Anatomie – hormoonstelsel/endocrien stelsel
Introductie:
à Endocrien stelsel bevat 30-tal chemische stoffen = hormonen
à Endocrien stelsel behoort tot de regulerende stelsels (samen met het zenuwstelsel)
- = neuro-endocrien systeem:
o Neuro = zenuwstelsel
o Endo = hormoonstelsel
- Belangrijke rol bij het handhaven vd homeostase
o Zenuwstelsel: snelle reacties
o Hormoonstelsel: reageert trager, maar verandering duurt langer
à 2 verschillende producenten:
- Endocriene klieren
- Weefselhormonen: specifieke weefsels die in staat zijn om hormonen te produceren
à doel: cel te laten functioneren
à belangrijk: hormonen verplaatsen zich via de bloedbaan:
- Afgifte door de hormoonproducent
- Vervoer via vloed naar de doelcel
Zenuwstelsel versus endocrien stelsel:
ð Beide werken berust op de afgifte van chemische stoffen die zich binden aan specifieke
receptoren op doelcellen
ð Beide stelsels hebben verschillende chemische signaalstoffen gemeenschappelijk
o Afgifte thv een synaps: neuro transmitter (zenuwstelsel)
o Afgifte thv de bloedbaan: hormoon (hormoonstelsel)
o Soms dezelfde benaming vd afgegeven stof: adrenaline en noradrenaline
§ Adrenaline kan zowel zenuw als hormoon
§ Neurotransmitter in zenuwsstelsel
§ Hormoon in hormoonstelsel
ð Beide stelsels worden (hoofdzakelijk) gereguleerd via negatieve terugkoppeling
ð Doel: homeostaste handhaven
, Overzich hormoonklieren en geproduceerde hormonen
Hypofyse:
- Adenohypofyse :
o TSH: schildklier stimulerend hormoon
o LH/FSH: luteïniserend hormoon, follikelstimulerend hormoon
o GH: groeihormoon
o Prolactine,
o ACTH: adreno cotricotroop stimulerend hormoon
- Neurohypofyse:
o ADH: antidiuretisch hormoon
o Oxytocine
Schildklier:
- Thyroxine (T3,T4),
- Calcitonine
Bijschildklier:
- PTH: parthormoon
Bijnieren:
- Cortex
o Glucocorticoïden: Cortisol
o Mineralocorticoïden: Aldosterone
o Androgene steroïden: Testosterone (&Oestrogenen)
- Merg: Adrenaline
Ovaria/Testis: Oestrogenen & progesteron/testosteron
Endocriene pancreas: Insuline, glucagon
Epifyse: Melatonine
Hormoonwerking:
3 groepen hormonen:
ð Aminozuurderivaten: bouw lijkt op de structuur van aminozuur (bv: adrenaline
ð Peptidehormonen: ketens van aminozuren (bv: adh)
ð Steroïdhormonen: afgeleiden van cholesterol (=vet) (bv: testosteron)
Eiwitten bepalen alle cellulaire structuren en functies:
ð Structuureiwit: geeft vorm aan de cel
ð Enzymen: regelen de celstofwisseling
Hormonen:
à hebben invloed op het functioneren vd cel, doordat ze het type, activiteit, plaats of hoeveelheid
van belangrijke enzymen en structurele eiwitten in de doelcellen wijzigen
à de voorwaarde is de juiste koppeling tussen hormoon en specifieke receptor
à binding veroorzaakt een verandering in de activiteiten vd cel (bv: verhoogde werking)
Introductie:
à Endocrien stelsel bevat 30-tal chemische stoffen = hormonen
à Endocrien stelsel behoort tot de regulerende stelsels (samen met het zenuwstelsel)
- = neuro-endocrien systeem:
o Neuro = zenuwstelsel
o Endo = hormoonstelsel
- Belangrijke rol bij het handhaven vd homeostase
o Zenuwstelsel: snelle reacties
o Hormoonstelsel: reageert trager, maar verandering duurt langer
à 2 verschillende producenten:
- Endocriene klieren
- Weefselhormonen: specifieke weefsels die in staat zijn om hormonen te produceren
à doel: cel te laten functioneren
à belangrijk: hormonen verplaatsen zich via de bloedbaan:
- Afgifte door de hormoonproducent
- Vervoer via vloed naar de doelcel
Zenuwstelsel versus endocrien stelsel:
ð Beide werken berust op de afgifte van chemische stoffen die zich binden aan specifieke
receptoren op doelcellen
ð Beide stelsels hebben verschillende chemische signaalstoffen gemeenschappelijk
o Afgifte thv een synaps: neuro transmitter (zenuwstelsel)
o Afgifte thv de bloedbaan: hormoon (hormoonstelsel)
o Soms dezelfde benaming vd afgegeven stof: adrenaline en noradrenaline
§ Adrenaline kan zowel zenuw als hormoon
§ Neurotransmitter in zenuwsstelsel
§ Hormoon in hormoonstelsel
ð Beide stelsels worden (hoofdzakelijk) gereguleerd via negatieve terugkoppeling
ð Doel: homeostaste handhaven
, Overzich hormoonklieren en geproduceerde hormonen
Hypofyse:
- Adenohypofyse :
o TSH: schildklier stimulerend hormoon
o LH/FSH: luteïniserend hormoon, follikelstimulerend hormoon
o GH: groeihormoon
o Prolactine,
o ACTH: adreno cotricotroop stimulerend hormoon
- Neurohypofyse:
o ADH: antidiuretisch hormoon
o Oxytocine
Schildklier:
- Thyroxine (T3,T4),
- Calcitonine
Bijschildklier:
- PTH: parthormoon
Bijnieren:
- Cortex
o Glucocorticoïden: Cortisol
o Mineralocorticoïden: Aldosterone
o Androgene steroïden: Testosterone (&Oestrogenen)
- Merg: Adrenaline
Ovaria/Testis: Oestrogenen & progesteron/testosteron
Endocriene pancreas: Insuline, glucagon
Epifyse: Melatonine
Hormoonwerking:
3 groepen hormonen:
ð Aminozuurderivaten: bouw lijkt op de structuur van aminozuur (bv: adrenaline
ð Peptidehormonen: ketens van aminozuren (bv: adh)
ð Steroïdhormonen: afgeleiden van cholesterol (=vet) (bv: testosteron)
Eiwitten bepalen alle cellulaire structuren en functies:
ð Structuureiwit: geeft vorm aan de cel
ð Enzymen: regelen de celstofwisseling
Hormonen:
à hebben invloed op het functioneren vd cel, doordat ze het type, activiteit, plaats of hoeveelheid
van belangrijke enzymen en structurele eiwitten in de doelcellen wijzigen
à de voorwaarde is de juiste koppeling tussen hormoon en specifieke receptor
à binding veroorzaakt een verandering in de activiteiten vd cel (bv: verhoogde werking)