30 januari
Borderline, persoonlijkheidsstoornis
Wat is de definitie van een persoonlijkheidsstoornis volgens de DSM-5
Maar wat is de DSM-5?
DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: het diagnostisch en statistisch
handboek van psychiatrische aandoeningen.
Dit handboek wordt uitgegeven door American Psychiatric Association
Een patroon van instabiele en intense intermenselijke relaties gekenmerkt door wisseling tussen
overmatig idealiseren en kleineren.
Identiteitsstoornis: duidelijk en aanhoudend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel.
Recidiverende suïcidale gedragingen, gestes of dreigingen, of automutilatie (zelfbeschadiging).
Wanneer mag er gesproken worden over borderline-persoonlijkheidsstoornis?
Een diepgaand patroon van instabiliteit in intermenselijke relaties, zelfbeeld en affecten en van
duidelijke impulsiviteit, beginnend in de vroege volwassenheid en tot uiting komend in diverse
situaties, zoals blijkt uit vijf of meer van de volgende kenmerken:
- chronisch gevoel van leegte
- inadequate, intense woede of moeite om kwaad te beheersen; bijvoorbeeld frequente driftbuien,
aanhoudende woede of herhaaldelijke vechtpartijen
- impulsiviteit op ten minste twee gebieden die in potentie betrokkene zelf kunnen schaden;
bijvoorbeeld geld verkwisten, seks, misbruik van middelen, roekeloos autorijden, vreetbuien
- affectlabiliteit als gevolg van duidelijke reactiviteit van de stemming; bijvoorbeeld periodes van
intense somberheid, prikkelbaarheid of angst, meestal enkele uren durend en slecht zelden langer
dan een paar dagen
- krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden
- voorbijgaande, aan stress gebonden paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen
Borderline, persoonlijkheidsstoornis
Wat is de definitie van een persoonlijkheidsstoornis volgens de DSM-5
Maar wat is de DSM-5?
DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: het diagnostisch en statistisch
handboek van psychiatrische aandoeningen.
Dit handboek wordt uitgegeven door American Psychiatric Association
Een patroon van instabiele en intense intermenselijke relaties gekenmerkt door wisseling tussen
overmatig idealiseren en kleineren.
Identiteitsstoornis: duidelijk en aanhoudend instabiel zelfbeeld of zelfgevoel.
Recidiverende suïcidale gedragingen, gestes of dreigingen, of automutilatie (zelfbeschadiging).
Wanneer mag er gesproken worden over borderline-persoonlijkheidsstoornis?
Een diepgaand patroon van instabiliteit in intermenselijke relaties, zelfbeeld en affecten en van
duidelijke impulsiviteit, beginnend in de vroege volwassenheid en tot uiting komend in diverse
situaties, zoals blijkt uit vijf of meer van de volgende kenmerken:
- chronisch gevoel van leegte
- inadequate, intense woede of moeite om kwaad te beheersen; bijvoorbeeld frequente driftbuien,
aanhoudende woede of herhaaldelijke vechtpartijen
- impulsiviteit op ten minste twee gebieden die in potentie betrokkene zelf kunnen schaden;
bijvoorbeeld geld verkwisten, seks, misbruik van middelen, roekeloos autorijden, vreetbuien
- affectlabiliteit als gevolg van duidelijke reactiviteit van de stemming; bijvoorbeeld periodes van
intense somberheid, prikkelbaarheid of angst, meestal enkele uren durend en slecht zelden langer
dan een paar dagen
- krampachtig proberen te voorkomen om feitelijk of vermeend in de steek gelaten te worden
- voorbijgaande, aan stress gebonden paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve verschijnselen