Hoorcolleges Behavioral Public Administration
Je hoeft geen grote rijtjes te leren voor het tentamen
Concepten uitleggen (naar je zelf)
Verbanden leggen
Voor en nadelen
Design vragen: voorbereidingsvragen en artikelen lezen
,Hoorcollege 1 → Gedragsinzichten in de praktijk van overheidsbeleid
- Voorbeelden:
- Orgaandonatie altijd op Ja, tenzij je anders aan geeft
- Belastingdienst alles al ingevuld zodat het makkelijker is
- Gezonde lunches voor militairen → Nudgen tot gezonde keuzes
- Belastingdienst nieuwe brief ontworpen, daardoor meer mensen gaan betalen.
- Ondernemers die wel aangifte doen maar niet betalen is een teken dat er iets ‘mis’
is in het bedrijf. Interventie met een brief, minder juridisch taalgebruik. Optie 1
betalen, optie 2 contact opnemen. Dit zorgde ervoor dat bedrijven vaker snel
betaalden.
Waarom maken overheden beleid?
- Marktfalen
- = Het niet optimaal oplossen van vraag en aanbod
- Monopolisten zijn inefficiënt → Machtige spelers worden prijszetter
- vb Microsoft internet explorer, zat ingebouwd in bijna elke computer.
- Overheden kunnen markten reguleren (monopolisten voorkomen)
- Collectieve goederen
- DIensten die niet aantrekkelijk zijn voor private partijen
- Externe effecten reguleren
- Als Schiphol niet gereguleerd zouden worden, zouden ze onbeperkt groeien (Milieu,
geluidsoverlast)
- Bemoeigoederen (merit Goods) en veiligheid
- Mensen maken soms keuzes die niet goed voor ze zijn, bv roken, drugs, alcohol
- Goederen waarvan de overheid vindt dat ze niet aangemoedigd moeten worden,
denk aan roken of het weren van snackbarren uit steden. Overheden hebben
bepaalde ideeën over deze goederen – gezonder bestaan van burgers.
- (her)verdelingsvraagstukken
- We willen dat iedereen een goed bestaansniveau heeft, dus inkomen moet verdeeld
worden. Wanneer de overheid niet ingrijpt komt het grootste deel van rijkdom bij
een kleine groep mensen. De overheden proberen deze rijkdom her te verdelen.
Traditionele beleidsinstrumenten
- Financieel
- Een heffing (belasting) op sigaretten om rookgedrag te ontmoedigen. Maar ook
subsidies
- Wetgeving
- Verboden op roken in openbare ruimte
- Communicatief
- Campagnes over de gezondheidsrisico’s
Carrot & Stick → Verschillende beleidsinstrumenten om gedrag te veranderen/beinvloeden
- Carrot (belonen)
- Aantrekkelijk maken (financieel, wetgeving, drempels wegnemen)
- Stick (straffen)
- Belasting, boetes, juridisch
- Preek
- Flyers, campagnes, social media
De overeenkomst tussen deze beleidsinstrumenten is dat zij uitgaan van mensen die rationeel zijn. Is
aanpak op basis van gedrag echt anders? Doel = gedragsverandering. DUS JA! Het verschil zit (deels)
,in de aannamen. UITGANG: mensen zijn rationele besluitvormers – wanneer je belastingen verhoogt
willen mensen eigen nut maximaliseren en willen zo min mogelijk belasting betalen. MAAR: uit
onderzoek blijkt dat dit niet zo geld, mensen zijn voorspelbaar ‘irrationeel’ (Ariely) – irrationeel
gedrag kan je voorspellen (microniveau). Hiervoor kan je een nieuw beleidsinstrument inzetten:
nudge.
Effectiviteit?
Is een aanpak op basis van gedrag echt anders?
- Doel = gedragsverandering
- Verschil zit (deels) in de aannames:
- oud: Mensen zijn rationele besluitvormers → Is deze persoon zijn nut (baten
maximaliseren, lasten minimaliseren) aan het maximaliseren?
