Etnografie en beoordelingsleer van de huisdieren
Hoofdstuk 1: Evolutie, domesticatie en selectie van de huisdieren (pg 2 - 4)
Hoofdstuk 2: Het paard (pg 4 – 26)
Hoofdstuk 3: Het rund (pg 26 – 38)
Hoofdstuk 4: Het schaap (pg 39 – 44)
Hoofdstuk 5: De geit (pg 44 – 47)
Hoofdstuk 6: Het varken (pg 48 – 52)
Hoofdstuk 7: De hond (pg 53 – 60)
Hoofdstuk 8: De kat (pg 60 – 63)
Hoofdstuk 9: Het konijn (pg 64 – 68)
Hoofdstuk 10: De kip (pg 68 – 73)
Hoofdstuk 11: De kalkoen (pg 73)
Hoofdstuk 12: Het parelhoen (pg 74 – 75)
Hoofdstuk 13: De duif (pg 75 – 79)
1
, Hoofdstuk 1: Evolutie, domesticatie en selectie van de huisdieren
1. Domesticatie en selectie
Domesticatie = het tot huisdier maken van oorspronkelijk wilde dieren, zodat deze
min of meer in harmonie kunnen samenleven met de mens.
- Langzaam verlopend proces
- Mens benut meerdere dierlijke eigenschappen per diersoort => diersoort valt
uiteen in gespecialiseerde populaties of rassen
- Tijdens ijstijd kon mens enkel overleven door de jacht=> later: nuttiger om dieren
nog even levend te houden
- Eerst gedomesticeerd nr laatst: hond > geit > schaap > varken > rund > duif >
ezel > kip > paard > kat > parelhoen > kalkoen > cavia > konijn
- Eerst herbivoren: geen voedselcompetitie tussen mens en dier
- Romeins tijdperk: men at ook als uiting van de verfijnde cultuur
• Parelhoen als offerdier bij de Grieken
• Wilde hazen of duiven bij Romeinen
Selectie = specifieke en wetenschappelijke gefundeerde paringen tss zorgvuldig
uitgekozen fokdieren. Dit versnelde de specialisatie binnen de diersoorten de laatste
eeuwen
- Binnen de soort gespecialiseerde rassen doen ontstaan
- Hedendaagse selectie:
• Erfelijkheidsleer
• Biometrie = bijhouden van gegevens
• Computer wetenschappen
• Diervoeding
• Voorplanting => kunstmatige inseminatie, M.O.E.T. (multiple ovulatie en
embryo transfer), O.P.U./I.V.P. (ovum pick up en in vitro productie)
2. Gevolgen van domesticatie en selectie op huisdieren
A. Morfologische kenmerken:
- Primitieve dieren: zwaarder skelet en nood aan verdedigingsmanieren => nu:
dieren worden beschermd door de mens
- Morfologische abnormaliteiten: onderkaakverkorting (bv. doghonden) of
ledematenverkorting (bv. teckels)
- Minder behoefte aan uitwendige aanpassing aan hun leefomgeving
• Verscheidenheid in beharings- en andere lichaamsbedekkingsvormen
• Monotome schudkleuren bij wilde dieren veranderen in diversificatie bij
de huisdieren
2
, B. Functionele eigenschappen:
- Wilde dieren handelen volgens hun instinct om te overleven
- Mens wijzigt het instinct en bevordert het geheugen, de wil en het verstand van
de huisdieren
- Aanleren of africhten berust op:
• Herhaling => automatisme
• Ritme => memorisatie
• Continuïteit => blijft ingeprent in geheugen
• Progressiviteit
• Belonen
- Door aanleren en africhten is band tss mens en huisdier versterkt
- Communicatiestrategieën zijn gewijzigd (bv. honden blaffen nu en huilen niet)
- Voortplantingskenmerken (economisch belangrijk):
• Huisdieren zijn vroegrijper
• Wilde dieren hebben seizoensgebonden voorplanting
• Tamme dieren zijn vruchtbaarder
• Bv. kip = continue kweker
- Moederinstinct gewijzigd
• Sommige dieren verlaten jongen of willen ze niet meer herkennen (soms
kannibalisme)
• Mens verdrong moederinstinct ten bate van de productiviteit
- Hersenomvang afgenomen:
• Delen van het CZS => moeten zichzelf niet meer beschermen tegen
predators
- Erfelijke gebreken zorgen ervoor dat sommige huisdiersoorten niet meer zonder
de mens kunnen leven
3. Enkele gegevens aangaande systematiek
- Regnum Amalia
