1. Etymologie
- Mobilis (p.3)
● Beweegbaar / verplaatsbaar
● Vb. stoel
○ Vaste plaats aan eettafel, maar kan het hele huis doorreizen
- Conceptus (p.3)
● Vrucht / begrip
● Rijke gedachte, concept als uitgangspunt
- Construere (p.4)
● Samenstellen / opstapelen
● Het opstapelen van elementen
○ De constructie betekent dus de geordende wijze waarop de delen tot een
geheel worden opgebouwd.
2. Drieluik: functie, vorm en constructie
- Meubel wordt gekenmerkt en beperkt door het mogelijk maken van functies voor de
gebruiker.
- Beperkingen maken het ontwerp (p.4)
● zekere nood / behoefte aan het object dat we creëren
● Ontworpen met een bepaalde functie of een interactie met de gebruiker in
gedachte binnen een gegeven context.
● Houvast, zekerheid en inspiratie
- Object en meubel (p.5)
● Verschil tussen een object en een meubel
○ Het belang van de gebruiker en de functie
● Vb. Houten kubus in een ruimte → object
○ Vanaf dat daar een functie bij komt kijken spreken we over een meubel.
- Op maat van de mens (p.6)
● vorm, afmetingen & constructie afhankelijk van gebruiker en functie
● Grootte, reikwijdte, zitcomfort,...
- Form follows function (p.6)
● ‘Hoe kan het meubel deze functie vervullen door de gebruiker?’
● het meubel volgt een functie
- Functie, vorm en constructie (p.6)
● meubel gekenmerkt en beperkt door constructie (en functie)
● één of meerdere onderdelen & verschillende materialen
● vroeg in het ontwerpproces nadenken over materiaalkeuze en constructiewijze
● constructie: logisch, eenvoudig & economisch
● experimenteren houdt risico’s in: eindresultaat minder, tijd & werk
- Professionele kijk op meubels / samenvatting (p.7)
1. Beperkingen = houvast & inspiratie
2. Object wordt een meubel wanneer het zo gebruikt wordt door de mens
3. ontwerpen naar de maat van de mens
4. vertrekken vanuit een functie = vorm
5. Degelijke kennis van constructie & materialen
3. Denkkader constructie
- Samenhangend (p.8)
● Vast verbonden
● Demonteerbaar met gereedschap
● Demonteerbaar zonder gereedschap
● Los verbonden
- Stabiel en vormvast (p.9)
● Stabiel vormvast
● instabiel vormvast
● Stabiel vervormbaar
1
, ● Instabiel vervormbaar
- Verplaatsbaar (p.9)
● Makkelijk verplaatsbaar
● Verplaatsbaar
● Moeilijk verplaatsbaar
● Niet verplaatsbaar
4. Denkkader categorieën
- Verschillende categorieën (p.10)
● Hangen vast met basisfunctie
● Eisen die gesteld worden (samenhangend, stabiel, vormvast of opbergen) hangen
samen met de categorie
● Elke categorie kent een eigen arsenaal aan eigen materialen en
constructietechnieken
● Stoel, kast, tafel, bed en zetel
● Varianten binnen categorie
● Varianten tussen categorieën
2
, Meubelconstructie - Hoofdstuk 2 - Massief hout
Hoe wordt massief hout gemaakt? (korte samenvatting van hele cursus)
1. Boom
- Opbouw van de stam (p.2)
● Grote vaatbundel opgesplitst in 2 delen:
○ spinthout (opwaarts verkeer)
○ Bast (neerwaarts verkeer)
● Tussen deze ‘snelwegen’ zit het cambium, die instaat voor de groei van een boom.
○ Binnenkant: spinthout
○ Buitenkant: bast
● Bast: levende beschermlaag
● Schors is het afgestorven deel van de bast
● Kernhout: oud spinthout
● Massief hout = kernhout
- Het leven van de boom (p.3)
● Groei- of jaarringen: gunstige leefomstandigheden met voldoende water, warmte en
zonlicht = cambium heel actief en groeit de boom.
● Opeenvolging van seizoenen geeft een duidelijke tekening in de jaarringen.
● Ups & downs
○ dicht tegen een grotere boom
○ volledig omringt door struiken
● concentrische cirkels: uniek
2. Hout
- Hout als materiaal - karaktereigenschappen (p.4)
● Natuurlijke composiet
● Anisotrope samenstelling (de eigenschappen van het hout zijn niet in alle richtingen
hetzelfde)
○ Gevoelig voor splijten
○ Stevig
○ (De anisotrope samenstelling beïnvloed de natuurlijke droging, krimp en
werking van het hout bepaald door de vezelrichting, maar ook de sterkte en
uitstraling)
● Afhankelijk van de groei van de boom en zijn afmetingen
- Loofbomen (hardhout) (p.5)
● platte brede bladeren & brede kruin
● Herfst: bladeren verliezen
● Winter: kaal
● Zomer: volgroeide kruin
● Loofhout sterker dan naaldhout
- Naaldbomen (softhout) (p.5)
● Naald- en schubvormige bladeren & puntvormige kruin
● Groenblijvend
● Groeien snel
● Rechte, lange, eerder dunne stam
● harsen
- Keuze en beschikbaarheid (p.6)
● Maar 600 boomsoorten geschikt voor houtverwerking
○ Groeiwijze die weinig bruikbaar hout oplevert
○ Niet alle boomsoorten in grote aantallen te vinden
○ Houtsoorten die populair zijn geworden.
● FSC-label
○ Economisch, ecologisch en verantwoord bosbeheer
○ Verschillende duurzaamheidsklassen
1