- BPA: Mensen zijn ‘voorspelbaar irrationeel’ (Ariely, 2008)
- In deze cursus ligt de nadruk op ontvangers van beleid (burgers) en beleidsmakers
(ambtenaren)
Bestuurskunde
- Interdisciplinaire wetenschap. Maakt veelal gebruik van inzichten uit de steundisciplines:
economie, recht, sociologie en politicologie
- Macro - instituties -systemen
- Meso - In en tussen organisaties
- Micro - Individuen. Burgers, groepen burgers, ambtenaren en politici
Behavioral Public Administration
“the interdisciplinary analysis of public administration from the micro-level perspective of individual
behavior and attitudes by drawing on recent advances in our understanding of the underlying
psychology and behavior of individuals and groups.”
- Individuen en groepen burgers, medewerkers en managers in de publieke sector
- Gedrag en houdingen
- Inzichten uit psychologie en de gedragswetenschappen.
Waarom?
- Aanname in beleid dat individuen rationele besluitvormers zijn
- Herbert Simon:
- De nut-maximaliserende burger bestaat niet.
- Cognitieve limieten en een oneindig aantal keuze mogelijkheden
- Keuzen op basis van het sorteren van waarden. Grenzen zijn vaak ideologisch,
professioneel of cultureel
- Besluitvormers weten niet alle consequenties, het afwegen gaat gepaard met
transactiekosten
- ‘Maximizing vs satisficing’ (satisficing is een belans tussen keuze en transactiekosten,
denk aan het uitzoeken van hagelslag in de supermarkt, je gaat niet alles uitgebreid
vergelijken omdat dit te veel tijd kost in verhouding voor wat je ervoor terug krijgt).
- Behavioral PA: mensen zijn voorspelbaar irrationeel (Ariely, 2009)
Hoe passen gedragswetenschappen in het maken en uitvoeren van beleid?
- Een aanpak op basis van gedragswetenschappen:
- Bestaat vaak nog deels uit onderdelen van het rationele model (combinaties) maar
minder;
- kan biases aantonen bij burgers, ambtenaren (beleidsmakers)
, - Kan laten zien hoe burgers reageren op maatregelen (interventies)
- Aanname in bij beleidsmakers die gedragsinzichten gebruiken:
Het ‘irrationele’ gedrag van burgers kan voorspeld en gebruikt worden om beleid
meer effectief te maken
→ Dat is een rationele aanname over hoe beleid werkt. Door gebruik te maken van
irrationeel gedrag kan je ook het effect hiervan in kaart brengen, dit is een rationele
aanname.
Overwegingen
- Er is niet een beste oplossing voor beleidsproblemen. Je perspectief en voorkeuren doen
ertoe. Denk aan politieke ideeën van wat goed of juist niet goed is (ambtenaren voeren dit
uit). Denk aan files om gebruik auto’s te ontmoedigen (CO2 uitstoot). Maar is dit wel
wenselijk? Dit is een politieke beslissing.
- Beleidsinterventies bestaan veelal uit technische en politieke elementen. Is iets geoorloofd
of niet. Burger/ ambtenaar bepaald of iets gewenst of ongewenst is.
ARTIKELEN COLLEGE 1
1. A comment on ‘the science of public administration’ - Simon Herbert
De analyse van Dahl op de problemen rondom de wetenschap van PA heeft drie fundamentele
kwesties voortgebracht, geen wetenschap van PA is mogelijk tenzij:
- De plek van normatieve waarden duidelijk is gemaakt
- De aard van de mens op het gebied van openbaar bestuur beter wordt begrepen en zijn
gedrag voorspelbaar is
- Er is een verzameling vergelijkende onderzoeken waaruit het mogelijk zou kunnen zijn om
principes en algemeenheden te ontdekken die de nationale grenzen en bijzondere
historische ervaring overstijgen
In het artikel wordt dus een reflectie gegeven op deze principes, met name punt 1 en 2.
