Persoonlijke pedagogische basishouding
Ik vind het belangrijk dat iedereen zich op zijn gemak voelt in de klas. Alle leerlingen zijn
gelijkwaardig en ik sta daar als leerkracht niet mijlenver boven. Leerlingen moeten bij mij de ruimte
hebben om hun eigen mening te vertellen. Ik als leerkracht beslis uiteindelijk wat er gebeurt maar
dus wel in samenspraak met de leerlingen.
Leerlingen hebben een leerkracht nodig die hen helpt waar nodig en naar ze luistert. Ze moeten zich
veilig voelen in de klas.
Anderen omschrijven mij als rustig, sensitief, positief en behulpzaam. Dit zie je ook terug tijdens mijn
lessen. Ik sta rustig voor de klas wat er voor zorgt dat de leerlingen ook rustiger worden. Ik heb het
snel in de gaten als er iets met een leerling aan de hand is. Ik probeer altijd naar het positieve te
kijken (‘die som heb je anders wel helemaal goed!’) en help de leerlingen graag.
Die kenmerken komen ook deels terug in de beschrijving van Pameijer e.a. (2009: 49 – 55) waar de
basishouding aan moet voldoen.
Persoonlijk pedagogisch interactieprofiel
Voor het beschrijven van mijn pedagogische stijl heb ik ‘vragenlijst interactiegedrag leerkrachten’
ingevuld. Hier zijn de volgende scores uit gekomen:
BS: 33 SB:34
SO: 37 OS: 23
OT: 26 TO: 16
TB: 20 BT: 24
Ik heb deze scores ingevuld in de Roos van Leary.
Je kunt hier uit opmaken dat ik vooral op BS, SB en SO hoog scoor. Ik ben dus een leidende,
vriendelijke en begrijpende leerkracht. Ik geef tevens de voorkeur aan dominantie en coöperatie.
Créton en Wubbels (1999) beschrijven welk ‘functioneel’ en welk ‘niet functioneel’ gedrag daar bij
hoort.
Zorgdossier (T-VT-WB-ZO-MI)