Inhalatietherapie
1. Patiënten
- Astma
- COPD
- Chronische bronchitis
- Emfyseem
- Acute respiratoire insufficiëntie
- Dyspnee
1.1 Behandeling
- Revalidatie
- Rookstop
- Voedingsadviezen
- Zuurstoftherapie
- Inhalatietherapie
2. Doel
- Effect op distale luchtwegen en alveolen: vanaf 15 e vertakking gasuitwisseling (dyspnee)
- Locale, selectieve werking
o Snel effect
o Weinig algemene, systematische bijwerkingen: geneesmiddel bijna niet in bloed
o Lagere dosissen nodig 10%
o Betere symptoomcontrole
- Therapeutisch effect
o Bepaald door de dosis die de lagere luchtwegen bereikt
o Slechts 2 – 30% van dosis komt tot aan lagere luchtwegen
2.1 Transport aerosolpartikels
- Diameter partikels: 1 – 5 micron
o > 10 micron: deeltjes uit de bocht -> blijven aan wand neus-keelholte plakken
o 5 – 10 micron: problemen bij splitsing li-re trachea -> trilhaarepitheel, hoestreflex ->
inslikken
o 1 – 5 micron: min 2 sec nodig om neer te slaan in terminale bronchiolo
- Anatomie ademhalingsstelsel (impactie)
- Type inhalator
- Patiënt
o Ademhalingssnelheid
o Graad luchtwegobstructie
o Apnoeperiode
o Inhalatietechniek
1
, 3. Begrippen
3.1 Impactie
= Partikels slaan neer op de plaats waar een richtingsverandering van luchtstroom is
3.2 Sedimentatie
= Deeltjes slaan neer door zwaartekracht
3.3 Longdepositie
= Aerosolpartikels slaan neer op luchtwegwanden
4. Inhalatiesystemen
4.1 Zakverstuiver, dosis-aerosol
- Metalen reservoir in plastic houder
- Geneesmiddel + surfactant -> aggregatie voorkomen -> geneesmiddel blijft niet in reservoir
kleven
- Mengsel van mediactie partikels en drijfgassen onder druk
4.1.1 Gebruik
1. Rechtzittende houding
2. Kapje verwijderen
3. Krachtig schudden
4. Rustig, volledig uitademen
5. Dosis tussen tanden nemen, met lippen omsluiten
6. Hoofd licht achterover buigen
7. Langzaam, diep inademen
8. Adem 5 – 10 sec inhouden
9. Dosis uit mond nemen, rustig ademen
10. Mond indien nodig spoelen
4.1.2 Voordelen
- Compact
- Geen besmettingsgevaar
- Hoog aantal dosissen
- Gebruiksklaar
4.1.3 Nadelen
- Hand-ademcoördinatie
- Drijfgassen
- Bronchospasmen -> koud effect
- Overdosering
2
1. Patiënten
- Astma
- COPD
- Chronische bronchitis
- Emfyseem
- Acute respiratoire insufficiëntie
- Dyspnee
1.1 Behandeling
- Revalidatie
- Rookstop
- Voedingsadviezen
- Zuurstoftherapie
- Inhalatietherapie
2. Doel
- Effect op distale luchtwegen en alveolen: vanaf 15 e vertakking gasuitwisseling (dyspnee)
- Locale, selectieve werking
o Snel effect
o Weinig algemene, systematische bijwerkingen: geneesmiddel bijna niet in bloed
o Lagere dosissen nodig 10%
o Betere symptoomcontrole
- Therapeutisch effect
o Bepaald door de dosis die de lagere luchtwegen bereikt
o Slechts 2 – 30% van dosis komt tot aan lagere luchtwegen
2.1 Transport aerosolpartikels
- Diameter partikels: 1 – 5 micron
o > 10 micron: deeltjes uit de bocht -> blijven aan wand neus-keelholte plakken
o 5 – 10 micron: problemen bij splitsing li-re trachea -> trilhaarepitheel, hoestreflex ->
inslikken
o 1 – 5 micron: min 2 sec nodig om neer te slaan in terminale bronchiolo
- Anatomie ademhalingsstelsel (impactie)
- Type inhalator
- Patiënt
o Ademhalingssnelheid
o Graad luchtwegobstructie
o Apnoeperiode
o Inhalatietechniek
1
, 3. Begrippen
3.1 Impactie
= Partikels slaan neer op de plaats waar een richtingsverandering van luchtstroom is
3.2 Sedimentatie
= Deeltjes slaan neer door zwaartekracht
3.3 Longdepositie
= Aerosolpartikels slaan neer op luchtwegwanden
4. Inhalatiesystemen
4.1 Zakverstuiver, dosis-aerosol
- Metalen reservoir in plastic houder
- Geneesmiddel + surfactant -> aggregatie voorkomen -> geneesmiddel blijft niet in reservoir
kleven
- Mengsel van mediactie partikels en drijfgassen onder druk
4.1.1 Gebruik
1. Rechtzittende houding
2. Kapje verwijderen
3. Krachtig schudden
4. Rustig, volledig uitademen
5. Dosis tussen tanden nemen, met lippen omsluiten
6. Hoofd licht achterover buigen
7. Langzaam, diep inademen
8. Adem 5 – 10 sec inhouden
9. Dosis uit mond nemen, rustig ademen
10. Mond indien nodig spoelen
4.1.2 Voordelen
- Compact
- Geen besmettingsgevaar
- Hoog aantal dosissen
- Gebruiksklaar
4.1.3 Nadelen
- Hand-ademcoördinatie
- Drijfgassen
- Bronchospasmen -> koud effect
- Overdosering
2