De plek van normatieve waarden
Dahl neemt een positivistische positie in, hierbij wordt dus gesteld dat waarden posities niet aan te
tonen zijn in de wetenschap. Daaruit komt het idee voort dat aanbevelingen voor publiek beleid
nooit puur wetenschappelijk kunnen zijn en dat er meer nodig is dan alleen wetenschappelijke visies
op publiek beleid. Het gaat hierbij dus om een verschil tussen pure en toegepaste wetenschap. De
pure wetenschap gaat over het ontdekken en verifiëren van correcte empirische standpunten over
bepaalde kennis. De toegepaste wetenschap gaat meer over het nemen van besluiten op basis van
onder andere wetenschappelijke kennis. Binnen de toegepaste wetenschap is er dus minder vrijheid
dan bij de pure wetenschapper. De toegepaste wetenschapper moet dus rekening houden met alle
fenomenen die relevant zijn voor de betrokken waarden van het probleem.
PA en menselijk gedrag
Door het hierboven beschreven concept is er een tweedeling ontstaan. Verschillende studenten
willen zich ook bezighouden met waarden, dit valt dus onder de toegepaste wetenschap. Hierdoor
wordt PA een toegepaste wetenschap die geen grenzen kan erkennen voor de doelen van
academische specialisatie. Hierbij is het ook belangrijk om elementen van de politieke, economische
en sociologische wetenschap te absorberen. Echter is dit niet specifiek toegepaste wetenschap te
noemen, het moet meer gaan om het publieke beleid en de term ‘social engineering’.
Daarbij is dus nog een tweede groep wetenschappers, tot deze groep rekent Simon zichzelf. Zij
willen een pure wetenschap van menselijk gedrag in organisaties vatten. Hierbij ligt de nadruk meer
op de sociale psychologie. Zij schrijven dus geen publiek beleid voor.
Je hoeft geen grote rijtjes te leren voor het tentamen
Concepten uitleggen (naar je zelf)
Verbanden leggen
Voor en nadelen
Design vragen: voorbereidingsvragen en artikelen lezen
,Hoorcollege 1 → Gedragsinzichten in de praktijk van overheidsbeleid
- Voorbeelden:
- Orgaandonatie altijd op Ja, tenzij je anders aan geeft
- Belastingdienst alles al ingevuld zodat het makkelijker is
- Gezonde lunches voor militairen → Nudgen tot gezonde keuzes
- Belastingdienst nieuwe brief ontworpen, daardoor meer mensen gaan betalen.
- Ondernemers die wel aangifte doen maar niet betalen is een teken dat er iets ‘mis’
is in het bedrijf. Interventie met een brief, minder juridisch taalgebruik. Optie 1
betalen, optie 2 contact opnemen. Dit zorgde ervoor dat bedrijven vaker snel
betaalden.
Waarom maken overheden beleid?
- Marktfalen
- = Het niet optimaal oplossen van vraag en aanbod
- Monopolisten zijn inefficiënt → Machtige spelers worden prijszetter
- vb Microsoft internet explorer, zat ingebouwd in bijna elke computer.
- Overheden kunnen markten reguleren (monopolisten voorkomen)
- Collectieve goederen
- DIensten die niet aantrekkelijk zijn voor private partijen
- Externe effecten reguleren
- Als Schiphol niet gereguleerd zouden worden, zouden ze onbeperkt groeien (Milieu,
geluidsoverlast)
- Bemoeigoederen (merit Goods) en veiligheid
- Mensen maken soms keuzes die niet goed voor ze zijn, bv roken, drugs, alcohol
- Goederen waarvan de overheid vindt dat ze niet aangemoedigd moeten worden,
denk aan roken of het weren van snackbarren uit steden. Overheden hebben
bepaalde ideeën over deze goederen – gezonder bestaan van burgers.
