Copyright 2023 DecentraleBMWUvA
, Inleiding
Beste toekomstige Biomedische wetenschappen studenten,
Wij, masterstudent Geneeskunde en bachelor student Geneeskunde mét ervaring met de opleiding
Biomedische Wetenschappen, hebben een oefenbundel gemaakt voor de selectie van Biomedische
Wetenschappen 2023 in Amsterdam (UvA). De oefenbundel bestaat uit 80 oefenvragen over héél
hoofdstuk 16 uit het boek Essential Cell Biology. Gebruik de oefenvragen om je kennis te testen!
Controleer op deze manier hoe goed je de leerstof (al) kent en breid hiermee je voorbereiding op de
selectiedag uit.
Naast deze samenvatting staat er ook een samenvattingsbundel online, waarin de leerstof
overzichtelijk weergegeven is. Het is in het Nederlands geschreven en vertaald en samengevat uit de
bijbehorende literatuur. De leerstof vanuit de PowerPoint is niet opgenomen in deze samenvatting.
Aangezien wij veel ervaring hebben met selecties en tentamens van zowel Biomedische
Wetenschappen als Geneeskunde, zal de oefenbundel een goede oefening zijn voor de
daadwerkelijke selectie.
Het is verboden om deze oefenbundel te delen met andere mensen, wegens copyright. Het delen of
kopiëren van de inhoud wordt dan ook streng gestraft door Stuvia. Daarnaast gaan we er natuurlijk
van uit dat jullie strijden voor je eigen rangnummer en niet die van een ander.
Wij wensen jullie heel veel succes met de voorbereiding!
2
Copyright 2023 DecentraleBMWUvA
, Essential Cell Biology: Hoofdstuk 16: Cel signalering
Oefenvragen
1. Welk type cel-cel communicatie wordt hieronder beschreven?
De signaalmoleculen diffunderen lokaal door de extracellulaire vloeistof naar
dichtbijgelegen cellen.
A. Endocriene communicatie
B. Autocriene communicatie
C. Neuronale communicatie
D. Paracriene communicatie
E. Contact-afhankelijke communicatie
2. Geef aan of de onderstaande stelling juist of onjuist is.
Tijdens de embryonale ontwikkeling zorgt endocriene signalering ervoor dat aangrenzende
cellen die in eerste instantie gelijk zijn aan elkaar, zich gaan specialiseren om verschillende
celtypen te vormen.
A. Juist
B. Onjuist
3. Waar wordt het hormoon adrenaline geproduceerd?
A. Ovarium
B. Pancreas
C. Bijnier
D. Hypofyse
E. Lever
4. Waar is het hormoon cortisol een derivaat van?
A. Tyrosine
B. Cholesterol
C. Histidine
D. Glucose
5. Van welk hormoon is hieronder de functie beschreven?
Stimulatie van het metabolisme in veel celtypen.
A. Schildklierhormoon
B. Adrenaline
C. Insuline
D. Cortisol
6. Welke lokale mediator zorgt ervoor dat gladde spiercellen zich ontspannen?
A. Histamine
B. Stikstofmonoxide
C. Acetylcholine
D. Epidermale groeifactor
7. Welke celrespons kost waarschijnlijk de meeste tijd om te bewerkstelligen?
A. Contractie door skeletspiercel
B. Secretie door speekselkliercel
C. Relaxatie door skeletspiercel
D. Mitose van huidcel
3
Copyright 2023 DecentraleBMWUvA