Uitgewerkte diagnosen, doelen en interventies verpleegplan

1. Anamnese
In onderstaande tabel worden de disfunctionele gezondheidspatronen van meneer T.
besproken. De overige gezondheidspatronen, die wel functioneel zijn voor meneer T., zijn
niet in het verpleegplan opgenomen maar deze zijn terug te vinden in bijlage 2.

Gezondheidspatroon Toepassing Dhr. T.
1. Gezondheidsbeleving en Meneer heeft al jaren pijnklachten in zijn heup en lies die
instandhouding verergeren. Hij loopt erg slecht en voorovergebogen door
de artrose en eerder bekende lumbago (lage rugpijn).
De eerste paar weken na de operatie zal meneer nog
enige beperkingen ervaren in het doen en laten.
Overigens is meneer bekend met hypertensie (gebruikt
hiervoor valsartan) en heeft hij een bypassoperatie in het
verleden gehad.
Ook gebruikt meneer een aantal medicijnen, deze zijn de
vinden in bijlage 1.
2. Meneer heeft met zijn BMI van 31.10 matige obesitas
Voeding/stofwisselingspatroon
3. Uitscheidingspatroon De laatste dagen heeft meneer last van obstipatie. Zelf
heeft hij zakjes macrogol ingenomen om de stoelgang te
stimuleren.
Ook plast meneer erg vaak
4. Activiteitenpatroon Met lopen gebruikt meneer normaalgesproken 2
wandelstokken vanwege zijn voorovergebogen postuur
en pijn in zijn heup en rug.
In de afgelopen 6 maanden is meneer gevallen. Dit was
echter een misstap van zijn fiets. Meneer heeft een erg
onzeker looppatroon en ook gehoorbeperking die zijn
mobiliteit beïnvloed.
5. Slaap/rustpatroon Meneer geeft aan te slapen als een os. Wel moet
Meneer vaker in de nacht naar het toilet maar geeft aan
toch een goede nachtrust te hebben.
6. Cognitiepatroon Meneer draagt een bril en heeft beiderzijds een
gehoorapparaat. Ondanks de gehoorapparaten heeft
meneer alsnog moeite met horen.
Ook komt meneer erg rommelig over in het opnemen van
informatie.



4

, 2. Hypothetische diagnosen
Voor de post-OK zorg gedurende de opname van meneer T. in het ziekenhuis, kunnen een
aantal hypothetische diagnosen worden opgesteld. Vanuit deze hypothetische diagnosen
kunnen er uiteindelijk definitieve diagnosen opgesteld worden. Alle hypothetische diagnosen
zijn afgeleid uit het boek ‘Nursing Diagnosis’ van Carpenito (2017).

Diagnose 1 Label: Acute pijn (p. 146)
Definitie: Onaangename zintuiglijke en emotionele ervaringen die
voortkomen uit feitelijke of potentiële weefselbeschadiging of worden
beschreven in termen van dergelijke schade (International Association
for the Study of Pain); plotseling of langzaam begin van elke
intensiteit, van mild tot ernstig met een verwacht of voorspelbaar
einde en een duur van <6 maanden.
Redenatie:
Na de operatie is het weefsel van meneer beschadigd en een deel
van zijn heup verplaatst. Dit zorgt voor ondragelijke pijn die effect
heeft op het herstel van de patiënt, dat is de reden voor het kiezen
van deze diagnose
Diagnose 2 Label: Weefselbeschadiging (p. 606)
Definitie: Schade aan slijmvliezen, integumentair hoornvlies,
onderhuidse weefsels
Redenatie: Door de operatie is het weefsel rondom de linker heup
van meneer beschadigd en vernietigd. De wond die gemaakt is voor
het plaatsen van de heupprothese is tijdens de operatie gehecht.
Deze diagnose is van belang om de wond goed te monitoren voor
potentiële complicaties.
Diagnose 3 Label: Misselijkheid (p. 178)
Definitie: Een subjectief fenomeen van een onaangenaam gevoel
achter in de keel en maag dat al dan niet kan leiden tot braken.
Redenatie: De narcose die meneer heeft gehad voor de operatie
zorgt ervoor dat hij zich misselijk kan voelen nadat hij wakker wordt.
Het is van belang om deze diagnose mee te nemen om de
misselijkheid onder controle te houden voordat meneer met ontslag
mag.
Diagnose 4 Label: Verminderde mobiliteit (p. 494)
Definitie: Beperking in het zelfstandig, doelgericht bewegen van het
lichaam of van een of meer ledematen.



5