- (her)verdelingsvraagstukken
- We willen dat iedereen een goed bestaansniveau heeft, dus inkomen moet verdeeld
worden. Wanneer de overheid niet ingrijpt komt het grootste deel van rijkdom bij
een kleine groep mensen. De overheden proberen deze rijkdom her te verdelen.
Traditionele beleidsinstrumenten
- Financieel
- Een heffing (belasting) op sigaretten om rookgedrag te ontmoedigen. Maar ook
subsidies
- Wetgeving
- Verboden op roken in openbare ruimte
- Communicatief
- Campagnes over de gezondheidsrisico’s
Carrot & Stick → Verschillende beleidsinstrumenten om gedrag te veranderen/beinvloeden
- Carrot (belonen)
- Aantrekkelijk maken (financieel, wetgeving, drempels wegnemen)
- Stick (straffen)
- Belasting, boetes, juridisch
- Preek
- Flyers, campagnes, social media
De overeenkomst tussen deze beleidsinstrumenten is dat zij uitgaan van mensen die rationeel zijn. Is
aanpak op basis van gedrag echt anders? Doel = gedragsverandering. DUS JA! Het verschil zit (deels)
,in de aannamen. UITGANG: mensen zijn rationele besluitvormers – wanneer je belastingen verhoogt
willen mensen eigen nut maximaliseren en willen zo min mogelijk belasting betalen. MAAR: uit
onderzoek blijkt dat dit niet zo geld, mensen zijn voorspelbaar ‘irrationeel’ (Ariely) – irrationeel
gedrag kan je voorspellen (microniveau). Hiervoor kan je een nieuw beleidsinstrument inzetten:
nudge.
Effectiviteit?
Is een aanpak op basis van gedrag echt anders?
- Doel = gedragsverandering
- Verschil zit (deels) in de aannames:
- oud: Mensen zijn rationele besluitvormers → Is deze persoon zijn nut (baten
maximaliseren, lasten minimaliseren) aan het maximaliseren?
- BPA: Mensen zijn ‘voorspelbaar irrationeel’ (Ariely, 2008)
- In deze cursus ligt de nadruk op ontvangers van beleid (burgers) en beleidsmakers
(ambtenaren)
Bestuurskunde
- Interdisciplinaire wetenschap. Maakt veelal gebruik van inzichten uit de steundisciplines:
economie, recht, sociologie en politicologie
- Macro - instituties -systemen
- Meso - In en tussen organisaties
- Micro - Individuen. Burgers, groepen burgers, ambtenaren en politici
Behavioral Public Administration
“the interdisciplinary analysis of public administration from the micro-level perspective of individual
behavior and attitudes by drawing on recent advances in our understanding of the underlying
psychology and behavior of individuals and groups.”
- Individuen en groepen burgers, medewerkers en managers in de publieke sector
- Gedrag en houdingen
- Inzichten uit psychologie en de gedragswetenschappen.
Waarom?
- Aanname in beleid dat individuen rationele besluitvormers zijn
- Herbert Simon:
- De nut-maximaliserende burger bestaat niet.
- Cognitieve limieten en een oneindig aantal keuze mogelijkheden
- Keuzen op basis van het sorteren van waarden. Grenzen zijn vaak ideologisch,
professioneel of cultureel
- Besluitvormers weten niet alle consequenties, het afwegen gaat gepaard met
transactiekosten
- ‘Maximizing vs satisficing’ (satisficing is een belans tussen keuze en transactiekosten,
denk aan het uitzoeken van hagelslag in de supermarkt, je gaat niet alles uitgebreid
vergelijken omdat dit te veel tijd kost in verhouding voor wat je ervoor terug krijgt).
- Behavioral PA: mensen zijn voorspelbaar irrationeel (Ariely, 2009)
Hoe passen gedragswetenschappen in het maken en uitvoeren van beleid?
