College 7: basis borstvoeding.
WHO/UNICEF 10 VUISTREGELS
1) Borstvoedingsbeleid
2) Deskundige medewerkers
3) Voorlichting zwangere vrouwen.
4) Binnen een uur na de bevalling aanleggen
5) Begeleiding bij aanleggen en instand houden BV
6) Geen bijvoeding, tenzij medische reden
7) Rooming-in
8) Voeden op verzoek
9) Geen (fop)speen
10) Verwijzen naar borst-voedingsorganisaties.
De verpleegkundige in ketenzorg rond borstvoeding.
Verloskundige: begeleidt de zwangerschap.
Kraamverpleegkundige: assisteert bij de bevalling.
Kraamverzorgende: assisteert tijdens het kraambed.
Consultatiebureau verpleegkundige: neemt de zorg na 1 maand over.
Alle 4 geven advies over borstvoeding, en moeten allen hetzelfde verhaal vertellen.
Vrouwen in onze cultuur zijn vaak onzeker doordat er te weinig voorbeelden van het geven van
borstvoeding zijn in de omgeving. Hoe vaker het voorkomt hoe zekerder een vrouw zich over dit
fenomeen voelt.
Keuze borst of fles?
Het is belangrijk vanuit je professionele houding om de keuze van de ouders te respecteren. Wel is
het heel erg belangrijk dat je ze objectief en eerlijk voorlicht. Het kind groeit goed op kunstvoeding,
maar borstvoeding is gezondheidskundig echter veel beter dan flesvoeding. ‘moedermelk heeft geen
nadelen voor de gezondheid van het kind, kunstvoeding wel’. Deze uitspraak wordt gedaan door de
WHO en Unicef.
Borstvoeding versus flesvoeding.
De baby heeft minder kans op: infectieziekten, wiegendood, ziekte van Crohn, overgewicht, hart- en
vaatziekten, (jeugd) diabetes, (jeugd) kanker en een betere neurologische ontwikkeling.
De moeder heeft: minder (lang) bloedverlies, de vetreserves verdwijnen, de binding tussen moeder
en kind is natuurlijker, en er is minder kans op: borst- en eierstokkanker, botontkalking en de
ovulatie blijft langer uit.
Als je kijkt zitten er dus nog al wat voordelen aan het geven van borstvoeding.
Werking borstvoeding.
Het is aangeleerd gedrag:
- moeder leert haar baby aan te leggen.
- baby leert de borst te nemen.
- bewust zijn van het marktprincipe: vraag en aanbod. Als de baby vraagt om voeding, zal de moeder
de baby de borst aanbieden.
Samenstelling melk:
WHO/UNICEF 10 VUISTREGELS
1) Borstvoedingsbeleid
2) Deskundige medewerkers
3) Voorlichting zwangere vrouwen.
4) Binnen een uur na de bevalling aanleggen
5) Begeleiding bij aanleggen en instand houden BV
6) Geen bijvoeding, tenzij medische reden
7) Rooming-in
8) Voeden op verzoek
9) Geen (fop)speen
10) Verwijzen naar borst-voedingsorganisaties.
De verpleegkundige in ketenzorg rond borstvoeding.
Verloskundige: begeleidt de zwangerschap.
Kraamverpleegkundige: assisteert bij de bevalling.
Kraamverzorgende: assisteert tijdens het kraambed.
Consultatiebureau verpleegkundige: neemt de zorg na 1 maand over.
Alle 4 geven advies over borstvoeding, en moeten allen hetzelfde verhaal vertellen.
Vrouwen in onze cultuur zijn vaak onzeker doordat er te weinig voorbeelden van het geven van
borstvoeding zijn in de omgeving. Hoe vaker het voorkomt hoe zekerder een vrouw zich over dit
fenomeen voelt.
Keuze borst of fles?
Het is belangrijk vanuit je professionele houding om de keuze van de ouders te respecteren. Wel is
het heel erg belangrijk dat je ze objectief en eerlijk voorlicht. Het kind groeit goed op kunstvoeding,
maar borstvoeding is gezondheidskundig echter veel beter dan flesvoeding. ‘moedermelk heeft geen
nadelen voor de gezondheid van het kind, kunstvoeding wel’. Deze uitspraak wordt gedaan door de
WHO en Unicef.
Borstvoeding versus flesvoeding.
De baby heeft minder kans op: infectieziekten, wiegendood, ziekte van Crohn, overgewicht, hart- en
vaatziekten, (jeugd) diabetes, (jeugd) kanker en een betere neurologische ontwikkeling.
De moeder heeft: minder (lang) bloedverlies, de vetreserves verdwijnen, de binding tussen moeder
en kind is natuurlijker, en er is minder kans op: borst- en eierstokkanker, botontkalking en de
ovulatie blijft langer uit.
Als je kijkt zitten er dus nog al wat voordelen aan het geven van borstvoeding.
Werking borstvoeding.
Het is aangeleerd gedrag:
- moeder leert haar baby aan te leggen.
- baby leert de borst te nemen.
- bewust zijn van het marktprincipe: vraag en aanbod. Als de baby vraagt om voeding, zal de moeder
de baby de borst aanbieden.
Samenstelling melk: