100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Economie

Rating
-
Sold
-
Pages
41
Uploaded on
10-02-2023
Written in
2022/2023

Economie 1 semester vastgoed ap hogeschool

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
February 10, 2023
Number of pages
41
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Algemene Economie
Hoofdstuk 1: Inleiding:

Het doel van de economie = Het streven naar bevrediging van behoeften met behulp van
schaarse middelen.

› KEUZEPROBLEEM = Met gegeven middelen een maximale behoeftenbevredeging
bereiken = Het economisch principe.
› Nut = behoeftenbevrediging – goederen en diensten zijn nuttig omdat ze behoeften
bevredigen

Onvermijdelijk door:
› Gezinnen
› Bedrijven
› Overheid

4 Soorten behoeften:
1. Materiele (Primaire) bhoeften : voeding, kleding, huisvesteging...
2. Immateriele behoeften : onderwijs, ontspanning, verzorging...
3. Individuele behoeften : voeding kleding, huisvesteging...
4. Collecieve behoeften : onderwijs, wegen, bejaaredenzorg...


Schaarse middelen = goederen waarvan er niet voldoende vooradig zou zijn als ze het gratis
ter beschikking zouden stellen.

› Schaarse middelen zijn niet zeldsaam

Hierdoor ontstaat dan ook het waardeverschijnsel (de prijs moet worden betaald). Schaarsheid
duidt dus niet op de hoeveelheid goederen en diensten maar op de beperktheid van ons
inkomen. Met ons inkomen kunnen we niet aan al onze behoeften voldoen.

Soorten goederen: 3 indelingen:
1. Schaars versus niet schaars
2. Individueel versus collectief
3. Consumptie versus investeringsgoed


1. Schaarse versus niet-schaarse goederen:
Schaars goed = economisch goed › Diensten: niet-tastbaar vervoer (dienst)
Quasi alle goederen Niet-schaars goed = vrij goed
› goederen: tastbaar Bijv. auto (goed) › Overvloedig in de natuur aanwezig Bijv. luch

2. Individuele versus (quasi-)collectieve goederen
› Rivaliserend = De laptop word nu door mij gebruikt dus het
goed kan door niemand anders ingebruik zijn.

› Uitsluitend = De laptop is aangekocht voor alleen mijn
gebruik. ( niet die van de buurman)

, Algemene Economie


3. Consumptiegoederen versus investeringsgoederen

Consumptiegoederen goederen die de behoeften van
gezinshuishoudingen onmiddellijk bevredigen.

› Verbruiksgoederen= consumptiegoederen die je slechts
één maal kan verbruiken. brood, beleg...

› Gebruiksgoederen=consumptiegoederen die
verschillende malen voor de bevrediging van dezelfde
behoefte kan gebruiken.smartphone, laptop, tv,
kledij,...


Investeringsgoederen = goederen die dienen om andere goederen te produceren.
› Kapitaalgoederen investerings goederen met een levensduur van ten minste 1 jaar. (Bv
gebouwen)

› Viottende investeringsgoederen = investeringsgoederen die tijdens het productieproces
worden verwerkt of vernietigd.(bv grondstoffen)


Welvaart en welzijn
Welvaart legt beslag op schaarse middelen <-> welzijn geeft gevoel van geluk
› Welvaart = mate waarin mensen met de beschikbare schaarse middelen in hun
behoeften kunnen voorzien

› Welzijn = gevoel van welbevinden

Consumptie en productie
› Consumptie = aanwending van economische goederen voor niet productieve
doeleinden, gaat gepaard met het besteden van inkomen

› Productie = het scheppen of toevoegen van waarde(nuttigheden) aan de economische
goederen, gaat gepaard met verwerven van inkomen

› Omwegproductie = kapitaalgoederen hebben een indirecte invloed op het
productieproces.

3 Productiefactoren:
Productie komt tot stand door samenwerking van:
1. Natuur:
› Omvat natuurlijke rijkdommen
› Is belangrijk als leverancier van grondstoffen en van energie

2. Arbeid:

, Algemene Economie

› Omvat alle mogelijke arbeidsprestaties van fysiek tot intellectueel geschoolde arbeid
wordt steeds belangrijker
› Intellectuele arbeid = arbeid die gericht is op het leiden en coördineren van het
productieproces: het management

3. Kapitaal:
› Omvat reële kapitaalgoederen
› Het geheel van door mensen geproduceerde goederen (bv. Machines,
fabrieksgebouwen, infrastructuur van een land)
› Kenmerkend: indirect, langs een omweg omwegproductie

De methode
2 methodes om de economie te bestuderen:
1. Inductieve methode = Methode waarbij men start van feitelijke gegevens en deze
omzet in wetmatigheid.
› Bijvoorbeeld: vaststellen dat als de prijs van een smartphone stijgt, de gevraagde
hoeveelheid smartphones vermindert en andersom.

2. Deductieve methode = Methode waarbij men start van een algemeen beginsel en
hieruit besluiten te formuleren.

>>> de beste resultaten bereikt men door combinatie van beide methoden <<<


Ceterisparibus clausule:
een wel bepaald economisch verschijnsel bestuderen afhankelijk van één variabele, terwijl
de andere factoren constant worden verondersteld.

ceteris-paribus=‘overigeomstandighedengelijkblijvend’


Micro, meso en macro economie:

1. Micro - economie = Wetenschap die het gedrag van een individuele huishouding bestudeert.
2. Meso – economie = Wetenschap die het gedrag van bepaalde huishouding bestudeert.
3. Macro – economie = Wetenschap die de verschijnselen bestudeert die de economie in zijn
geheel betreft.




Hoofdstuk 2: consumenten

De keuze van optimale goederen combinatie

, Algemene Economie


1. Peter komt te overlijden, hij
laat zijn 2 zonen achter: Bart en
Koen. Hij heeft nog 2 neven
langs zijn moeders kant. Zijn
moeder heeft een zus: Kim, en zij
heeft nog een zoontje, Jef.
Peter was gehuwd met Annick en
had een stiefdochter: Jolien.
In zijn nalatenschap zit €500000.
Verdeel dit volgens het wettelijk
stelsel
Optimale goederencombinatie = De consument sstreeft bij de besteding van zijn inkomen naar
het maximale nut (= maximale bevrediging van zijn behoeften)

1. Economischefactoren = De prijzen van de goederen en Het beschikbaar inkomen=budget
2. Niet-economischefactoren = Voorkeuren/preferenties


De preferenties:
De preferenties van een consument zijn volkomen subjectief en afhankelijk van de eigen individuele
voorkeur. De voorkeur van de consument wordt bepaald door sociologische en psychologische
factoren:

Sociologische Psychologische
De gezinssituatie De persoonlijkheid
de sociale klasse De levensstijl :
De religie - bandwagoneffect = elkaar na apen
De woonplaats - Snobeffect = zich heel exclusief gedragen

De nationaliteit De attitude

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
chiarakennedy
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
12
Member since
3 year
Number of followers
9
Documents
11
Last sold
1 year ago

5.0

2 reviews

5
2
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions