Opdracht IV
Cultural Studies
Universiteit van Amsterdam
Communicatiewetenschap
Aantal woorden: 806
, 2
Opdracht IV: Cultural Studies
1a. Leg uit hoe, volgens Hall, media precies de bestaande machtsverhoudingen in stand
houden. Illustreer je antwoord daarna met een concreet voorbeeld. (max. 250 woorden)
Volgens Hall reflecteren en construeren media onze cultuur. Daarmee bieden de media een
terrein waarin betekenis wordt gevormd. Hoewel de massamedia een verscheidenheid aan ideeën
presenteren, neigen ze volgens Hall vaak (onbewust) naar ideeën waarin de status-quo aangaande
de huidige situatie van sociaal onrecht bevestigd wordt. Dit soort ideeën worden ook wel gezien
als onbetwiste en schijnbaar natuurlijke manieren om de wereld te interpreteren, ofwel de
dominante ideologieën van de cultuur (Griffin et al., 2019).
Hetgeen reeds bekend is uit het onderzoek van Gerbner (1960), is dat onze blik op de
wereld verandert door de werkelijkheid die het geheel aan media ons laten zien. Het veelvuldig
in contact komen met de dominante ideologieën van de media, heeft tot gevolg dat mensen deze
kijk op de wereld overnemen. Hierdoor worden bepaalde, bestaande machtsverhoudingen in de
samenleving in stand gehouden (Griffin et al., 2019). Zo wordt er bijvoorbeeld in de
samenleving meer aandacht besteed aan hoogopgeleiden eerder dan laagopgeleiden. Deze
dominante ideologie worden vervolgens gereflecteerd en dubbel benadrukt door de media als
vanzelfsprekend, waardoor de ongelijkheid tussen opleidingsniveaus in de samenleving
behouden blijft.
1b. Hall veronderstelt dat mensen een mediaboodschap op drie manieren kunnen lezen. Hij
onderscheidt een dominant / preferred reading (voorkeurslezing), een negotiated
reading (onderhandelingslezing) en een oppositional reading (tegendraadse lezing). Leg
voor elk van deze drie lezingen uit wat dezen inhouden. (max. 100 woorden)
Hall veronderstelt drie manieren waarop mensen een bepaalde boodschap interpreteren. De
eerste manier is de ‘voorkeurslezing’. Hierbij consumeert en interpreteert de massa precies
hetgeen wat de media produceren. Deze lezing is in overeenstemming met het hypodermic
needle model. Een tweede manier is de ‘onderhandelingslezing’. Hierbij worden de berichten
van de media slechts gedeeltelijk door het publiek geconsumeerd, waarbij er lichte aanpassingen
worden gemaakt in de betekenis van het bericht. De laatste manier is de ‘tegendraadse lezing’.
Een dergelijke lezing houdt in dat het publiek een geheel andere betekenis geeft aan het bericht
Cultural Studies
Universiteit van Amsterdam
Communicatiewetenschap
Aantal woorden: 806
, 2
Opdracht IV: Cultural Studies
1a. Leg uit hoe, volgens Hall, media precies de bestaande machtsverhoudingen in stand
houden. Illustreer je antwoord daarna met een concreet voorbeeld. (max. 250 woorden)
Volgens Hall reflecteren en construeren media onze cultuur. Daarmee bieden de media een
terrein waarin betekenis wordt gevormd. Hoewel de massamedia een verscheidenheid aan ideeën
presenteren, neigen ze volgens Hall vaak (onbewust) naar ideeën waarin de status-quo aangaande
de huidige situatie van sociaal onrecht bevestigd wordt. Dit soort ideeën worden ook wel gezien
als onbetwiste en schijnbaar natuurlijke manieren om de wereld te interpreteren, ofwel de
dominante ideologieën van de cultuur (Griffin et al., 2019).
Hetgeen reeds bekend is uit het onderzoek van Gerbner (1960), is dat onze blik op de
wereld verandert door de werkelijkheid die het geheel aan media ons laten zien. Het veelvuldig
in contact komen met de dominante ideologieën van de media, heeft tot gevolg dat mensen deze
kijk op de wereld overnemen. Hierdoor worden bepaalde, bestaande machtsverhoudingen in de
samenleving in stand gehouden (Griffin et al., 2019). Zo wordt er bijvoorbeeld in de
samenleving meer aandacht besteed aan hoogopgeleiden eerder dan laagopgeleiden. Deze
dominante ideologie worden vervolgens gereflecteerd en dubbel benadrukt door de media als
vanzelfsprekend, waardoor de ongelijkheid tussen opleidingsniveaus in de samenleving
behouden blijft.
1b. Hall veronderstelt dat mensen een mediaboodschap op drie manieren kunnen lezen. Hij
onderscheidt een dominant / preferred reading (voorkeurslezing), een negotiated
reading (onderhandelingslezing) en een oppositional reading (tegendraadse lezing). Leg
voor elk van deze drie lezingen uit wat dezen inhouden. (max. 100 woorden)
Hall veronderstelt drie manieren waarop mensen een bepaalde boodschap interpreteren. De
eerste manier is de ‘voorkeurslezing’. Hierbij consumeert en interpreteert de massa precies
hetgeen wat de media produceren. Deze lezing is in overeenstemming met het hypodermic
needle model. Een tweede manier is de ‘onderhandelingslezing’. Hierbij worden de berichten
van de media slechts gedeeltelijk door het publiek geconsumeerd, waarbij er lichte aanpassingen
worden gemaakt in de betekenis van het bericht. De laatste manier is de ‘tegendraadse lezing’.
Een dergelijke lezing houdt in dat het publiek een geheel andere betekenis geeft aan het bericht
