (geen echte macht)Vanaf 1937 grote delen van China door
Japan bezet

Nationalisten van Chiang + communisten van Mao werken weer samen. Maar na de capitulatie van
Japan (Hirosjima en Nagasaki, 1945) breekt er een burgeroorlog uit. Na WO-IIkoude oorlog
nationalisten gesteund door VS in Taiwan/communisten door Sovjet-Unie bij aanval mogelijke
wereldoorlog

Tijdens de Japanse bezettingsjaren is de aanhang van de CCP (Mao) flink gegroeidnationalistische
regering regeerde niet goed overwinning van de communisten (rode leger)want ze kregen steun
van ontevreden boerenvluchten de nationalisten naar Taiwan.

Omdat de nationalisten de geallieerden hielpenkregen ze erkenningaangewezen tot permanent
lid VN.

Zorgde CCP voor:

- Centraal gezag
- Buitenlandse mogendheden het land uitgezet
- Hervormingsbeleid in vorm van communisme (kapitalistische heersende klasse tegenover de
onderdrukte + bedrijven genationaliseerd+ herverdeling van grond onder boeren)

Prolectariaat: het volk en kapatilisten: de rijken