- Een aanpak op basis van gedragswetenschappen:
- Bestaat vaak nog deels uit onderdelen van het rationele model (combinaties) maar
minder;
- kan biases aantonen bij burgers, ambtenaren (beleidsmakers)
, - Kan laten zien hoe burgers reageren op maatregelen (interventies)
- Aanname in bij beleidsmakers die gedragsinzichten gebruiken:
Het ‘irrationele’ gedrag van burgers kan voorspeld en gebruikt worden om beleid
meer effectief te maken
→ Dat is een rationele aanname over hoe beleid werkt. Door gebruik te maken van
irrationeel gedrag kan je ook het effect hiervan in kaart brengen, dit is een rationele
aanname.
Overwegingen
- Er is niet een beste oplossing voor beleidsproblemen. Je perspectief en voorkeuren doen
ertoe. Denk aan politieke ideeën van wat goed of juist niet goed is (ambtenaren voeren dit
uit). Denk aan files om gebruik auto’s te ontmoedigen (CO2 uitstoot). Maar is dit wel
wenselijk? Dit is een politieke beslissing.
- Beleidsinterventies bestaan veelal uit technische en politieke elementen. Is iets geoorloofd
of niet. Burger/ ambtenaar bepaald of iets gewenst of ongewenst is.
ARTIKELEN COLLEGE 1
1. A comment on ‘the science of public administration’ - Simon Herbert
De analyse van Dahl op de problemen rondom de wetenschap van PA heeft drie fundamentele
kwesties voortgebracht, geen wetenschap van PA is mogelijk tenzij:
- De plek van normatieve waarden duidelijk is gemaakt
- De aard van de mens op het gebied van openbaar bestuur beter wordt begrepen en zijn
gedrag voorspelbaar is
- Er is een verzameling vergelijkende onderzoeken waaruit het mogelijk zou kunnen zijn om
principes en algemeenheden te ontdekken die de nationale grenzen en bijzondere
historische ervaring overstijgen
In het artikel wordt dus een reflectie gegeven op deze principes, met name punt 1 en 2.
De plek van normatieve waarden
Dahl neemt een positivistische positie in, hierbij wordt dus gesteld dat waarden posities niet aan te
tonen zijn in de wetenschap. Daaruit komt het idee voort dat aanbevelingen voor publiek beleid
nooit puur wetenschappelijk kunnen zijn en dat er meer nodig is dan alleen wetenschappelijke visies
op publiek beleid. Het gaat hierbij dus om een verschil tussen pure en toegepaste wetenschap. De
pure wetenschap gaat over het ontdekken en verifiëren van correcte empirische standpunten over
bepaalde kennis. De toegepaste wetenschap gaat meer over het nemen van besluiten op basis van
onder andere wetenschappelijke kennis. Binnen de toegepaste wetenschap is er dus minder vrijheid
dan bij de pure wetenschapper. De toegepaste wetenschapper moet dus rekening houden met alle
fenomenen die relevant zijn voor de betrokken waarden van het probleem.
PA en menselijk gedrag
Door het hierboven beschreven concept is er een tweedeling ontstaan. Verschillende studenten
willen zich ook bezighouden met waarden, dit valt dus onder de toegepaste wetenschap. Hierdoor
wordt PA een toegepaste wetenschap die geen grenzen kan erkennen voor de doelen van
academische specialisatie. Hierbij is het ook belangrijk om elementen van de politieke, economische
en sociologische wetenschap te absorberen. Echter is dit niet specifiek toegepaste wetenschap te
noemen, het moet meer gaan om het publieke beleid en de term ‘social engineering’.
Daarbij is dus nog een tweede groep wetenschappers, tot deze groep rekent Simon zichzelf. Zij
willen een pure wetenschap van menselijk gedrag in organisaties vatten. Hierbij ligt de nadruk meer
op de sociale psychologie. Zij schrijven dus geen publiek beleid voor.
