Wat kan hersenkennis ons wel en niet zeggen over hoe we
(beter) kunnen leren?
NLT - Hersen en Leren
Datum: 06 - 04 - 2022
,Instaptoets
Instaptoets 1:
a. Het perifere en het centrale zenuwstelsel.
b. Het autonome zenuwstelsel en het animale zenuwstelsel.
c. De rechterarm zal verlamd zijn omdat de linkerhersenzijde de controle heeft over de
rechterzijde van het lichaam. Dit komt doordat de zenuwbanen in het verlengde merg
kruisen.
d. Het voordeel hiervan is dat veel belangrijke lichaamsprocessen onbewust
plaatsvinden. Dit zouden te veel processen zijn om bewust te hanteren.
e. Het voordeel hiervan is dat organen op hun beurt kunnen herstellen en actief zijn.
Instaptoets 2:
a. i. - Occipitale Kwab
ii - Gebied van Broca
iii. De motorische schors
iv - ?
v - Prefrontale cortex
vi - Prefrontale cortex
vii - Temporaalkwab
viii - Secundaire motorische schors
b. Thalamus - enkelvoud
Hypothalamus - enkelvoud
Bulbus olfactorius - enkelvoud
Hippocampus - tweevoud
Amygdala - tweevoud
c. Het vermogen om te plannen en dingen te controleren neemt toe. Ook neemt het
motorisch vermogen toe.
Instaptoets 3:
a. Een synaps is een plaats waar de impuls wordt overgegeven aan een ander neuron.
b. Neuronen en gliacellen
c. Schakelneuronen, sensorische neuronen, motorische neuronen
d. Dendrieten, axon, celkern.
e. De axon voert de impuls af, de dendriet vangt de informatie op, elk neuron heeft
meerdere dendrieten en maar één axon.
f. Ze kunnen het zenuwstel beschermen, voeden en ze kunnen zorgen dat impulsen
beter door het zenuwstelsel heen geleiden.
g. De bloed hersenbarrière is de grens tussen het bloed en de hersenen.
h. Giftige stoffen kunnen niet zomaar naar de hersenen en je kunt stoten opvangen
door de bloed hersenbarrière.
i. Voor medicijnen is het lastig om de hersenen te bereiken.
j. Kleine, apolaire moleculen zoals water, zuurstof en koolstofdioxide kunnen door de
cellen van de bloed-hersenbarrière passeren door middel van diffusie.
k. Door middel van selectief actief transport.
l. Dan zou zuurstof minder makkelijk opgenomen worden en ook andere
voedingsstoffen.
, m. Alcohol werkt verdovend op hersencellen, hierdoor vertraagd de communicatie van
neuronen.
Instaptoets 4
a. Het handhaven van de rustpotentiaal.
b. Natrium en kalium ionen
c. Na⁺ stroomt naar binnen.
d. Bij repolarisatie stromen er K+-ionen naar buiten.
e. Wat wordt er bedoelt met de herstelfase?
f. 3 natrium naar buiten, 2 kalium naar binnen
g. Enzymen breken de neurotransmitters af waardoor ze vervolgens in het
presynaptisch membraan gerecycled worden.
h. k
i. Er ontstaat alleen een actiepotentiaal wanneer de drempelwaarde van een stukje
membraan wordt bereikt.
j. De myelineschede zorgt voor een snellere impulsgeleiding. De schede bevat
insnoeringen van Ranvier. De actiepotentiaal springt als het ware van insnoering
naar insnoering. Dit heet saltatoire impulsgeleiding.
(beter) kunnen leren?
NLT - Hersen en Leren
Datum: 06 - 04 - 2022
,Instaptoets
Instaptoets 1:
a. Het perifere en het centrale zenuwstelsel.
b. Het autonome zenuwstelsel en het animale zenuwstelsel.
c. De rechterarm zal verlamd zijn omdat de linkerhersenzijde de controle heeft over de
rechterzijde van het lichaam. Dit komt doordat de zenuwbanen in het verlengde merg
kruisen.
d. Het voordeel hiervan is dat veel belangrijke lichaamsprocessen onbewust
plaatsvinden. Dit zouden te veel processen zijn om bewust te hanteren.
e. Het voordeel hiervan is dat organen op hun beurt kunnen herstellen en actief zijn.
Instaptoets 2:
a. i. - Occipitale Kwab
ii - Gebied van Broca
iii. De motorische schors
iv - ?
v - Prefrontale cortex
vi - Prefrontale cortex
vii - Temporaalkwab
viii - Secundaire motorische schors
b. Thalamus - enkelvoud
Hypothalamus - enkelvoud
Bulbus olfactorius - enkelvoud
Hippocampus - tweevoud
Amygdala - tweevoud
c. Het vermogen om te plannen en dingen te controleren neemt toe. Ook neemt het
motorisch vermogen toe.
Instaptoets 3:
a. Een synaps is een plaats waar de impuls wordt overgegeven aan een ander neuron.
b. Neuronen en gliacellen
c. Schakelneuronen, sensorische neuronen, motorische neuronen
d. Dendrieten, axon, celkern.
e. De axon voert de impuls af, de dendriet vangt de informatie op, elk neuron heeft
meerdere dendrieten en maar één axon.
f. Ze kunnen het zenuwstel beschermen, voeden en ze kunnen zorgen dat impulsen
beter door het zenuwstelsel heen geleiden.
g. De bloed hersenbarrière is de grens tussen het bloed en de hersenen.
h. Giftige stoffen kunnen niet zomaar naar de hersenen en je kunt stoten opvangen
door de bloed hersenbarrière.
i. Voor medicijnen is het lastig om de hersenen te bereiken.
j. Kleine, apolaire moleculen zoals water, zuurstof en koolstofdioxide kunnen door de
cellen van de bloed-hersenbarrière passeren door middel van diffusie.
k. Door middel van selectief actief transport.
l. Dan zou zuurstof minder makkelijk opgenomen worden en ook andere
voedingsstoffen.
, m. Alcohol werkt verdovend op hersencellen, hierdoor vertraagd de communicatie van
neuronen.
Instaptoets 4
a. Het handhaven van de rustpotentiaal.
b. Natrium en kalium ionen
c. Na⁺ stroomt naar binnen.
d. Bij repolarisatie stromen er K+-ionen naar buiten.
e. Wat wordt er bedoelt met de herstelfase?
f. 3 natrium naar buiten, 2 kalium naar binnen
g. Enzymen breken de neurotransmitters af waardoor ze vervolgens in het
presynaptisch membraan gerecycled worden.
h. k
i. Er ontstaat alleen een actiepotentiaal wanneer de drempelwaarde van een stukje
membraan wordt bereikt.
j. De myelineschede zorgt voor een snellere impulsgeleiding. De schede bevat
insnoeringen van Ranvier. De actiepotentiaal springt als het ware van insnoering
naar insnoering. Dit heet saltatoire impulsgeleiding.