• Klassen (classes) > Orden (ordo) > Families (familiae) > Geslachten
(genera) > Diersoorten (species)
- Klassen:
• Aves (vogels)
• Mammalia (zoogdieren): warmbloedig (homoïotherm), behaard,
levendbarend en zogen jongen met melk
- Ordes bij vogels:
• Columbiformes (duifachtigen)
• Galliformes (hoenderachtigen): kip = Gallus gallus + kalkoen = Meleagris
gallopavo + parelhoen
- Ordes bij zoogdieren:
• Lagomorpha (haasachtigen): 2 stifttanden achter 2 knaagtanden =>
Duplicidentata. Haas = Lepus europeus + konijn = Oryctolagus cuniculus
• Carnivora (roofdieren): huishond = Canis familiaris + huiskat = Felis catus
3
, • Perissodactyla (onevenhoevige): binnen familie Equidae/paardachtigen
onderscheid tss volgende soorten:
▪ Paard: Equus przewalski (mongools wild paard) + Equus caballus
(gedomesticeerd paard)
▪ Ezel: Equus asinus africanus (nubische ezel) + Equus asinus
somalicus (somalische ezel) + Equus asinus asinus (huisezel)
• Artiodactyla (evenhoevige): onderscheidt suborde van de niet-herkauwers
(varken) en de herkauwers (Ruminantia: rund, schaap en geit)
▪ Sus scrofa (varken)
▪ Familie Bovidae/holhoornigen: Ovis aries (huisschaap) + Capra
hicus (huisgeit) + Bovinae (bulbalus, Bos taurus = huisrund, Bos
indicus = zebu)
Hoofdstuk 2: Het paard + de ezel
1. Evolutie en domesticatie van het paard
- Equus ferus: opgejaagd als vleesdier
- Eerste trekdieren waren runderen => vervangen door paarden (behalve voor
landbouwwerk), want paarden zijn sneller
- Ezels gebruikt als lastdier
- 1e gedomesticeerd paard: 3500 j v.C. in Zuid-Oekraïne => Z.O.-Europa, waren van
Tarpan herkomst
- Oorspronkelijk klein => dr gevangenschap groter geworden door gerichte paring
- Bronzen tijdperk: vervaardiging grootwielige wagens waardoor snellere vervoer
en grotere hoeveelheden goederen mogelijk werden => militaire aanwending van
trekpaarden
- 1e bereden paard: 2000 v.C. in Mesopotamië, splitst in 2 groepen paarden:
• Centraal Azië en Klein Azië: klein pony-achtige paarden (voorgangers
Oosterse populatie)
• Z.O.- Europa: hoog benige lymfatische bospaarden (voorgangers zware
militaire ruiterij- en wagenpaarden)
- 1500 v.C.: aantal paarden stijgt => paarden werden, bereden door de Chinezen,
zadels en stijgbeugels uitgevonden + kweking zwaardere paarden
- Middeleeuwen: zwaardere rijpaarden => grote zware toernooipaarden
• Na ontdekking buskruit: kleinere en vinnigere paarden
- 1492: geen enkel paard in Amerika => 1519: Cortes bracht tiental paarden mee
- Eind 16de-17de eeuw in Centraal- en Zuid-Amerika: Spaanse paarden ingevoerd
• Breidde uit nr Noord-Amerika: Indianen werden uitmuntende ruiters en
maakten paarden deel van hun beschaving
- 2de helft 17de eeuw en 18de eeuw in Noord-Amerika: Engelse halfbloedpaarden
geïntroduceerd
- Ontdekking Australië en Nieuw-Zeeland: eerst geen paarden => invoer Engelse
paarden
4
Hoofdstuk 1: Evolutie, domesticatie en selectie van de huisdieren (pg 2 - 4)
Hoofdstuk 2: Het paard (pg 4 – 26)
Hoofdstuk 3: Het rund (pg 26 – 38)
Hoofdstuk 4: Het schaap (pg 39 – 44)
Hoofdstuk 5: De geit (pg 44 – 47)
Hoofdstuk 6: Het varken (pg 48 – 52)
Hoofdstuk 7: De hond (pg 53 – 60)
Hoofdstuk 8: De kat (pg 60 – 63)
Hoofdstuk 9: Het konijn (pg 64 – 68)
Hoofdstuk 10: De kip (pg 68 – 73)
Hoofdstuk 11: De kalkoen (pg 73)
Hoofdstuk 12: Het parelhoen (pg 74 – 75)
Hoofdstuk 13: De duif (pg 75 – 79)
1
, Hoofdstuk 1: Evolutie, domesticatie en selectie van de huisdieren
1. Domesticatie en selectie
Domesticatie = het tot huisdier maken van oorspronkelijk wilde dieren, zodat deze
min of meer in harmonie kunnen samenleven met de mens.
- Langzaam verlopend proces
- Mens benut meerdere dierlijke eigenschappen per diersoort => diersoort valt
uiteen in gespecialiseerde populaties of rassen
- Tijdens ijstijd kon mens enkel overleven door de jacht=> later: nuttiger om dieren
nog even levend te houden
- Eerst gedomesticeerd nr laatst: hond > geit > schaap > varken > rund > duif >
ezel > kip > paard > kat > parelhoen > kalkoen > cavia > konijn
- Eerst herbivoren: geen voedselcompetitie tussen mens en dier
- Romeins tijdperk: men at ook als uiting van de verfijnde cultuur
• Parelhoen als offerdier bij de Grieken
• Wilde hazen of duiven bij Romeinen
Selectie = specifieke en wetenschappelijke gefundeerde paringen tss zorgvuldig
uitgekozen fokdieren. Dit versnelde de specialisatie binnen de diersoorten de laatste
eeuwen
- Binnen de soort gespecialiseerde rassen doen ontstaan
- Hedendaagse selectie:
• Erfelijkheidsleer
• Biometrie = bijhouden van gegevens
• Computer wetenschappen
• Diervoeding
• Voorplanting => kunstmatige inseminatie, M.O.E.T. (multiple ovulatie en
embryo transfer), O.P.U./I.V.P. (ovum pick up en in vitro productie)
2. Gevolgen van domesticatie en selectie op huisdieren
A. Morfologische kenmerken:
- Primitieve dieren: zwaarder skelet en nood aan verdedigingsmanieren => nu:
dieren worden beschermd door de mens
- Morfologische abnormaliteiten: onderkaakverkorting (bv. doghonden) of
ledematenverkorting (bv. teckels)
- Minder behoefte aan uitwendige aanpassing aan hun leefomgeving
• Verscheidenheid in beharings- en andere lichaamsbedekkingsvormen
• Monotome schudkleuren bij wilde dieren veranderen in diversificatie bij
de huisdieren
2
, B. Functionele eigenschappen:
- Wilde dieren handelen volgens hun instinct om te overleven
- Mens wijzigt het instinct en bevordert het geheugen, de wil en het verstand van
de huisdieren
- Aanleren of africhten berust op:
• Herhaling => automatisme
• Ritme => memorisatie
• Continuïteit => blijft ingeprent in geheugen
• Progressiviteit
• Belonen
- Door aanleren en africhten is band tss mens en huisdier versterkt
- Communicatiestrategieën zijn gewijzigd (bv. honden blaffen nu en huilen niet)
- Voortplantingskenmerken (economisch belangrijk):
• Huisdieren zijn vroegrijper
• Wilde dieren hebben seizoensgebonden voorplanting
• Tamme dieren zijn vruchtbaarder
• Bv. kip = continue kweker
- Moederinstinct gewijzigd
• Sommige dieren verlaten jongen of willen ze niet meer herkennen (soms
kannibalisme)
• Mens verdrong moederinstinct ten bate van de productiviteit
- Hersenomvang afgenomen:
• Delen van het CZS => moeten zichzelf niet meer beschermen tegen
predators
- Erfelijke gebreken zorgen ervoor dat sommige huisdiersoorten niet meer zonder
de mens kunnen leven
3. Enkele gegevens aangaande systematiek
- Regnum Amalia
• Klassen (classes) > Orden (ordo) > Families (familiae) > Geslachten
