100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Biologie h10 vertering samenvatting uitgebreid nectar $5.05   Add to cart

Summary

Biologie h10 vertering samenvatting uitgebreid nectar

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Biologie h10 vertering samenvatting uitgebreid nectar Het hoofdstuk komt uitgebreid en duidelijk aan bod. Er is gebruik gemaakt van de normale opgegeven stof, uitleg van docenten en youtube video's van docenten die de onderwerpen nog duidelijker uitleggen. Ik heb deze gebruikt voor mijn examen,...

[Show more]

Preview 2 out of 10  pages

  • February 4, 2023
  • 10
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Biologie rep H10
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt. Voedingsstoffen zijn bruikbare
bestanddelen van voedingsmiddelen. Voedingsstoffen kunnen dienen als brandstof, bouwstof,
reserve stof en beschermende stof.

Bouwstoffen zorgen voor de groei en ontwikkeling van het lichaam, voor herstel bij verwondingen en
beschadigingen, voor aanmaak van nieuwe cellen en weefsels.
Brandstoffen leveren door dissimilatie energie, die nodig zijn voor het op peil houden van de
lichaamstemperatuur, alle bewegingen je maakt en de groei en ontwikkeling van je hersenen.
Reservestoffen worden in bepaalde delen van het lichaam opgeslagen, totdat ze nodig zijn.
Beschermende stoffen, stoffen die je beschermen van ziektes.

Er zijn 6 soorten voedingsstoffen:

1. Eiwitten: Ook wel proteïnen genoemd, ze dienen als brandstoffen en bouwstoffen (voor
spiereiwitten, antistoffen en hemoglobine). Ze bestaan uit aminozuren.
2. Koolhydraten: Ze dienen als brandstoffen (zij leveren energie in de vorm van ATP),
bouwstoffen (maken celmembraan, onderdeel receptoreiwitten) en en als reservestof (wordt
opgeslagen als glycogeen in je spieren en in je lever).
3. Mineralen: Ze dienen als bouwstof (maken kalkzout in botten) en als beschermende stof.
Spoorelement: mineralen die je in kleine hoeveelheden nodig hebt.
4. Water: een bouwstof: vervoer van stoffen in ons lichaam en het regelen van de
lichaamstemperatuur (warmtebuffer). Oplos- en transportmiddel.
5. Vetten: ook wel lipiden genoemd, ze dienen als brandstoffen, bouwstoffen (maken
celmembraan en hormonen) en reservestoffen. Dienen als warmte-isolatie.
6. Vitaminen: dient als bouwstof (bestanddeel enzymen) en als beschermende stof. Bij tekort
ontstaan gebreksziekten.

Voedingsvezel is een verzamelnaam voor alle onverteerbare plantaardige koolhydraatmoleculen, dit
is geen voedingsstof. Ze prikkelen de wanden van de darmen, dit bevordert de darmperistaltiek (=
het samenknijpen en ontspannen van de darmspieren, ze zorgen voor een goede stoelgang.
Ze nemen veel water op, zodat het volume van de darminhoud toeneemt.

Je hebt schadelijke en nuttige bacteriën. De nuttige bacteriën kun je ook in capsules eten: probiotica.
Eet je voedingsmiddelen, zoals uien en appels, dan stimuleert dit de groei van deze bacteriën, hier zit
dan prebiotica in (onverteerbare plantendelen waar nuttige bacteriën in leven. Het maagzuur doodt
de meeste schadelijke bacteriën.

● ADH: de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid per voedingsstof. De WHO
(Wereldgezondheidsorganisatie) geeft hier advies over.
● Voedselallergie: een heftige reactie van het immuunsysteem op een normale voedingsstof.
Histamine komt vrij, dat zet slijmvliezen op en verwijdt bloedvaten.

Op verpakte voedingsmiddelen staan ook conserveringsmiddelen en geur-, kleur- en smaakstoffen
vermeld. Deze stoffen zijn goedgekeurd door de EFSA (Europese autoriteit voor voedselveiligheid) en
hebben een E-nummer, dat zijn additieven: stoffen die zijn toegevoegd om het voedingsmiddel
aantrekkelijker of langer houdbaar te maken.
In grote hoeveelheden kan dit schadelijk zijn dus moet er worden gehouden aan de ADI, de
aanvaardbare dagelijkse inname.

, Je verteringsstelsel zijn alle organen die samenwerken voor de vertering. Het doel van de vertering is
voedingsstoffen afbreken tot verteringsproducten die kunnen worden opgenomen die wel door de
darmwand kunnen worden opgenomen in het bloed.

● Stoffen die wel door de darmwand kunnen worden opgenomen: water, glucose, mineralen
en vitamines.
● Stoffen die niet door de darmwand kunnen worden opgenomen: eiwitten, vetten en de
meeste koolhydraten.

Verteringsklieren maken verteringssappen aan, deze bevatten enzymen (stoffen die reacties
versnellen, ze worden gebruik en niet verbruikt, ze kunnen maar 1 soort reactie uitvoeren).

Het glazuur beschermt de tand tegen slijtage en het wortelvlies bevestigd de tand of kies aan de
kaak. Zuur lost je glazuur op, hierdoor krijg je gaatjes: ook wel tandbederf.


Gebit
● Oppervlaktevergroting, hierdoor kunnen enzymen beter werken om het voedsel te verteren,
omdat er meer contact-oppervlakte is.

Mond- en keelholte
● In de mond wordt speeksel toegevoegd door de speekselklieren. Speeksel bevat: water,
slijm, amylase om zetmeel te verteren tot maltose en eiwitten met een mond bacterie- en
schimmeldodende werking.
● Huig: sluit neusholte af tijdens het slikken. Strotklepje: sluit luchtpijp af tijdens het slikken.

Slokdarm
● De spieren in de slokdarm maken peristaltische bewegingen om voedsel voort te duwen,
zodat het uiteindelijk in de maag terecht komt. De slokdarm voegt geen verteringssappen of
enzymen toe en verteerd zelf dus niks.
● Bij peristaltische bewegingen trekken de lengtespieren voor (en achter) de voedselbrok
samen waardoor er ruimte ontstaat en de kringspieren ontspannen zich.

Maag
● Opslag van voedsel en het afgeven en maken van maagsap. Maagsap wordt gemengd met
voedselbrij.
● Maagsap bevat: water, zoutzuur (laat eiwitten opzwellen, zodat enzymen er beter bij
kunnen) en pepsinogeen (een inactief pro-enzym dat in de maagwand wordt geproduceerd.
In de maag wordt pepsinogeen door zoutzuur geactiveerd tot pepsine. Pepsine splitst
eiwitmoleculen, de verteringsproducten zijn lange aminozuurketens, die polypeptiden
worden genoemd). Ook bevat het slijm, gemaakt door de cellen bij de maagsapklieren, het
bedekt de binnenkant van de maag en beschermt de cellen tegen het zoutzuur en peptase.
De maagwand produceert het hormoon gastrine dat zorgt voor de productie van HCL.
● Maagportier: kringspier op het einde van de maag die voedsel doorlaat naar de 12-vingerige
darm. De kringspieren voorkomen dat de zure brij terug gaat naar de slokdarm.
● 1) pepsinogeen en HCL komen vrij in de maag. 2) HCL zet pepsinogeen om in pepsine. 3)
Pepsine activeert met pepsinogeen en pepsine activeert de vertering van eiwitten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller student1221. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.05
  • (0)
  Add to cart