Goniometrie
Inleiding
Goniometrie
- = meten hoe goed/ver bepaalde gewrichten kunnen bewegen (kunnen ze hun volledige
range of motion?), de gewrichtsmobiliteit bepalen
- Welke 2 onderdelen heb je bij goniometrie
o Actieve meting: patiënt doet de beweging zelf (let op: overcompensaties), zal minder
zijn, want spieren zitten in de weg
o Passieve meting: patiënt doet helemaal niets, therapeut doet de beweging
- Zero-positiemethode: nulhouding
Houding therapeut:
- Bij passieve metingen: zeggen dat de patiënt nu even helemaal niets moet doen + vragen of
het gaat
- Wanneer je hulp nodig hebt: duidelijk zeggen waar de goniometer gelegd moet worden
Enkel
Wat? Hoe?
Aftekenen Lijntje op onderrand calcaneus (evenwijdig met de voetzool, lateraal)
Uitgangshouding patiënt Ruglig, knie gestrekt, de enkel over de tafelrand
Plaatsing goniometer Midden: op de laterale malleolus
Beentjes:
- Richting de middellijn fibula
- Parallel met de afgetekende middellijn van de calcaneus
Actieve meting Plantairflexie: breng je tenen zo ver mogelijk naar onder in 1 vlotte
beweging
Dorsiflexie: breng je tenen zo dicht mogelijk naar je toe in 1 vlotte
beweging
Passieve meting Plantairflexie: voet naar beneden duwen (tot je weerstand voelt)
Dorsiflexie: voet naar boven duwen (tot je weerstand voelt)
Normaalwaarden ROM - DF: 20-30°
- PF: 30-50°
Foto
, Knie
Flexie en extensie
Wat? Hoe?
Uitgangshouding Ruglig
Plaatsing goniometer Midden: op de condylus lateralis femur + hulp vragen bij passief ext!
Beentjes:
- Richting de malleolus lateralis (palperen)
- Richting de trochanter majoris femoris (palperen)
Nulstand Knie volledig gestrekt
Actieve meting Flexie: breng je hiel zo dicht mogelijk naar je zitvlak in een vlotte
beweging, dus zonder verder te kruipen
Extensie: strek je knie zo hard mogelijk, als het lukt mag je je voet
zelfs lichtjes van de tafel tillen zonder je knie af de tafel te halen.
Passieve meting Flexie: patiënt vastnemen aan knie en aan enkel, condylus lateralis
femur kan je palperen terwijl de knie al ongeveer 90° gebogen staat
Extensie: patiënt vastnemen net boven knie en aan enkel
Normale ROM - Flexie: 160°
- Extensie: 0-10° -- opmerking: bij een tekort aan extensie (knie
niet volledig kunnen strekken) negatieve hoek gebruiken
Foto
Flexie van de knie
Q-hoek: alleen een passieve meting!!!
Wat? Hoe?
Aftekeningen - Patella: tussen duim en wijsvinger nemen,
streepje in het midden trekken
- Bovenrand en apex: tussen duim en
wijsvinger nemen, streepje in het midden
Plaatsing goniometer Midden van de goniometer: op midden van de
patella (op kruisje)
Beentjes:
- Richting de SISA
- Richting de tuberositas tibiae (bultje onder
knie)
Normale waarde +/- 15°
Afwijking - Grotere Q-hoek: genu valgum
- Kleinere Q-hoek: genu varum
Afwijking wordt gevonden bij: andere patellastand,
andere heuppositie en een exorotatie van de tibia
Inleiding
Goniometrie
- = meten hoe goed/ver bepaalde gewrichten kunnen bewegen (kunnen ze hun volledige
range of motion?), de gewrichtsmobiliteit bepalen
- Welke 2 onderdelen heb je bij goniometrie
o Actieve meting: patiënt doet de beweging zelf (let op: overcompensaties), zal minder
zijn, want spieren zitten in de weg
o Passieve meting: patiënt doet helemaal niets, therapeut doet de beweging
- Zero-positiemethode: nulhouding
Houding therapeut:
- Bij passieve metingen: zeggen dat de patiënt nu even helemaal niets moet doen + vragen of
het gaat
- Wanneer je hulp nodig hebt: duidelijk zeggen waar de goniometer gelegd moet worden
Enkel
Wat? Hoe?
Aftekenen Lijntje op onderrand calcaneus (evenwijdig met de voetzool, lateraal)
Uitgangshouding patiënt Ruglig, knie gestrekt, de enkel over de tafelrand
Plaatsing goniometer Midden: op de laterale malleolus
Beentjes:
- Richting de middellijn fibula
- Parallel met de afgetekende middellijn van de calcaneus
Actieve meting Plantairflexie: breng je tenen zo ver mogelijk naar onder in 1 vlotte
beweging
Dorsiflexie: breng je tenen zo dicht mogelijk naar je toe in 1 vlotte
beweging
Passieve meting Plantairflexie: voet naar beneden duwen (tot je weerstand voelt)
Dorsiflexie: voet naar boven duwen (tot je weerstand voelt)
Normaalwaarden ROM - DF: 20-30°
- PF: 30-50°
Foto
, Knie
Flexie en extensie
Wat? Hoe?
Uitgangshouding Ruglig
Plaatsing goniometer Midden: op de condylus lateralis femur + hulp vragen bij passief ext!
Beentjes:
- Richting de malleolus lateralis (palperen)
- Richting de trochanter majoris femoris (palperen)
Nulstand Knie volledig gestrekt
Actieve meting Flexie: breng je hiel zo dicht mogelijk naar je zitvlak in een vlotte
beweging, dus zonder verder te kruipen
Extensie: strek je knie zo hard mogelijk, als het lukt mag je je voet
zelfs lichtjes van de tafel tillen zonder je knie af de tafel te halen.
Passieve meting Flexie: patiënt vastnemen aan knie en aan enkel, condylus lateralis
femur kan je palperen terwijl de knie al ongeveer 90° gebogen staat
Extensie: patiënt vastnemen net boven knie en aan enkel
Normale ROM - Flexie: 160°
- Extensie: 0-10° -- opmerking: bij een tekort aan extensie (knie
niet volledig kunnen strekken) negatieve hoek gebruiken
Foto
Flexie van de knie
Q-hoek: alleen een passieve meting!!!
Wat? Hoe?
Aftekeningen - Patella: tussen duim en wijsvinger nemen,
streepje in het midden trekken
- Bovenrand en apex: tussen duim en
wijsvinger nemen, streepje in het midden
Plaatsing goniometer Midden van de goniometer: op midden van de
patella (op kruisje)
Beentjes:
- Richting de SISA
- Richting de tuberositas tibiae (bultje onder
knie)
Normale waarde +/- 15°
Afwijking - Grotere Q-hoek: genu valgum
- Kleinere Q-hoek: genu varum
Afwijking wordt gevonden bij: andere patellastand,
andere heuppositie en een exorotatie van de tibia