(genera) > Diersoorten (species)
- Klassen:
• Aves (vogels)
• Mammalia (zoogdieren): warmbloedig (homoïotherm), behaard,
levendbarend en zogen jongen met melk
- Ordes bij vogels:
• Columbiformes (duifachtigen)
• Galliformes (hoenderachtigen): kip = Gallus gallus + kalkoen = Meleagris
gallopavo + parelhoen
- Ordes bij zoogdieren:
• Lagomorpha (haasachtigen): 2 stifttanden achter 2 knaagtanden =>
Duplicidentata. Haas = Lepus europeus + konijn = Oryctolagus cuniculus
• Carnivora (roofdieren): huishond = Canis familiaris + huiskat = Felis catus
3
, • Perissodactyla (onevenhoevige): binnen familie Equidae/paardachtigen
onderscheid tss volgende soorten:
▪ Paard: Equus przewalski (mongools wild paard) + Equus caballus
(gedomesticeerd paard)
▪ Ezel: Equus asinus africanus (nubische ezel) + Equus asinus
somalicus (somalische ezel) + Equus asinus asinus (huisezel)
• Artiodactyla (evenhoevige): onderscheidt suborde van de niet-herkauwers
(varken) en de herkauwers (Ruminantia: rund, schaap en geit)
▪ Sus scrofa (varken)
▪ Familie Bovidae/holhoornigen: Ovis aries (huisschaap) + Capra
hicus (huisgeit) + Bovinae (bulbalus, Bos taurus = huisrund, Bos
indicus = zebu)
Hoofdstuk 2: Het paard + de ezel
1. Evolutie en domesticatie van het paard
- Equus ferus: opgejaagd als vleesdier
- Eerste trekdieren waren runderen => vervangen door paarden (behalve voor
landbouwwerk), want paarden zijn sneller
- Ezels gebruikt als lastdier
- 1e gedomesticeerd paard: 3500 j v.C. in Zuid-Oekraïne => Z.O.-Europa, waren van
Tarpan herkomst
- Oorspronkelijk klein => dr gevangenschap groter geworden door gerichte paring
- Bronzen tijdperk: vervaardiging grootwielige wagens waardoor snellere vervoer
en grotere hoeveelheden goederen mogelijk werden => militaire aanwending van
trekpaarden
- 1e bereden paard: 2000 v.C. in Mesopotamië, splitst in 2 groepen paarden:
• Centraal Azië en Klein Azië: klein pony-achtige paarden (voorgangers
Oosterse populatie)
• Z.O.- Europa: hoog benige lymfatische bospaarden (voorgangers zware
militaire ruiterij- en wagenpaarden)
- 1500 v.C.: aantal paarden stijgt => paarden werden, bereden door de Chinezen,
zadels en stijgbeugels uitgevonden + kweking zwaardere paarden
- Middeleeuwen: zwaardere rijpaarden => grote zware toernooipaarden
• Na ontdekking buskruit: kleinere en vinnigere paarden
- 1492: geen enkel paard in Amerika => 1519: Cortes bracht tiental paarden mee
- Eind 16de-17de eeuw in Centraal- en Zuid-Amerika: Spaanse paarden ingevoerd
• Breidde uit nr Noord-Amerika: Indianen werden uitmuntende ruiters en
maakten paarden deel van hun beschaving
- 2de helft 17de eeuw en 18de eeuw in Noord-Amerika: Engelse halfbloedpaarden
geïntroduceerd
- Ontdekking Australië en Nieuw-Zeeland: eerst geen paarden => invoer Engelse
paarden
4