Alle organisaties die worden behandeld:
Volkenbond
Verenigde Naties
Non-Gouvernementele Organisaties
Internationaal Monetair Fonds
Wereldbank
Wereldhandelsorganisatie
Internationale Arbeidsorganisatie
Internationaal Gerechtshof
Internationaal Strafhof
Afrikaanse Unie
Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties
Organisatie van Amerikaanse Eenheid
Europese Unie
NAVO
Institutie: een geheel van normen, regels en praktijken die gedrag en verwachtingen vormgeven,
zonder noodzakelijkerwijs het fysieke karakter hebben van een internationale organisatie.
IGO: een instelling met formele procedures en een lidmaatschap bestaande uit drie of meer staten.
IGO’s zijn gekenmerkt door regels die de relaties tussen lidstaten en door een formele structuur die
deze regels implementeert en handhaaft. Ze worden gecreëerd door middel van een formele
intergouvernementele overeenkomst, zoals een verdrag, charter of statuut.
Ong. 250 IGO’s
IGO’s zijn internationale rechtspersonen.
Categories waar je IGO’s op kan indelen:
1) Lidmaatschap
Universeel: iedere staat kan in principe lid worden, bijv. VN
Beperkt: een specifieke groep van staten kan lid worden, bijv. de EU
2) Taken (competence)
Alomvattend: IO houdt zich bezig met veel verschillende thema’s. VB: de VN
Beperkt: IO houdt zich bezig met een specifiek thema. VB: WTO
3) Functie
Programma-organisatie: maakt beleid en stelt regels op. VB: ILO
Operationele organisatie: voert beleid uit. VB: IAEA
, 4) Gezag
Intergouvernementeel: interactie van staten op basis van soevereine gelijkheid (horizontaal
gezag); VB: OESO
Supranationaal: interactie van staten waarbij er een hoger gezagsorgaan wordt opgericht
(verticaal gezag); VB: Europese Commissie
Kenmerken van IGO’s:
- Meeste IGO’s zijn regionaal
- Meeste IGO’s zijn na WOII opgericht
- Meeste IGO’s zijn klein met slechts enkele staten als leden
- Meeste IGO’s hebben beperkt en specifiek mandaat (bijv. VN veiligheidsraad die met een
afgeljind mandaat een leger van een staat naar een bepaald conflictgebied mag sturen)
NGO’s: particuliere, vrijwilligersorganisaties waarvan de leden individuen of verenigingen zijn die
samenkomen om een gemeenschappelijk doel.
Operationele (Red Cross) & activistische NGO’s (Amnesty international)
Profit-orientated: Apple, Microsoft, General Motors, Shell etc.
Non-profit-orientated: Greenpeace, Amnesty International, ICRC(Red Cross)
Internationaal Regime: reeks principes, procedures, normen of regels die de interacties van staten
beheersen en niet-gouvernementele actoren in bepaalde probleemgebieden binnen de
internationale politiek.
Principes: overtuigingen van feiten, oorzakelijk verband en rechtschapenheid
Normen: gedragsnormen gedefinieerd in termen van rechten en plichten
Regels: specifieke voorschriften of handelingsvoorschriften
Besluitvormingsprocedures: gangbare praktijken voor collectieve keuzes maken en uitvoeren
Als voorbeeld Non-proliferatie regime:
Volkenbond
Verenigde Naties
Non-Gouvernementele Organisaties
Internationaal Monetair Fonds
Wereldbank
Wereldhandelsorganisatie
Internationale Arbeidsorganisatie
Internationaal Gerechtshof
Internationaal Strafhof
Afrikaanse Unie
Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties
Organisatie van Amerikaanse Eenheid
Europese Unie
NAVO
Institutie: een geheel van normen, regels en praktijken die gedrag en verwachtingen vormgeven,
zonder noodzakelijkerwijs het fysieke karakter hebben van een internationale organisatie.
IGO: een instelling met formele procedures en een lidmaatschap bestaande uit drie of meer staten.
IGO’s zijn gekenmerkt door regels die de relaties tussen lidstaten en door een formele structuur die
deze regels implementeert en handhaaft. Ze worden gecreëerd door middel van een formele
intergouvernementele overeenkomst, zoals een verdrag, charter of statuut.
Ong. 250 IGO’s
IGO’s zijn internationale rechtspersonen.
Categories waar je IGO’s op kan indelen:
1) Lidmaatschap
Universeel: iedere staat kan in principe lid worden, bijv. VN
Beperkt: een specifieke groep van staten kan lid worden, bijv. de EU
2) Taken (competence)
Alomvattend: IO houdt zich bezig met veel verschillende thema’s. VB: de VN
Beperkt: IO houdt zich bezig met een specifiek thema. VB: WTO
3) Functie
Programma-organisatie: maakt beleid en stelt regels op. VB: ILO
Operationele organisatie: voert beleid uit. VB: IAEA
, 4) Gezag
Intergouvernementeel: interactie van staten op basis van soevereine gelijkheid (horizontaal
gezag); VB: OESO
Supranationaal: interactie van staten waarbij er een hoger gezagsorgaan wordt opgericht
(verticaal gezag); VB: Europese Commissie
Kenmerken van IGO’s:
- Meeste IGO’s zijn regionaal
- Meeste IGO’s zijn na WOII opgericht
- Meeste IGO’s zijn klein met slechts enkele staten als leden
- Meeste IGO’s hebben beperkt en specifiek mandaat (bijv. VN veiligheidsraad die met een
afgeljind mandaat een leger van een staat naar een bepaald conflictgebied mag sturen)
NGO’s: particuliere, vrijwilligersorganisaties waarvan de leden individuen of verenigingen zijn die
samenkomen om een gemeenschappelijk doel.
Operationele (Red Cross) & activistische NGO’s (Amnesty international)
Profit-orientated: Apple, Microsoft, General Motors, Shell etc.
Non-profit-orientated: Greenpeace, Amnesty International, ICRC(Red Cross)
Internationaal Regime: reeks principes, procedures, normen of regels die de interacties van staten
beheersen en niet-gouvernementele actoren in bepaalde probleemgebieden binnen de
internationale politiek.
Principes: overtuigingen van feiten, oorzakelijk verband en rechtschapenheid
Normen: gedragsnormen gedefinieerd in termen van rechten en plichten
Regels: specifieke voorschriften of handelingsvoorschriften
Besluitvormingsprocedures: gangbare praktijken voor collectieve keuzes maken en uitvoeren
Als voorbeeld Non-proliferatie regime:
